202 runderen en graskalveren) door de toegangen aan de Stéen- straat (zijde Stationsweg), aan den Ouden Singel en de Turfmarktsbrug en aan de le Binnenvestgracht; b. klein vee (waaronder hier wordt verstaan: vette en nuchtere kalveren, schapen, lammeren, varkens, biggen, bokken en geiten) door de toegangen aan de ie Binnen vestgracht en bij het IJkkantoor. Bij dezen laatsten toe gang moeten varkens en biggen bij voorkeur aan de zuid zijde en het overige kleine vee aan de noordzijde van de Lammermarkt worden aangevoerd. De aanvoer van varkens op de vette-varkensmarkt heeft plaats langs de zijde van het IJkkantoor. De Directeur is bevoegd om bijzondere redenen of in het belang van het veeartsenijkundig onderzoek tijdelijk ver andering te brengen in de wijze van aanvoer en, zoo noodig, ook den toegang aan de 2e Binnenvestgracht voor den aanvoer open te stellen. Art. 9. Onverminderd het bepaalde bij artikel 11, moet het vee aan alle toegangen geregeld achter elkaar, stapvoets en van iederen eigenaar afzonderlijk worden aangevoerd, ten einde het onderzoek door den veeartsen ijkundigen dienst en de geldelijke controle te bevorderen en opstoppingen te voor komen, en mag bij den hoofdingang aan den Ouden Singel en de Turfmarktsbrug het vee slechts beurtelings van de zijden van den Ouden Singel en van de Turfmarktsbrug, in koppels van ten hoogste 15 stuks tegelijk, worden aan gevoerd. Ter bevordering van een geregelden aanvoer is het ver boden vee bij de toegangen onnoodig op te jagen of aan denzelfden wal uit meer dan één boot tegelijk vee te lossen. Art. 10. Het is verboden vee te lossen langs den walkant van de Beestenmarkt. Bij het lossen of laden van vee, voor de markt bestemd of daarvan weggevoerd, is ieder verplicht zich te gedragen naar de bevelen, door of namens den Directeur gegeven, zoowel wat betreft de plaats waar, als de volgorde waarin moet worden gelost of geladen. Art. 11. Het is verboden eenhoevige dieren en vrouwelijke run deren boven 1 jaar anders dan geleid door middel van een halster of koptouw of in grooter aantal dan twee tegelijk langs één toegang ter markt aan te voeren. Art. 12. Het is verboden vee op het marktterrein te brengen, te doen brengen of te hebben, dat niet tevoren ter plaatse van gemeentewege veeartsenijkundig is onderzocht en tot de markt toegelaten. Art. 13. Het is verboden om, voordat de verschuldigde markt- penningen zijn voldaan, vee op het marktterrein te brengen, te houden of toe te laten. Art. 14. Het is verboden ter plaatsing van vee op het marktterrein een andere of meer ruimte in te nemen, dan daartoe door den Directeur, of die hem vervangt, is aangewezen. Art. 15. Het is verboden van een uur vóór den aanvang van de markt, bedoeld in het derde lid van artikel 3, tot na afloop daarvan, vee, dat niet voor die markt bestemd is of niet daarvan wordt weggevoerd, over het marktterrein of over het gedeelte van de Steenstraat tusschen de Morschstraat en de Sint Aagtenstraat te vervoeren, of tijdens die markt op het marktterrein of op de Steenstraat paarden te mon steren of te laten draven. Art. 16. Onverminderd het bepaalde bij artikel 455 van het Wet boek van Strafrecht is het verboden: a. nuchtere kalveren, zoowel op als buiten het markt terrein, anders te binden dan met zacht jute- of z.g. Spaansch biezentouw, ter dikte in doorsnede van ten minste 1 cM. en volgens model, in de verschillende marktkantoren aanwezig, en anders dan zoó, dat tusschen de huid en het touw zooveel speling is, dat geen letsel of drukking aan de huid of daaronder gelegen deelen wordt toegebracht; b. nuchtere kalveren, al of niet gebonden, op te lichten of te dragen aan of tusschen de pooten en aan den staart; c. stieren anders dan behoorlijk geknieband en, indien zij ouder dan lx/2 jaar zijn, bovendien anders dan voorzien van een neusring, op het marktterrein te brengen, te doen brengen of houden. Art. 17. Beheerders en geleiders van nuchtere kalveren zijn verplicht zorg te dragen, dat deze, zoodra zij op de voor hen bestemde plaatsen op het marktterrein zijn gekomen, van de touwen waarmede de pooten zijn vastgebonden, worden ontdaan en niet eerder Aveder worden gebonden dan ten hoogste 1/4 uur voordat zij van het marktterrein worden weggevoerd. Zij zijn verplicht zorg te dragen, dat de niet gebonden nuchtere kalveren op het marktterrein hetzij in hokken worden geplaatst, hetzij aan een touAV, aan den kop beves tigd, worden vastgehouden, of wel aan het daarvoor bestemde ijzeren hek worden vastgebonden, alsook dat nuchtere kalveren, wanneer zij op het marktterrein gebonden zijn, op een ter beoordeeling van den Directeur, of die hem vervangt, Aroldoende hoeveelheid stroo liggen. Art. 18. Het is den beheerders of geleiders verboden paarden, runderen, gras- en vette kalveren, ezels, muilezels, muil dieren, bokken en geiten anders dan vastgebonden aan de balies, gordingen of touwen, en schapen, lammeren, varkens en biggen buiten de daarvoor bestemde hokken, kooien of korven op het marktterrein te doen verblijven. Art. 19. Het is den eigenaars of beheerders verboden vee langer dan een half uur na het eindigen van de markt op het marktterrein te hebben. Art. 20. Het is verboden: a. onzuiver of reeds gebruikt stroo of strooisel op het marktterrein te brengen; b. gedurende de markt stroo of strooisel uit de hokken, of mest van het marktterrein weg te voeren. Art. 21. Onverminderd het bepaalde bij artikel 20 sub b is het aan een ieder, behalve aan de pachters van den afval der markt en de door dezen daarmede belaste personen, verboden stroo, strooisel of mest van het marktterrein weg te voeren. Art. 22. Het is verboden, tenzij daartoe gemachtigd door den Directeur, op de hokken of palen namen te schrijven of de op de hokken of palen geschreven namen te veranderen, uit te Avisschen, onleesbaar te maken of er andere namen bij te schrijven. Art. 23. Het is verboden melkgevende koeien met gevulde uiers van het marktterrein weg te voeren, tenzij met toestemming van den met de keuring belasten veearts. Art. 24. Yan gemeentewege Avordt tot bijstand en ter beschikking van de met de keuring belaste veeartsen op de plaats waar het onderzoek van het vee geschiedt, het noodige hulppersoneel voor het \Teeartsenijkundig toezicht beschik baar gesteld en worden de noodige middelen ter reiniging en ontsmetting, zooals handdoeken, creoline enz. verstrekt. Voor de met het onderzoek belaste veeartsen wordt nabij de plaats, waar het onderzoek van het vee geschiedt, een overdekte localiteit beschikbaar gesteld. Art. 25. Wanneer en voorzoover de inspecteur-districtshoofd zulks bij het dreigen, optreden of heerschen eener besmettelijke veeziekte noodig acht, zal een verscherpt marktoezicht wor den gehouden. Art. 26. Het is verboden vee, dat gevaarlijk blijkt te zijn, op het marktterrein te brengen, te doen brengen of aldaar te hebben. Art. 27. Voor de afzondering van vee, in beslag genomen krach tens de Veewet of de te harer uitvoering gegeven bepa lingen, is bestemd de stal, staande nabij den molen „De Valk" en de 2e Binnenvestgracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 2