GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 187 IKGEKOÏSE1 STUKKEN. N°. 275. Leiden, 12 September 1922. Bij de toezending van de ontwerp-begrooting dezer gemeente voor bet jaar 1923, zij het ons vergund nog het navolgende op te merken. Ook bij het opmaken van deze begrooting hebben wij de vereenvoudiging in de toelichting voortgezet, waar dit zonder bezwaar geschieden kon, teneinde de drukkosten zooveel mogelijk te beperken. De nieuwe voorschriften in zake de inrichting der be grooting, bij Provinciaal blad No. 130 van 1921 gegeven, zijn op deze begrooting toegepast. Vooral in de hoofdstukken betreffende het onderwijs (Hoofdstuk VII der Uitgaven en V der Ontvangsten) zijn nieuwe onderafdeelingen en posten bijgevoegd, welke verband houden met de nieuwe Onderwijs wetten L. O., M. O. en H. O. en met de Nijverheidsonder wijswet; bovendien zijn verschillende posten verplaatst. Door een en ander is de vergelijking van deze begrooting met die van vorige jaren eenigszins lastiger geworden. Wij vertrouwen echter, dat de index, die ook nu weer achter de begrooting is opgenomen, bij die vergelijking goede diensten zal kunnen bewijzen. Bij het opmaken der begrooting hebben wij naar de meest mogelijke zuinigheid gestreefd. Tal van posten echter o.a. die voor salarissen en loonen berusten op bij verordening vastgestelde regelingen en konden derhalve niet lager worden uitgetrokken. De onderhoudswerken konden, niettegenstaande de verlaging van verschillende materiaalprijzen, in verband met de hooge loonen en den verkorten arbeidstijd, weinig lager dan voor 1922 worden geraamd; als bezuinigings maatregel is evenwel door ons besloten het witwerk van de gebouwen om het andere jaar te doen plaats hebben. De hoogere uitgaven voor de gemeente voortvloeiende uit de nieuwe pensioenwetten, zijn in deze begrooting, over een vol jaar berekend, verwerkt, tengevolge waarvan Hoofd stuk XII der Uitgaven belangrijk hooger moest worden uitgetrokken; de te verwachten stijging van de kosten van verpleging in het Acad. Ziekenhuis (waaromtrent nog onder handelingen gaande zijn), die van het Burgerlijk Armbestuur en die van steunverleening aan werkloozen, beïnvloeden in hooge mate de hoogere raming van de kosten van het Armwezen (Hoofdstuk VIII). Daartegenover zijn andere hoofdstukken lager, sommige zelfs belangrijk lager, geraamd wij noemen slechts de hoofdstukken Algemeen bestuur der gemeente (Hoofdstuk I), Openbare Veiligheid (Hoofdstuk III), Bente en aflossing (Hoofdstuk XI) en Onvoorziene Uitgaven (Hoofdstuk XIV). De post voor „Onvoorziene Uitgaven" is thans uitgetrokken op ƒ100.000.(tegen ƒ150.000.voor 1922), n.l. ƒ50.000.voor de gewone aanvulling van begrootingsposten, terwijl bij het resteerende bedrag van ƒ50.000.is gerekend op de eerste uitvoeringswerken voor de nieuwe rioleeringsplannen en de exploitatiekosten van een nieuwe zweminrichting. Omtrent deze werken zullen U nadere voorstellen bereiken. Wat de ontvangsten betreft, kunnen wij wijzen op een stijging van inkomsten op alle hoofdstukken der begrooting. Het is niet noodig deze hier alle te vermelden. In het aan dit schrijven toegevoegde vergelijkende overzicht tusschen de begrootingscijfers van 1923 en 1922, komen de verschillen tusschen beide begrootingen tot uiting. Bij de beoordeeling der verschillen moet evenwel in het oog worden gehouden, dat de cijfers van 1922, die van de oorspronkelijke begrooting zijn en dat deze in den loop van 1922 hier en daar belangrijke wijziging hebben ondergaan. Zooals uit de begrooting blijkt, is de hoofdelijke omslag 268.682.lager geraamd kunnen worden, dan die voor het loopende jaar. In werkelijkheid echter zal de verlaging grooter zijn. Immers, uit hoofdelijken omslag moet over het jaar 1922, boven het oorspronkelijk geraamde bedrag, nog 100.000.voor hoogere kosten van het Burgerlijk Armbestuur (in verband met de Werkloozen-ondersteuning) en nog 95000.voor dekking van de hoogere pensioensbijdragen worden gevonden. (Zie Ingek. Stukken No. 146 van 1922). Met deze beide uitgaven is in de begrooting van 1923 reeds rekening gehouden. Over 1923 zal dus in werke lijkheid 268682.— 100000.b 95000.— of f 463682.— minder aan hoofdelijken omslag behoeven te worden opge bracht, dan voor het loopende jaar. Niet dan met groote moeite is het gelukt de begrooting sluitend te maken met een zóóveel lager belastingcijfer; in hoofdzaak kon dit worden bereikt, doordien de batige saldi van vorige jaren op deze begrooting voorkomende, 281156.méér zullen bedragen, dan wat te dier zake op de begrooting voor 1922 voorkwam. Ware dit niet het geval geweest, dan hadden wij het bedrag van den hoofdelijken omslag ongeveer gelijk moeten ramen aan dat voor 1922. Dit afhankelijk stellen van het te heffen belastingbedrag van de wisselende resultaten van vorige jaren, heeft in het algemeen reeds zijn bedenkelijke zijde; hoe veel te meer in geval het heffingspercentage reeds zijn hoogste punt heeft bereikt. Daarbij komt, dat er aanduidingen zijn, dat het belastbaar inkomen daalt. Mocht deze daling in sterke mate voortgaan, dan is te voorzien, dat bij het tegenwoordige vermenigvuldigingscijfer (1), de lagere opbrengst der belasting het minder te heffen bedrag van 463682.zal overtreffen, zoodat met dit heffingspercentage niet meer zal kunnen worden volstaan, tenzij de bedrijven een hoogere winst afwerpen dan waarop thans gerekend wordt of uit anderen hoofde de ontvangsten sterker toevloeien. Onder deze omstandigheden zal het U niet bevreemden, dat wij geen vrijheid hebben kunnen vinden om U voor te stellen, de zakelijke belasting op het bedrijf af te schaffen. De opbrengst van deze belasting, voor 1923 geraamd op 75000.kunnen wij zonder een equivalent in anderen vorm, niet derven. En het is wel uitgesloten, dat dit equivalent in een verhooging van den hoofdelijken omslag kan worden gevonden. De vergelijking van de posten der oorspronkelijke begrooting van 1922 met die van 1923, geeft de navolgende hoogere of lagere bedragen: Huishoudelijk bestuur. Minder uitgaven (83106) 5606. Verkiezingen, Burg. Stand, Bevolking en Verteringen. Minder uitgaven (107111)11650.- Belastingen. Meer heffingen wegens bewezen diensten (1423)13345. Meer zakelijke belasting (39)15000.- Meer hondenbelasting (40)200.- Meer vergunningsrecht (42)2000.- Meer rechten vuurwapenreglement (43)50.- Minder toelage secretaris College van Zetters (na 112)100.- Minder opcenten (3236)2367.- Meer inningskosten (113)709 - Meer schattingskosten dranklokalen (116)50.- 5606.— 11650.— 30695.— 3126. Brandweer. Meer kosten (126128) Straatverlichting. Minder kosten (129) Politie. Minder kosten (117124) - 27569.— 6375.— 6375.— 24500.— 24500.— 4527.— 4527.— Transporteeren 73852.— f 6375.— V ooi-deeliger. Nadceliger. x) De tusschen aangegeven getallen geven de volgnummers der begrooting aan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 1