DINSDAG 5 SEPTEMBER 1922.
375
schijnlijk met «Ons Belang" ook het geval het loon van 1
de architecten te kunnen betalen. Als de Raad nu zijn vorig
besluit terugneemt zal dat niet gaan, want dan bestaat er
geen plan meer.
De Voorzitter. Ik geloof, dat dit debat vrijwel overbodig
mag worden genoemd. De Raad heeft indertijd de plannen
aangenomen ouder voorwaarde, dat de Regeering het voorschot
geeft. De Regeering doet dat niet, ergo zijn de plannen van
de baan. Wij komen hier nu met dit voorstel, waardoor
natuurlijk de desbetreffende vroegere besluiten moeten worden
ingetrokken. Wij kunnen immers onmogelijk tegelijkertijd
twee plannen voor dit eene stuk grond hebben. lederen keer
moet bovendien een afzonderlijke begrooting en exploitatie
rekening opgemaakt worden, zoodat ook daarom tot in
trekking van de destijds genomen besluiten moet worden
overgegaan.
De heer Dubbeldeman. M. d. V. Krijg ik geen antwoord
op mijn vraag betreffende de statuten van »de Eendracht"?
De Voorzitter. Dat is een eisch van den Minister. De
statuten moeten veranderd worden; dat is vrij duidelijk.
De heer Dubbeldeman. Burgemeester en Wethouders moeten
er op toezien.
De Voorzitter. Gij weet hoe groote haast er bij deze zaak
is, omdat vóór October een antwoord moet zijn gezonden, en
nu komt gij met allerlei kleinigheden om de spoedige atdoening
te verhinderen. De Minister zegt, dat wij het geld niet krijgen,
als wij niet op tijd een antwoord sturen. Waarom verandert
»de Eendracht" haar statuten niet even?
De heer Mulder. M. d. V. Ik wensch even aan de Raads
leden in overweging te geven om goed te bedenken wat zij
doen bij het uitbrengen van hun stem. Wordt de gedachten-
gang van den heer Dubbeldeman gevolgd, zoodat de indiening
der aanvrage bestendigd blijft, dan gaan deze arbeiders
woningen voor de stad Leiden verloren en dan hebben de
heer Dubbeldeman en zij, die met diens gedachte zijn mee
gegaan, dat voor hun rekening te nemen.
De Voorzitter. Ook ik wil de Raadsleden ten sterkste
waarschuwen.
De heer Dubbeldeman. Het voorstel kan gesplitst worden.
De Voorzitter. Dan moet gij dat voorstellen.
De heer Dubbeldeman. Dat doe ik dan.
De Voorzitter. Dan zal ik over a en b apart laten stemmen.
Ik wil er nogmaals op wijzen, dat, als dit voorstel wordt
verworpen, deze woningen er niet komen. Men zal nu kunnen
zien wie inderdaad de woningnood willen lenigen.
Het onderdeel a van het voorstel wordt in stemming gebracht
en met 20 tegen 7 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Kuivenhoven, Splinter, Wilmer,
Wilbrink, Bots, Oostdam, Stijnman, Jan de Lange, F. Eiker
bout, Heemskerk, Meijnen, Sijtsma, Sanders, Eerdmans, Pera,
Mulder, van der Lip, van Hamel, Mevrouw van Itallievan
Embden en de heer Huurman.
Tegen stemmenMevrouw DubbeldemanTrago en de heeren
A. Eikerbout, Groeneveld, van Stralen, Dubbeldeman, Knuttel
en van Eek.
liet onderdeel b van het voorstel wordt vervolgens in stemming
gebracht en met 23 tegen 4 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen: de heeren Kuivenhoven, Splinter, Wilmer,
Wilbrink, Bots, Oostdam, van Stralen, Stijnman, Knuttel,
van Eek, Jan de Lange, F. Eikerbout, Heemskerk, Meijnen,
Sijtsma, Sanders, Eerdmans, Pera, Mulder, van der Lip, van
Hamel, Mevrouw van Itallie—van Embden en de heer Huurman.
Tegen stemmenMevrouw DubbeldemanTrago en de heeren
A. Eikerbout, Groeneveld en Dubbeldeman.
XXIX. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 17 Mei 1920 (Gemeenteblad No. 23), regelende de heffing
van eene belasting onder den naam van «Marktgeld" in de
gemeente Leiden.
(Zie Ing. St. No. 264.)
De Voorzitter. Hierbij komen tevens in behandeling de
desbetreffende adressen en de motie vari den heer Sijtsma,
luidende
»Ondergeteekende heeft de eer voor te stellen punt 29 van
de te behandelen onderwerpen voor de vergadering van Dinsdag
5 September a.s. van de agenda af te voeren en B. en W.
uit te noodigen het voorstel in een der volgende vergaderingen
weder aan de orde te stellen."
Daar deze motie door Burgemeester en Wethouders wordt
overgenomen stel ik dus voor, overeenkomstig die motie een
beslissing te nemen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
XXX. Praeadvies op het voorstel van den heer A. Eikerbout,
in zake de salarisregeling van enkele catagorieën van het
verplegend personeel der gestichten »Endegeest", «Voorgeest"
en «Rhijngeest".
(Zie Ing. St. No. 239.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer A. Elkerbout. M. d. V. Toen ik een week of acht
geleden dit voorstel indiende om het salaris van het personeel
van «Endegeest" te verhoogen werd mij door den toenmaligen
waarnemenden voorzitter, den heer van der Lip, medegedeeld,
dat Burgemeester en Wethouders daar niets voor voelden. Ik
heb daar toen niets van gezegd, omdat ik meende, dat, wan
neer dit voorstel bij de commissie van «Endegeest" of bij den
Directeur zou komen, daar deze er wel anders over zouden
denken, en met te meer reden kon ik dat denken, waar wij
hief reeds vaak hebben gesproken over het groote verloop van
het personeel van «Endegeest". Ik dacht, dat ook zij daar
tegen wel maatregelen zouden nemen, en vandaar, dat ik dat
voorstel indiende.
In mijn voorstel heb ik genoemd de gestichten: het Oude
en Nieuwe Gasthuis te Zutphen, het «Apeldoornsche Bosch,"
te Apeldoorn en het «St. Elizabeth Gasthuis" te Deventer.
Daar bestaan dergelijke salarissen reeds.
Het antwoord nu van den Directeur en van de commissie
voor «Endegeest" heeft mij zeer bevreemd, doch veel meer
teleurgesteld. Zij nemen stelling tegen een dergelijke salaris-
verhooging maar in tegenstelling met hen meent de Directeur
van een der door mij genoemde sanatoria, Dr. Kat, dat
een dergelijke verhooging noodzakelijk is. De directeuren van
die drie inrichtingen hebben die salarissen reeds ingevoeld
zooals ik zeide en men kan toch niet veronderstellen, dat dat
menschen zijn, die zoo maar een, twee, drie over een salaris-
verhooging heenloopen. Jk meen toch, dat deze directeuren
wel degelijk rekening hebben gehouden met de omstandigheden,
en het noodzakelijke daarvan hebben ingezien.
Mijn voorstel is niet direct een salarisverhooging, maar is,
zooals ik reeds eerder gezegd heb, meer een unificatie van de
salarissen in de groote gestichten te brengen. In «Endegeest"
toch hebben wij een veel te laag salaris, vandaar het groote
verloop van het personeel.
Nu zegt de Directeur in zijn praeadvies, dat het personeel
niet op zoo'n laag peil staat, wat de bekwaamheid betreft,
maar, «dat wij in den laatsten tijd in vooruitstrevende
richting zijn."
Daartegen moet ik toch opkomen, want Dr. Kat zegt
iets geheel anders, bijvoorbeeld dat men «er ten slotte wel in
slaagt in onze gestichten een corps verplegenden te scheppen,
quantitatief en qualitatiet zoodanig, dat we er onze patiënten
gerust aan durven toevertrouwen. Hij moet wel een vreem
deling in ons Jerusalem zijn, die niet weten zou, dat maar
weinigen onder ons deze vraag niet, zonder aarzeling, ont
kennend beantwoorden. En zoo volgt er aanstonds deze op:
welke zijn de oorzaken van dezen on bevredigenden toestand,
en: wat kunnen wij er aan doen?"
En verder: «En bovendien, waar hare leden in al die ge
stichten en klinieken komen, en van de leiders der verpleging
bijna altijd en overal vernemen hoezeer men ontevreden, ja
bezorgd en verontrust is over het lage en de laatste jaren nog
sterk dalende peil waarop het verplegend personeel staat
daar moest zij het zeker tot haar plicht rekenen alarm te
blazen en allen, dien het aangaat, samen te roepen tot raadslag."
Dat is nu niet het antwoord van den eersten den besten,
maar van een groot deskundige en wij kunnen toch niet
zeggen, dat dat weinig te beteekenen heeft.
Dr. van der Kolk zegt in het praeadvies, dat hij het niet
zoo erg vindt, als op een aantal van 140 verplegenden 92
mutatie's voorkomen, maar Dr. Kat vindt het al schrik
barend, als op een aantal van 100 verplegenden zich 40 ver
anderingen voordoen. Hier bestaat dus een verschil van meening
tusschen deze twee deskundigen.
Verder zegt Dr. van der Kolk, dat het peil der verplegenden
stijgende is. Ook die bewering is in tegenspraak met hetgeen
Dr. Kat zegt, want deze schrijft:
«En door het dalend peil der candidaten is de Examen-