DINSDAG 5 SEPTEMBER 1922.
373
stemmen en de heeren Pera, Knuttel en Bomli ieder 1 stem,
terwijl 2 biljetten in blanco waren en 1 biljet van onwaarde was.
(Mevrouw van Itallievan Embden had de vergadering
tijdelijk verlaten).
De heeren van Hamel en Huurman verklaren de benoeming
aan te nemen.
XVI. Benoeming van een lid van het Bestuur der Stedelijke
Werkinrichting, buiten de leden van den Raad, (altredend:
de heer Dr. J. G. van der Sluijs).
(Zie Ing. St. No. 256.)
Wordt benoemd met 22 stemmen de heer Dr. J. G. van
der Sluijs; 1 biljet was in blanco en 1 van onwaarde.
XVII. Benoeming van een lid en van een plaatsvervangend
lid van de Commissie van onderzoek, bedoeld in artikel 22
van bet Reglement voor de werklieden in dienst van de ge
meente Leiden, (aftredend: de H.H. P. Heemskerk en F.
Eikerbout).
Achtereenvolgens worden benoemdtot lid de heer P.
Heemskerk met, 18 stemmen; de heer van Stralen verkreeg 6
stemmen, terwijl 1 biljet in blanco was,
(De heer A. Eikerbout was weder in de vergadering terug
gekeerd.)
en tot plaatsvervangend lid de heer F. Eikerbout met 16
stemmen; de heer van Stralen verkreeg 6 stemmen en de
heer Jan de Lange 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was.
(De heer Huurman had de vergadering inmiddels tijdelijk
verlaten.)
De heeren Heemskerk en F. Eikerbout verklaren de be
noeming aan te nemen.
XVIII. Benoeming van een Voorzitter en van een plaats
vervangend Voorzitter der Commissie van Advies, bedoeld in
artikel 35 van de verordening, regelende den rechtstoestand
van de ambtenaren der gemeente Leiden, (aftredend: de H.H.
A. J. üostdam en K. Sijtsma).
Achtereenvolgens worden benoemd: tot Voorzitter de heer
A. J. Oostdam met 15 stemmen; de heer A. Eikerbout ver
kreeg 4, de heer Sijtsma 2 stemmen en de heer van Stralen
1 stem, terwijl 1 biljet in blanco en 1 biljet van onwaarde was,
en tot plaatsvervangend Voorzitter de heer K. Sijtsma met
19 stemmen; de heer A. Elkerbout verkreeg 3 stemmen,ter
wijl 2 biljetten van onwaarde waren.
(De heer Knuttel was inmiddels ter vergadering gekomen.)
De heeren Oostdam en Sijtsma verklaren de benoeming
aan te nemen
XIX. Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. No. 255).
Wordt benoemd met 15 stemmende heer Ir. P. Hoogenboom;
mevrouw Kuenen verkreeg 2 stemmen en de heer A. M. Touw
1 stem, terwijl 6 biljetten in blanco waren en 1 biljet van
onwaarde was.
De Voorzitter. Ik dank de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
XX. Praeadvies op het verzoek van Mevr. S. Hoogeveen
geb. Boelstra, om eervol ontslag als lid van het College van
Vrouwen-Kraamrnoeders.
(Zie Ing. St. No. 260.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXI. Praeadvies op het verzoek van de Woningbouwver-
eeniging »Eensgezindheid" om de te bouwen bestuurskamer
naast het perceel Verlengde Oosterstraat No. 2, van hout te
mogen maken.
(Zie Ing. St. No. 258.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXII. Praeadvies op het verzoek van de Banketfabriek
»de Bij" om den aanbouw aan de fabriek op het terrein aan
de Roodenburgerlaan, Sectie M No. 3530, van hout te mogen
maken.
(Zie Ing. St. No. 259.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXIII. Voorstel tot aanvaarding van de voorwaarden, waar
onder door Gedeputeerde Staten vergunning is verleend tot
den aatdeg en de exploitatie van een hoogspanningslijn onder
de gemeente Zevenhoven, ten behoeve van den polder Zeven
hoven.
(Zie Ing. St. No. 261.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXIV. Voorstel tot aanvaarding van een schilderij, voor
stellende: »de aanbidding der herders", ten behoeve van het
Stedelijk Museum »De Lakenhal".
(Zie Ing. St. No. 266).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXV. Voorstel:
a. tot ontbinding van de huur van het perceel Zonneveld-
straat No. 13, aangegaan met D. A. Gijbels;
b. tot verhuring van die woning aan W. Caro.
(Zie Ing. St. No. 272).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXVI. Voorstel om Burgemeester en Wethouders te mach
tigen den foyer van de Stads-Gehoorzaal tegen verminderden
prijs af te staan ten behoeve van de Reizende tentoonstelling
voor Volksvoorlichting op Hygiënisch gebied.
(Zie Irig. St. No. 262.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXVII. Begrooting, dienst 1923, van den Keuringsdienst
van Waren voor het district Leiden.
(Zie Ing, St. No. 267.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
vaststelling van deze begiooting besloten.
XXVIII. Voorstel:
a. om voorloopig niet in te gaan op:
1°. het verzoek van de woningbouwvereeniging »Ons
Doel" om voorschot en bijdrage, ingevolge de Woning
wet, voor den bouw van 75 woningen in de Waard.
2°. de verzoeken van de woningbouwvereeniging »Eens-
gezindheid" van gelijke strekking voor den bouw
van 86 woningen nabij den Zijlsingel en 21 woningen
benoorden den Lagen Rijndijk;
b. om aan de woningbouwverenigingen »Ons Belang" en
»de Eendracht", bouwterrein te verkoopen en voor
schotten met bijdragen te verleeneningevolge de
Woningwet, voor den bouw van resp. 26 woningen
nabij den Haagweg en 42 woningen benooi den den
Lagen Rijndijk, een en ander met intrekking van de
desbetreffende vroegere besluiten.
(Zie Ing. St. No. 274.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Dubbf.ldeman. M. d. V. Gaarne zou ik van Burge
meester en Wethouders willen vernemen, waarom zij ons
adviseeren terug te komen op de door ons genomen besluiten.
Zooals ik uit de stukken gezien heb wordt opgegeven, dat
»de Eendracht" in de gelegenheid zou worden gesteld een
gedeelte van haar bouwplan uit te voeren, maar als dat de
bedoeling is begrijp ik niet goed, tenminste ik zie het prak
tische er niet van in, waarom wij dan moeten terugkomen
op onze besluiten van verleden jaar.
Wanneer de Raad op het voorstel, zooals dat hier voor ons
ligt, ingaat, geloof ik, dat hij daardoor die bouwvereeniging
in eenige moeilijkheden brengt. Zij heeft voor het ontwerpen
van die bouwplannen reeds geld uitgegeven, is in ieder geval
bepaalde sommen schuldig aan de architecten en als wij nu