388 DINSDAG 5 SEPTEMBER 1922. ook blijven wat dit onderwerp betreft. Wij willen hier een regeling treffen met eene vereeniging, die naar deskundigen op goede gronden beweren uitstekend in staat is om deze taak op zich te nemen. Men kan natuurlijk principieel voor stander zijn van een gemeentelijke verzorging, maar de bewering van den heer Knuttel, dat een gemeentelijke dienst goedkooper zou zijn, is niet vol te houden. Wij hebben daar voor maar even een kleine berekening te maken. Natuurlijk hebben wij minstens twee verpleegsters noodig. Dat behoef ik niet verder aan te toonen. Dat is reeds door andere leden gedaan. Ik zou hieraan alleen nog dit willen toevoegen, dat het kan gebeuren dat een verpleegster ongesteld is en men moet dus alleen al om deze reden tenminste twee verpleegsters hebben. Rekent men dan dat deze zouden moeten hebben een salaris van '1800.— dan komt men alleen voor die twee verpleegsters reeds op een uitgave van 3600.—, terwijl wij, als er 80 gevallen zijn en aangenomen dat elk geval 45. zal kosten, slechts ƒ3600.voor alles zullen hebben te vol doen. Het zal wel niet zooveel zijn, want niet alle kraamvrouwen zullen extra verzorging noodig hebben, in de meeste gevallen zal het niet meer kosten dan 35.maar ik neem het ergste geval en dan zouden de kosten voor de gemeente ƒ3600. bedragen, terwijl wij aan het salaris van twee verpleegsters reeds een gelijk bedrag kwijt zouden zijn. Bovendien zou de gemeente verschillende verplegingsartikelen, beddegoed, zeil enz. moeten aanschaffen en dien voorraad telkens moeten aanvullen, terwijl zij tevens voor de ontsmetting zou moeten zorgen. De berekening, waaruit blijkt, dat een gemeentelijke dienst veel duurder zou uitkomen dan het aangaan van een overeenkomst met deze vereeniging, is dus spoedig gemaakt. Ik zeg: »het aangaan van een overeenkomst met deze ver eeniging", want ik wil er den nadruk op leggen, dat er van een subsidie geen sprake meer is. De heer Groeneveld zit daaraan met zijn gedachten altijd nog vast, maar wij stellen nu niet meer voor om aan deze vereeniging een subsidie toe te kennen. Wij gaan met haar een overeenkomst aan; zij verbindt zich om de gevallen, welke de gemeente aanwijst, te behandelen en de gemeente betaalt per geval 35.of 45.Er is dan ook geen enkele reden om te eischen, dat de vereeniging jaarlijks aan de gemeente een verslag van baar werkzaamheden zal indienen. Bij zijn betoog om dat wel te eischen verviel de heer Groeneveld in de genoemde fout, dat hij van de onderstelling uitging, dat de vereeniging zal worden gesubsidieerd. Dat is evenwel het geval niet. Wordt een ver eeniging door de gemeente gesubsidieerd, dan is er alle reden om een verslag, een begrooting enz. te eischen en ook om een gedelegeerde van de gemeente zitting te doen nemen in het bestuur der vereeniging, omdat zij dan met gemeentegeld werkt en controle onzerzijds noodig is, maar in het geval dat een vereeniging alleen betaald wordt door de gemeente voor haar praestatie's, is daarvoor geenszins reden. De heer Groeneveld meent, dat de ontsmetting in handen van de overheid moet blijven, maar hij vergeet, dat het wel ontsmetten heet, doch van ontsmetten in technischen zin geen sprake is. Het is slechts reinigen. Het beddegoed enz. kan komen in gezinnen, waar het niet al te rein is, waar men ongedierte vindt, en dan moet het na gebruik gereinigd worden. De ontsmetting na gebruik door patiënten, die lijden aan besmettelijke ziekten, blijft echter bij de gemeente. Het reinigen, dat hier moet plaats hebben, kan gerust aan particu lieren worden overgelaten. Nu vraagt de heer Groeneveld hoe uitgemaakt wordt wie dat goed besmet heeft. Dat behoeft niet te worden uitgemaakt, want de gemeente betaalt voor die ontsmetting niets extra's. Wij betalen 35.— per geval, de ontsmetting inbegrepen, dat wil zeggen ongeacht of het goed al dan niet moet ontsmet worden. Die vraag van den heer Groeneveld heeft dus geen zin. Zooals ik zeg, betalen wij ƒ35.— per geval en natuurlijk per behandeld geval. De heer Groeneveld wil dit uitdrukkelijk vermeld zien. Hij heeft door deze opmerking weer eens een bewijs gegeven van juridische spitsvondigheid, maar juist is de opmerking niet. Wij spreken van «geval", maar bedoeld wordt natuurlijk: behandeld geval. De vereeniging zal natuurlijk geen gevallen in rekening brengen, welke zij niet behandeld heeft, en het spreekt bovendien van zelf, dat wij controle zullen uitoefenen op hetgeen er geschiedt. Vanwege den ge neeskundigen dienst zal worden nagegaan of de rekeningen, welke worden ingediend, accoord zijn en alleen als zij in orde zijn, zullen zij worden gehonoreerd. Wat nu de amendementen betreft, zooals ik reeds zeide, gevoel ik voor dat van den heer Groeneveld niets, omdat ik niet begrijp hoe wij aan deze vereeniging, die geen subsidie zal krijgen, zouden kunnen opdragen een verslag uit te brengen. Blijft over het amendement van mevrouw van Itallie. Het doet mij genoegen, dat mevrouw van Itallie het met ons nieuwe voorstel eens is, zij heeft echter bezwaar tegen het bedrag van ƒ35.per geval, omdat zij het te hoog vindt. Mij is niet bekend, dat in Leiden een andere vereeniging bestaat, die goedkooper werkt, maar misschien is mevrouw van Itallie daaromtrent beter ingelicht dan ik. Wat het bedrag van 35.aangaat, de heer Heemskerk heeft reeds de speci ficatie daarvan gegeven, welke ook ik vóór mij heb en welke ik dus niet zal herhalen. Volgens mevrouw van Itallie is 35.te hoog en zou 25.— voldoende zijn. Zij beroept zich daarbij op de meening van een niet genoemde deskundige. Mag ik hier tegenover stellen dat mij van deskundige zijde is verzekerd, namelijk door den Directeur van den Genees kundigen Dienst, dat dit bedrag niet te hoog is. Naar zijn meening is dit een redelijk bedrag. Dit blijkt trouwens ook uit zijn rapport. Er wordt voor gegeven hulp bij de bevalling, verzorging gedurende de eerste tien dagen, en bovendien alle artikelen, die noodig zijn, beddegoed en verplegingsartikelen, die dan misschien nog gereinigd moeten worden. Men kan wel nagaan dat voor dat alles 35.niet te veel is. Maar bovendien moet men niet vergeten, dat wij het niet voor het zeggen hebben. Wij hebben hier te maken met een contract, en het heeft eenige moeite gekost het zoover met het Bestuur der vereeniging te krijgen als het nu is. Maar ik kan wel, evenals do heer Wilmer reeds deed, verzekeren dat het Bestuur niet bereid is het voor minder te doen. Als wij dus het bedrag verminderen wordt de zaak weer geheel op losse schroeven gezet. Een contract moet natuurlijk de goedkeuring hebben van beide partijen. Ik geloof, dat ik hiermede kan volstaan. Ik meen, dat wij nu zijn gekomen met een voorstel, dat, als men ten minste niet lijdt aan antipapisme op zijn smalst, alleszins aannemelijk is. Het groote bezwaar, dat inderdaad bestond, dat wij in 'moeilijkheden zouden komen, wanneer er een andere vereeni ging werd opgericht, is nu van de baan. Als er een andere vereeniging komt, kan deze met ons op dezelfde conditie's een contract sluiten. ik bedenk me daar dat ik nog één punt heb vergeten. De heer Groeneveld heeft gevraagd wie voor deze verzorging in aanmerking komen. Dat zullen degenen zijn, die recht hebben op kostelooze geneeskundige hulp. Deze personen krijgen een kaart en zullen dan ook het recht hebben op kostelooze kraam- verzorging, »het recht", natuurlijk is er van een plicht geen sprake. Niemand zal worden gedwongen van die hulp gebruik te maken. Maar de ingezetenen, die recht hebben op kostelooze geneeskundige hulp, zullen dan ook recht hebben op kostelooze kraam verzorging. Mevrouw van Itallievan Embden. M. d. V. Ik zou even willen zeggen, dat ons amendement betreffende een goedkooper tarief volstrekt niet de bedoeling heeft om onaangenaam te zijn aan deze vereeniging, en omdat het in theorie voor elke vereeniging zou gelden. Ik heb niet de Roomsch-Katholieke hulp onaangenaam willen zijn. Ik kom daarop even terug omdat gezegd is, dat, wanneer men onaangenaam wil zijn, men het maar moet zijn in royalen vorm en niet in verfijnden vorm. Het zou een bewijs zijn dat ik mij slecht heb uitgedrukt, wanneer de heeren den indruk krijgen dat ik verfijnd onaan genaam zou willen zijn. Maar wel mag men wijzen op de menschelijke zwakheid, want het is een gevolg van bepaalde menschelijke zwakheid dat er families zijn, die een verpleegster van een bepaalde kleur niet wenschen, en dan wil ik er op wijzen, dat in den Raad van Amsterdam, waar een gemeente lijke dienst is voorgesteld, de Katholieke leden er tegen hebben geprotesteerd omdat zij Katholieke verpleegsters wenschten. Wanneer men met die menschelijke zwakheid rekening houdt, moet men met die zwakheid van beide zijden rekening houden, maar als men daarop wijst is men niet onaangenaam naar één zijde. Wat nu de prijs betreft is er nog wel iets op aan te merken. De kosten voor het reinigen lijken voor normale gevallen wel hoog. Men zou ook kunnen zeggen, dat de gedetailleerde kosten voor de twee verpleegsters wat te "hoog zijn gesteld voor al de normale gevallen, de enkele abnormale uitgezonderd. In den regel zijn bevallingen normaal, er komen slechts zeer weinige abnormale voor. Er staat echter tegenover, dat degenen, die volkomen op de hoogte zijn van hetgeen in de vereeniging omgaat, verklaren, dat 35.het uiterste bedrag is, waarvoor de vereeniging het zal kunnen doen, en waar de Wethouder ons heeft verzekerd, dat het contract met de vereeniging schipbreuk zou lijden, indien ons amendement werd gehandhaafd en werd aangenomen, trekken wij op dien grond ons amende ment in, omdat wij niet wenschen, dat Leiden een dag langer dan noodig is van dezen zeer goeden dienst uitgesloten is. De Voorzitter. Aangezien de heer Sijtsma en mevrouw van Itallie hun amendement hebben ingetrokken, maakt het geen onderwerp van beraadslaging meer uit. De heer Groeneveld. M. d. Y. Mevrouw van Itallie heeft wel haar amendement ingetrokken, maar ik wil toch even zeggen, dat ik daaraan mijn stem niet zou hebben gegeven, omdat ik aan deze vereeniging niet den weg zou willen afsnijden om behoor lijke arbeidsvoorwaarden voor haar personeel in te voeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 20