198 N°. 288. Leiden, 19 September 1922. Bij raadsbesluiten van den 20en Juni 1921 en den 8en Augustus 1921 werden de dames D. L. van Raalte en Dr. C. R. Bakker, voor het tijdvak 1 September 19211 Sep tember 1922, benoemd tot leeraressen aan de Hoogere Burger school voor meisjes, resp. in de Fransche taal en letterkunde en in de plant- en dierkunde. Overeenkomstig het voorstel van de Commissie van Toe zicht op het Middelbaar Onderwijs en het advies van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, geven wij Uwe Vergadering in overweging de dames D. L. van Raalte en Dr. C. R. Bakker alsnu definitief te benoemen resp. tot leerares in de Fransche taal en letterkunde en tot leerares in de plant- en dierkunde aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes, onder bepaling dat deze benoemingen zullen geacht worden te zijn ingegaan den len September 1922. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 'N°. 289. Leiden, 19 September 1922. De Plaatselijke Sehoolcommissie alhier heeft de eer, te Uwer kennis te brengen, dat nog te vervullen is de vacature ontstaan door het bedanken van Mevr. S. C. BaartBraggaar, rubriek: Ouders van leerlingen van Openbare L. Scholen. Ter voldoening aan art. 2 der Verordening van 7 Febr. 1921, regelende de samenstelling en de inrichting van de PI. Schoolcommissie te Leiden, heeft de Commissie de eer, U het volgende tweetal aan te bevelen: Mevr. J. DREVERMANde Kruip, Vaartkade 2 en Mevr. C. STAMElkerbout, Rijndijkstraat 3, die zich beiden hebben bereid verklaard, een eventueele benoeming aan te nemen. Namens de PI. Schoolcommissie alhier, T. S. Góslinga, Voorzitter. J. B. Meijnen, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N". 290. Leiden, 19 September 1922. Over eenigen tijd eindigen weder verschillende door de gemeente gesloten pachtovereenkomsten, n.l.: 1°. op 24 April 1923 de overeenkomst betreffende de pacht van de perceelen weiland in den Boschhuizerpolder Sectie O, nis 916, 917 en 918, groot 0.87.22 H.A., bij openbare inschrijving voor den tijd van één jaar verhuurd aan A. van der Bijl voor 188. 2°. op 31 December 1922 de overeenkomst betreffende de pacht van de perceelen teelland achter den Zijlsingel, Sectie K. nis. 723 en 724, groot 0.33.60 H.A., ingevolge Uw besluit van 31 October 1921 (Ingek. Stukken no. 354) voor den tijd van één jaar verhuurd aan W. Bink voor 90.— 3°. op 30 November 1922 de overeenkomst betreffende de pacht van het perceel teelland bewesten het Raamland, Sectie M. no. 3893 ged. (oud 853), groot 1.07.50 H.A. met de zich daarop bevindende schuur, Sectie M. no. 854, inge volge Uw besluit van 31 October 1921 (Ingek. Stukken no. 354) voor den tijd van één jaar verhuurd aan C. Boekee voor 500.— 4°. op 31 December 1922 de overeenkomst betreffende de pacht van de perceelen teelland met woning in den Bosch huizerpolder, Sectie O. nis. 846, 913, 914 en 915, groot 0.68.03 H.A., ingevolge Uw besluit van 6 Februari 1922 (Ingek. Stukken no. 48) voor den tijd van één jaar ver huurd aan C. van der Meij voor 176.en 5°. op 31 December 1922 de overeenkomst betreffende de pacht van de perceelen wei- en teelland in den Boschhuizer polder Sectie O. nis. 842, 845 en 847, groot 1.61.00 H.A. welke perceelen ingevolge Uwe besluiten van 15 November 1917 en 23 Februari 1920 (Ingek. Stukken no. 264 van 1917 en no. 59 van 1920) werden verhuurd aan J. Th. Oskam voor 314.per jaar. Belanghebbenden hebben allen den wensch te kennen ge geven, dat de thans bij hen in gebruik zijnde landerijen c.a. weder voor één jaar aan hen worden verhuurd eri wel tegen de huurprijzen als bij eiken pachter is vermeld: De heer A. van der Bijl wenscht een huurprijs van/150. te besteden. De heeren Bink en Boekee zijn beiden bereid ook in den vervolge den tegenwoordigen huurprijs te betalen, doch laatstgenoemde verzoekt een wijziging van de bestaande voorwaarden, in zooverre, dat hij ontheven wordt van de verplichting tot het onderhouden en op diepte houden van de slooten grenzende aan het Raamland, met welke wijziging ons College zich, op de gronden door den Directeur van Gemeentewerken in zijn betrekkelijk rapport uiteengezet, kan vereenigen. De heer van der Mey neemt er eveneens genoegen mede, dat ook voor het a.s. huurjaar de huurprijs naar den thans geldenden wordt berekend, doch met het oog op de om standigheid, dat van deze perceelen een oppervlakte van 1400 M2. ten behoeve van het bouwplan van „Ons Belang" is benoodigd, dient de huurprijs ad ƒ176.in evenredigheid te worden verminderd en mitsdien te worden bepaald op 140.—. De heer Oskam eindelijk wenscht de pachtsom van 314.per jaar te zien teruggebracht tot 200.waarbij echter in aanmerking dient te worden genomen, dat ook van de door hem gehuurde perceelen een gedeelte, groot 900 M2., is aangewezen voor de bedoelde bebouwing. Door deze vermindering van oppervlakte en mede tengevolge van het onlangs dempen en rioleeren van slooten ten behoeve van den ondernomen bouw, waarbij de gemeente van den pachter medewerking ondervond, is de waarde van deze landerijen wel achteruitgegaan en kan o.i. in deze omstandig heden de geboden huurprijs voldoende worden geacht. Vermits de verhuring van deze perceelen, althans van het meerendeel, op korten termijn dient te geschieden met het oog op eventueele bouwplannen, achten wij een openbare ver pachting niet wenschelijk, nu de gemeente de terreinen op aannemelijke voorwaarden ondershands kan verhuren. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf geven wij Uwe Vergade ring mitsdien in overweging: de genoemde perceelen wei- en teelland wederom te ver huren als bij elk perceel is aangegeven: 1°. de perceelen weiland in den Boschhuizerpolder, Sectie O. nis. 916, 917 en 918, groot 0.87.22 H. A. voor den tijd van één jaar, ingaande 25 April 1923, tegen een huurprijs van 150.aan A. van der Bijl 2°. de perceelen teelland achter den Zijlsingel, Sectie K. nis 723 en 724, groot 0.33.60 H.A., voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Januari 1923, tegen een huurprijs van 90.aan W Bink; 3°. het perceel teelland bewesten het Raamland en ten Noorden van de Fruinstraat, Sectie M. no. 3893 ged. groot 1.07.50 H.A., met de zich daarop bevindende schuur Sectie M. no. 854 voor den tijd van één jaar, ingaande 1 December 1922, tegen een huurprijs van 500.aan C. Boekee; 4°. de perceelen teelland met woning in den Boschhuizer polder, Sectie O. nis. 846 ged., 913, 914 en 915, groot 5400 M2. (met uitzondering derhalve van een westelijke strook van het perceel no. 846, groot 1400 M2., bestemd voor het aanhangige bouwplan der vereeniging „Ons Belang") voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Januari 1923, tegen een huurprijs van f 140.aan C. van der Mey; 5°. de perceelen wei- en teelland in den Boschhuizer polder, Sectie O, nis. 842 ged., 845 en 847, groot i 1.52.00 H.A. (met uitzondering derhalve van een noordelijke strook van het perceel no. 842, groot 900 M2., bestemd voor het sub 4 genoemde bouwplan) voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Januari 1923, tegen een huurprijs van 200. aan J. Th. Oskam, een en ander op de bestaande voorwaarden, met dien verstande evenwel, dat de pachter van het sub 3 genoemde perceel in het algemeen niet gehouden zal zijn tot het on derhouden en op diepte houden van de slooten grenzende aan het Raamland, blijvende hij evenwel verplicht deze slooten gedurende het winterseizoen, welk tijdvak dezerzijds nader zal worden aangegeven, te baggeren en schoon te houden, indien zulks door ons College noodig wordt geacht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 291. Leiden, 19 September 1922. In verband met eene aan J. J. van Weerlee en J. Tromp, alhier, te verleenen vergunning tot het bouwen van eenige woonhuizen op een terrein aan de Rijn- en Schie- kade, is het noodig dat de vóór het bouwterrein gelegen strook grond en water kosteloos aan de gemeente wordt afgestaan, tot welken afstand de genoemde bouwers zich bereid hebben verklaard. Wij geven U mitsdien in overweging te besluiten, een op de situatie in rood en blauw aangeduid strookje grond en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 8