354
MAANDAG 28 AUGUSTUS 1922.
4°. Idem als voren ten geleide van het goedgekeurd Raads
besluit tot verkoop van een strook grond nabij den Zoeter-
woudschen Singel aan J. W. Reyneveld.
5°. Idem alsvoren ten geleide van het goedgekeurd kohier,
dienst 1921/'22, wegens schoolgeld Hooger en Middelbaar
Onderwijs.
6°. Beschikkingen van de Ministers van Financiën en van
Arbeid, waarbij de reeds verleende voorschotten aan de
Woningbouwvereeniging »de Eendracht" worden verhoogd en
wel het 2e plan met ƒ31546.25 en het 3e plan met 11006.
7°. Mededeeling van G. J. van Leeuwen dat hij de benoeming
tot boekhouder bij het bureau van Gemeentewerken aanneemt.
8°. Mededeeling van den Minister van Onderwijs dat het
besluit, waarbij de heer J. R. Wartena is benoemd totleeraar
aan het Gymnasium, wordt goedgekeurd.
9°. Mededeeling van de heeren A. Horree, J. J. van Bostelen,
P. C. Schreuder, D. Bosma, D. C. Schuit, H. D. Yriesema,
W. A. Kriest en F. A. Schilthuizen dat zij hunne benoeming
tot hoofd eener school aannemen.
10°. Missive van Gedep. Staten ten geleide van een Koninklijk
goedgekeurd besluit van dat college, waarbij de datum van
ingang van de tegenwoordige jaarwedde van den Ontvanger,
aanvankelijk voorloopig, thans definitief wordt vastgesteld op
1 Januari 1921.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van het Bestuur der Vereeniging »School-
kindervoeding" om toekenning van een subsidie ad ƒ24400.
Zal worden behandeld bij de begroeting voor 1923.
2°. Begrooting, dienst 1923, van het Heilige Geest of Arme
Wees- en Kinderhuis.
Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
3°. Verzoek van de Hoofdbesturen van den Nederlandschen
Bond van Werklieden in Overheidsdienst en den Centralen
Nederlandschen Ambtenaarsbond, om wijziging te brengen in
de bestaande regeling van het georganiseerd overleg.
De Voorzitter. Ik stel namens Burgemeester en Wethou
ders voor dit adres in hun handen te stellen tot het uitbren
gen van praeadvies.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Stralen. M. d. V. Er is door de verschillende
organisatie's reeds zoo lang geklaagd over de onvoldoende
werking van het georganiseerd overleg, dat ik wel zou wenschen,
dat Burgemeester en Wethouders met bekwamen spoed de
zaak ter hand namen, zoodat wij binnen korten tijd praead
vies op deze verzoeken konden tegemoet zien.
De Voorzitter. Ik kan den heer van Stralen antwoorden,
dat het praeadvies met bekwamen spoed, echter na grondig
onderzoek, zal worden uitgebracht, maar ik moet hem even
doen opmerken, dat in dit adres niet zoozeer klachten voor
komen omtrent de werking van het georganiseerd overleg hier
ter stede als wel in het algemeen. Zooals uit de toelichting
duidelijk blijkt, geldt het hier meer eeri principieele kwestie,
namelijk het instellen van het georganiseerd overleg, zooals dat
te Amsterdam bestaat; Burgemeester en Wethouders stellen
alsdan in overleg met de organisatie's de regeling vast en de Raad
heeft die alleen goed- of af te keuren. In de tweede plaats
wordt in dit adres gevraagd uit het georganiseerd overleg te
weren de zoogenaamde categorale vereenigingen.
Het adres gaat derhalve over deze beide principieele zaken.
De heer Wilmer, M. d. V. Ik heb een dezer dagen ver
nomen, dat door de Christelijke en de andere organisatie's
bij den voorzitter van het georganiseerd overleg eeri verzoek
is ingediend om een vergadering te beleggen teneinde daarin
te spreken over-een eventueele verandering in het georganiseerd
overleg. De zaak komt dus aan de orde en naar aanleiding
van die samenspreking, welke binnenkort in het georganiseerd
overleg zal worden gehouden, kunnen Burgemeester en Wet
houders dan zoo noodig met voorstellen komen. Ik ben het
met den heer van Stralen eens, dat al staat het dan niet
in dit adres aan het georganiseerd overleg veel ontbreekt.
De Voorzitter. Daarover gaat het niet. Het gaat over dit
adres en dat heeft een inhoud als ik heb gezegd. Burge
meester en Wethouders stellen daarom voor, dit adres in hun
handen te stellen om er praeadvies over uit te brengen.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
4°. Verzoek van de Centrale Commissie voor Arbeiders
ontwikkeling om het kosteloos gebruik van de groote Stads
gehoorzaal op 2 avonden en van de kleine zaal op meerdere
avonden, ten behoeve van de ontspanning van werkloozen.
Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
5®. Verzoek van de afdeeling Leiden van het Nationaal Ver
bond van Gemeente-ambtenaren in Nederland, om in verband
met de vorming van een Keuringsdienst van Vee en Vleesch,
de salarissen van het lagere personeel van het Slachthuis
gelijk te stellen met die van den Keuringsdienst van Waren.
Zal worden behandeld bij punt 30 der agenda.
6°. Motie van den heer van Stralen, in zake de verlaging
van de werkloozenondersteuningen door het Burgerlijk Arm
bestuur.
Deze motie luidt als volgt:
De Raad,
kennis genomen hebbende van de mededeelingen van B. en W.
inzake de verlaagde werkloozenondersteuningen door het Burg.
Armbestuur (Ingekomen stuk 248)
protesteert tegen het optreden van den Minister van Binnen-
landsche Zaken, waar deze pressie uitoefent op het Gemeente
bestuur tot verlaging van werkloozenondersteuningen, waarin
door het Rijk niet financieel wordt bijgedragen;
betreurt dat het Burgerlijk Armbestuur op aandrang van
Gedeputeerde Staten en den Minister de normen der onder
steuningen heeft verlaagd en keurt af dat dit zelfs geschied
is met blijkbare instemming van dit College.
Leiden 26 Augustus 1922. J. J. van Stralen.
Aan deri Raad der Gemeente Leiden.
De motie van den heer van Stralen wordt voldoende onder
steund en maakt mitsdien een onderwerp van beraadslaging uit.
De Voorzitter. Ik stel voor om de motie zoo mogelijk
hiermede bedoel ikals er tijd over is te behandelen na
afloop van de gedrukte agenda.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
7°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in het schoolgeld
Middelbaar en Lager Onderwijs.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
De Voorzitter. Wij zijn thans gekomen tot de behande
ling der gedrukte agenda.
Punt 3 betreft de vaststelling van eene opgave van personen
voor de benoeming van drie leden van het College van Zetters
voor 's Rijks Directe Belastingen. De op de eerste plaats aan
bevolen personen zijn allen aftredend en van de plaatsver-
vangenden zijn allen op twee na aftredend.
Punt 4 b betreft de benoeming van 9 leden der Commissie
tot wering van Schoolverzuim; aanbevolen worden de9 tegen
woordige leden der Commissie.
Ik veronderstel, dat tegen geen van deze beide aanbevelin
gen bij den Raad bezwaar zal bestaan. Als er bezwaren
bestaan tegen deze aanbevelingen, dan zal er over elk persoon
afzonderlijk gestemd moeten worden, maar als men het met
de beide aanbevelingen eens is, dan zullen bij de stemmingen
voor de verkiezing van deze beide college's alle namen op één
briefje geplaatst kunnen worden.
Ik wil dus vragen, of iemand bezwaar heeft tegen een van
beide aanbevelingen. Zoo niet, dan geef ik in overweging bij
elk van deze beide benoemingen alle namen op één briefje
te plaatsen.
Ik deel verder nog mede, dat ik het volgend bericht heb
ontvangen
»Hiermede bericht ondergeteekende U, dat hij wegens
ongesteldheid verhinderd is de Raadsvergadering van heden
middag bij te wonen. Hoogachtend
A. Elkerbout."