GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
155
INHEKOIIIEN STUKKEN.
NT0. 281. Leiden, 5 Augustus 1922.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij geene bedenking heeft tegen de door Burgemeester
en Wethouders voorgestelde overneming in eigendom en
onderhoud bij de gemeente van het perceel Sectie M 2947 ged.
(Ingek. Stukken No. 215), noch tegen de voorgestelde wijzi
ging en splitsing van de begrootingsregeling d.d. 21 Juli j.l.
(Ingek. Stukken No. 216).
Indien verder de Baad de gelden beschikbaar stelt voor:
de werkverschaffing aan sigarenmakers (Ingek. St. No. 222),
de verbouwing van het schoolgebouw aan de Aalmarkt
(Ingek. Stukken No. 220) en
de demping en rioleering van de sloot achter de Bijndijk-
straat (Ingek. Stukken No. 228),
dan heeft de Commissie geen bezwaar tegen de bij deze
voordrachten gevoegde begrootingsregelingen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 232. Leiden, 11 Augustus 1922.
De Commissie, belast met het onderzoek der bezwaar
schriften enz. inzake de plaatselijke directe belasting naar
het inkomen, heeft de eer IJ voor te stellen op de ter visie
liggende bezwaar- en verzoekschriften, belastingjaren 1918/19,
1919 20 en 1920/21, te beschikken overeenkomstig haar mede
ter visie liggend advies.
De Commissie voornoemd:
Th. J. B. Wilmer, Voorzitter.
T. Groeneveld 7-
J. Splinter j Ledeu'
Aan den Gemeenteraad.
N°. 238. Leiden, 15 Augustus 1922.
Onder overlegging van nevensgaand adres van de N. V.
A1 gem een e Brandstoffenhandel „Leiden", geven wij Uwe ver
gadering in overweging, aan adressante vergunning te ver-
leenen om de te maken wagenremise op het terrein aan den
Haagweg No. 15, kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie
O No. 717, gedeeltelijk van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 15 Juni 1922.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekende N. Y. Algemeene Brandstoffenhandel
„Leiden" Kantoor houdende aan de Haagweg alhier, ver
zoekt Uw College beleefd vergunning tot het bouwen van
een houten wagenremise op het terrein kadastraal bekend,
Leiden Sectie O No. 717, volgens bijgaande teekening in
duplo.
Het welk doende,
Hoogachtend,
Uw. dw.
N.Y. Algem. Brandstoffenhandel „Leiden"
Hut
N°. 234. Leiden, 15 Augustus 1922.
De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten,
dat het onderzoek der navolgende stukken haar tot geene
bezwaren aanleiding heeft gegeven.
Zij geeft U derhalve in overweging, deze stukken goed
te keuren.
1. Bekening over 1921 van het Leidsch Muziekkorps;
2. Idem van het Grondbedrijf;
3. Idem van het Distributiebedrijf van vleesch en visch;
4. Idem van het Openbaar Slachthuis;
5. Idem van de Gezondheidscommissie;
6. Idem van de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec-
triciteit
7. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1921, van de
gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest";
8. Balans en Winst- en Verliesrekening, dienst 1921, van
de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Bhijngeest";
9. Suppletoire begrooting en staat van af- en overschrijving,
dienst 1921, van de Stedelijke Werkinrichting;
10. Bekening over 1921 van de Stedelijke Werkinrichting;
11. Suppletoire begrooting, dienst 1921, van de Gemeentelijke
Bank van Leening;
12. Bekening over 1921 van de Gemeentelijke Bank van
Leening
13. Suppletoire begrooting, dienst 1922, van den Armenraad.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 235. Leiden, den 15 Augustus 1922.
Wij hebben de eer Uw college ter vaste benoeming tot
leeraar in de Oude Talen aan het Gymnasium alhier aan
te bevelen, den Heer J. J. E. Hondius, thans tijdelijk leeraar
alhier.
Voorts zenden wij U in de volgende aanbevelingslijst ter
benoeming tot leeraar in de Wiskunde voor den tijd van
één jaar aan het Gymnasium alhier
1°. den Heer V. E. VBEEKEN, doctorandus in de Wis
kunde te Leimuiden.
2°. den Heer V. ESBACH, candidaat in de Wiskunde te
Leiden.
Het desbetreffend advies van den Heer Inspecteur der
Gymnasia wordt hierbij overgelegd.
Curatoren van het Gymnasium.
D. C. Hesseling, Voorzitter.
M. B. Vos, Secretaris.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
N°. 236. Leiden, 16 Augustus 1922.
Ingevolge de artt. 3 en 4 der Wet van 5 April 1870
(Staatsblad No. 63), moet vóór den lon September a.s.,
door den Gemeenteraad aan den Commissaris der Koningin
eene opgave worden ingezonden voor de benoeming van drie
leden van het College van Zetters voor 's Bijks directe
belastingen, bestaande uit tweemaal zooveel personen als er
leden te benoemen zijn.
Op den laatsten December van dit jaar moeten volgens
rooster aftreden de heeren H. J. Planjer, M. Koert en
J. P. J. van Ewijk, die evenwel herbenoembaar zijn.
Wij geven U mitsdien in overweging tot de vaststelling
van deze opgave over te gaan, waarvoor wij U hierbij eene
aanbeveling aanbieden.
Opgave van personen ter benoeming
tot Zetter van 's Rijks Directe Belastingen.
I. 1°. HENDBIK JOHANNES PLANJEE, wonende te
Leiden, metselaar, geboren 14 October 1863.
2°. LEONABDUS VAN DEB LAAN, wonende te
Leiden, architect, geboren 20 April 1864.
II. 1°. MAEINUS KOEBT, wonende te Leiden, bouw
kundige, geboren 19 October 1884.
2°. PHILIPPUS BOSDOBFF, wonende te Leiden,
timmerman, geboren 5 Augustus 1875.
III. 1°. JOH AN PETEB JACOB VAN EWIJK, wonende
te Leiden, behanger en stoffeerder, geboren 14 Juli
1866.
2°. JOHANNES VAN BEMMEL, wonende te Leiden,
behanger en stoffeerder, geboren 10 Juli 1868.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.