130 voorbehoud erkend (te weten de bevoegdheid tot het maken van de verordeningen, die in het belang van de openbare orde, zedelijkheid en gezondheid worden vereischt en van andere, betreffende het huishouden der gemeente), ook dan is de Kroon blijkbaar van meening, dat het tapverbod verband moet houden met omstandigheden, op grond van welke misbruik van sterken drank te vreezen is. Om der halve de verordening niet aan de Koninklijke vernietiging bloot te stellen, zou Uwe Vergadering de vraag, of dergelijke omstandigheden in Leiden bestaan, uitdrukkelijk bevestigend moeten beantwoorden. Wij meenen, dat dit laatste niet wel mogelijk is. Het is immers een feit, en de Commissaris van Politie constateert dit nog eens met zoovele woorden in zijn rapport, dat niet is gebleken, dat in deze gemeente op Zaterdagmiddag, des Zondags en op feestdagen ook maar een eenigszins belangrijk misbruik van sterken drank wordt gemaakt. Het antwoord op de hierboven gestelde vraag zou dus ontkennend moeten luiden en het lot van de niettemin in het leven geroepen verordening zou daarmede beslist zijn. Voor zooveel het verzoek van liet Leidsch Drankweer Comité betreft het invoeren van een tapverbod voor den 3den October, meenen wij hier met enkele woorden te kunnen volstaan. Het is U toch bekend, dat de verordening op vergunnings- en verlofslocaliteiten en logementen in de artikelen 5, 6 en 7 aan den Burgemeester de bevoegdheid geeft om, indien bij buitengewone omstandigheden drank misbruik en dientengevolge ordeverstoring is te duchten, de noodige maatregelen te nemen. In voorkomende gevallen zou dus, zoo noodig, een overmatig gebruik van sterken drank op 3 October, gepaard met inbreuk op de openbare orde, kunnen worden tegengegaan. Tot dusver heeft echter de Burgemeester in het gebruik, dat men op dien dag van sterken drank pleegt te maken, nog nimmer reden gevonden om op grond van deze zijne bevoegdheid op te treden en wij achten het derhalve onnoodig den 3en October reeds bij voorbaat in de verordening aan te wijzen als dag, waarop geen sterke drank mag worden verkocht. Een dergelijke bepaling zou toch van de veronderstelling uitgaan, dat per se altijd op 3 October de bevolking in deze gemeente zich overgeeft aan een drankmisbruik, zoo ernstig, dat een ver koopverbod noodig en gewettigd is. Mocht dit te eeniger tijd het geval zijn, dan ligt het voor de hand te veronder stellen, dat de Burgemeester tot toepassing van de genoemde artikelen der verordening zal overgaan. Aangezien er dus voor invoering van een tapverbod te dezer stede geen voldoende grond aanwezig is en het treffen van zoodanigen maatregel in de gegeven omstandigheden overigens ook ondoelmatig zou wezen, omdat, zooals gezegd, de desbetreffende verordening zeer waarschijnlijk door de Kroon vernietigd zou worden, achten wij inwilliging van het daartoe strekkend verzoek niet raadzaam en geven wij U mitsdien in overweging, op het verzoek van het Leidsch Drankweer Comité niet in te gaan, en de adressen van do afdeelingen Leiden van den Bond van R. K. vereenigingen van den handeldrijvenden en industriëelen middenstand in het bisdom Haarlem „De Hanze", en van den Ned. Bond van Koffiehuis-, Restauranthouders en Slijters, alsmede het adres van de R. K. Yereeniging „St. Jan", afdeeling Leiden van den Ned. R. K. Bond van Hotel- Café- Restaurant houders en Slijters, voor kennisgeving aan te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 208. Leiden, 11 Juli 1922. Het in de Leeskamer liggend schrijven van de Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal" getuigt van de steeds stijgende belangstelling in ons museum. In dat schrijven toch wordt melding gemaakt van eene nieuwe schenking en eene nieuwe ingebruikgeving. De heer Mr. S. N. B. Halbertsma, Rechter in de Arron- dissements-Rechtbank te Rotterdam, in 1905 student aan onze Universiteit en als zoodanig hoofdpersoon van de Maskerade, wenscht de hem toebehoorende statiekoets afkomstig uit de stallen van Koningin Victoria, bij die maskerade gebruikt, aan het museum ten geschenke af te staan en de door hem als hoofdpersoon gedragen static- gewaden in bruikleen. Overeenkomstig het gevoelen der Commissie geven wij Uwe Vergadering in overweging de bedoelde Statiekoets in eigendom en de Statiegewaden in bruikleen te aanvaarden, onder dankbetuiging aan den schenker voor diens bewijs van belangstelling in het Stedelijk Museum „de Lakenhal". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON. I I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 41