MAANDAG 20 JUNI 1922. 321 worden, moeten een zekere aanwijzing doen, leiding geven opdat het werk op de juiste wijze verricht worde. Dan komt het een enkelen keer voor dat men zegt: er moet aan dit werk nog 2 of 3 weken gewerkt wordenvoor dien korten tijd zullen wij maar niet tot verwisseling besluiten, aangezien toch verwisseling altijd een zeker bezwaar medebrengt. De personen, die dan weder aangesteld worden, moeten zich eerst in den toestand inwerken en van het een en ander op de hoogte wezen. Dus het komt hierop neder: waar het werk lang genoeg duurt, heeft om de week of acht een wisseling van werklie den plaats. Het kan voorkomen, dat men eenige werklieden aan het werk laat om zekere leiding te geven; het kan ook een enkelen keer voorkomen, wanneer er maar weinig werk meer is, dat werklieden eenige weken langer aan het werk blijven dan de gestelde 8 weken. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik dank den Wethouder zeer voor zijn duidelijk en openhartig antwoord. Het was mij er om te doen te weten te komen of de billijkheid betracht wordt en ik heb gemerkt, dat dit wel geschiedt. Met een enkele on regelmatigheid, welke plaats heeft gehad om een goede regeling te verkrijgen, kan ik vrede hebben. De Voorzitter. Verlangt thans nog iemand iets in het belang van de gemeente in het midden te brengen? De heer Groeneveld. M. d. V. W7ij hebben geruimen tijd geleden een aantal nieuwe straten gedoopt, maar die straten zijn nog steeds niet van naambordjes voorzien. Dit is voor de bevolking buitengewoon lastig. Het is toch al heel moeilijk de nieuwe straten te vinden, maar als ze niet van naam bordjes zijn voorzien, dan wordt het haast onmogelijk. Ik zie niet in, waarom het zoo lang moet duren. Het is toch een kleinigheid, die heel spoedig voor elkaar gebracht zou kunnen worden. Ik dring erop aan, dat in het vervolg nieuwe straten niet alleen vlug worden gedoopt, maar ook binnen enkele weken daarna van naambordjes worden voorzien. De heer Mulder. Ik kan alleen zeggen, dat er aan gewerkt wordt, wij zijn bezig. Wij hebben gedacht: er zal wel aan merking op gemaakt worden en toen zijn wij spoedig ermede begonnen. De heer Sanders. M. d. V. Ik zou willen vragen, of het praeadvies omtrent de verschillende bij den Raad ingekomen requesten in zake de zakelijke belasting op de bedrijven spoedig tegemoet gezien kan worden? De Voorzitter. Ik kan den heer Sanders antwoorden, dat deze zaak binnen kort aan de orde zal gesteld worden. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 33