286
MAANDAG 19 JUNI 1922.
Ik geloof dus, dat men met het argument, dat het daar
zoo gevaarlijk is, wel wat lichtvaardig heeft omgesprongen.
De heer Mulder. M. d. V. Ik heb nog een mededeeling te
doen, en wel deze, dat morgenmiddag om 3 uur de auto
brandspuit groote oefening zal houden. De Raadsleden, die
eenigszins in de gelegenheid zijn, worden uitgenoodigd daarbij
tegenwoordig te zijn. De beproeving zal plaats hebben vóór
de Waag op de Aalmarkt.
De Voorzitter. Wij hopen daar veel Raadsleden te zien!
Ik geef thans het woord aan den heer Bots om een vraag
van den heer Heemskerk te beantwoorden.
De heer Bots. M. d. V. De heer Heemskerk heeft in de
vergadering van 27 Mei gesproken over de stoornis in de
stroomlevering aan perceelen in een gedeelte van de Haarlem
merstraat. Ik heb die zaak onderzocht en ik heb deswege het
volgend rapport van den Directeur der Lichtfabrieken ont
vangen
»In verband met de op Zaterdagavond 27 Mei jl. plaats
gehad hebbende storing in de stroomlevering aan perceelen
langs een gedeelte Haarlemmerstraat, heb ik de eer U het
volgende omtrent de oorzaak dier storing mede te deelen.
Ten behoeve van de inrichting van het hoogspannings
station, ondergebracht in het Gem. School- en Volksbadhuis
aan de van der Werfstraat, was het noodig diverse kabels
over te brengen vanaf een tijdelijk hocgspanningsgebouwtje
ter plaatse naar bovengenoemd definitief station.
Dit omleggen moet in spanningloozen toestand der betref
fende kabels geschieden.
Het spanningloos maken der kabels moet plaats hebben op
een tijdstip, waarop de verbruikers den stroom kunnen
missen.
Als regel zijn deze tijden te stellen op Zaterdagmiddag,
des nachts en zoo noodig op Zondag.
Door een op Zaterdagavond 27 Mei jl. te laat ontdekte
onregelmatigheid in een der op dien middag omgelegde
hoogspanningskabels, kon niet tijdig genoeg het nieuwe hoog-
spariningsstation in bedrijf worden gesteld en moest de stroom
levering uitsluitend over de beide overige hoogspanningsstations
voor de Haarlemmerstraat (Mare en Haven) geschieden.
Hierdoor werden de kabels in een gedeelte van de Haar
lemmerstraat over een der phasen te zwaar belast, waardoor
storing in de stroomlevering optrad.
Om ca. 11 uur in den avond was deze storing hersteld."
De Voorzitter. De heer Heemskerk is zeker tevreden met
dit duidelijk antwoord van den Wethouder?
De heer Heemskerk. M. d. V. Het antwoord van den Wet
houder is duidelijk, maar ik moet mijne bevreemding erover
uitspreken, dat een Directeur van de Lichtfabrieken tot het
uitvoeren van een dergelijken maatregel overgaat juist op
Zaterdag. De minste stoornis dat is gebleken brengt
toch mede, dat op Zaterdagavond verscheidene winkeliers de
dupe ervan worden, want het is niet alleen tot de Haarlem
merstraat beperkt gebleven, ook de daarachter gelegen straten
zijn dien avond van licht verstoken geweest.
In ieder geval hoop ik, dat het stellen van deze vraag voor
den Directeur aanleiding mag zijn om, als weer dergelijke
werkzaamheden moeten gebeuren, ze in geen geval op Zater
dag te doen plaats hebben, vooral omdat, zooals bekend is,
op de andere dagen de winkels des avonds na 8 uur geen
licht meer noodig hebben. Men kan het even goed op Vrijdag
avond doen en dan worden althans de winkeliers niet de dupe
van de stoornis.
De heer Huurman. M. d. V. Ik zal heel kort iets mede-
deelen, dat de Wethouder waarschijnlijk vergeten heeft te
zeggen. Dat de herstelling op Zaterdagmiddag geschiedde had
ten doel, zooals de Directeur ons in de vergadering der
commissie heeft medegedeeld, Zondagsarbeid te voorkomen.
Een fout, welke tien jaren geleden is begaan, en nu eerst
bleek, had dit ongeval ten gevolge.
De Voorzitter. Het is dus met een mooi doel geschied en
wij staan bovendien voor een voldongen feit, zoodat het beter
is de zaak verder te laten rusten.
Ik geef thans het woord aan den heer Bots om te ant
woorden op een vraag van den heer A. Eikerbout.
De heer Bots. Naar aanleiding van de door den heer A.
Eikerbout in de vergadering van 24 April jongstleden gevraagde
inlichtingen, omtrent de wijze, waarop in 1919 de Algemeene
Salarisverordening ten aanzien van den ambtenaar der Licht
fabrieken H. W. Bulten is toegepast, kan ik namens Burge
meester en Wethouders het volgende mededeelen:
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 der verordening
wordt de wedde van personen, die in tijdelijken dienst zijn,
bepaald door Burgemeester en Wethouders, waarbij in acht
moet worden genomen, dat deze wedde niet lager mag zijn
dan gedeelte van de aanvangswedde voor een ambtenaar in
denzelfden rang in vasten dienst.
De heer Bulten nu is met ingang van 1 November 1918
benoemd tot tijdelijk administratief ambtenaar le klasse. Bij
deze aanstelling is zijn salaris voorloopig vastgesteld op het
door hem gevraagde bedrag van 1800.terwijl hem vol
gens de verordening slechts f van 1800.(de wedde voor
een vast administratief ambtenaar 1e klasse bedroeg toen
1800.tot 2200.behoefde gegeven te worden. De
reden van deze hoogere bezoldiging was, dat. eenerzijds veel
van hem werd verwacht, terwijl anderzijds rekening werd
gehouden met de toen reeds in uitzicht zijnde algemeene
salarisverhooging.
Toen deze salarisverhooging met ingang van 1 Januari 1919
in werking trad en de wedde voor een vast administratief
ambtenaar werd gebracht op 2100.— tot 2500.bestond
er geen aanleiding om het toch reeds hooge salaris van den
heer Bulten te verhoogen.
Recht kon hij hierop ook niet doen gelden, omdat zijn
salaris ad 1800.nog steeds 120.— was boven het na de
wijziging geldende minimum (f- van 2100.— of f 1680.
Met ingang van 1 Juli 1919 werd het salaris verhoogd met
75.als compensatie van den inmiddels vervallen duurte-
toeslag.
Met ingang van 1 Januari 1920 is belanghebbende vervol
gens benoemd tot vast administratief ambtenaar le klasse op
een salaris van 3100.—, dat is de toen geldende minimum-
wedde f 100.- wegens 1 jaar dienst.
Zooals uit het medegedeelde valt af te leiden, is dus bij de
weddebepaling van den heer Bulten geenszins in strijd ge
handeld met de bepalingen der salarisverordening en deze in
alle opzichten juist toegepast.
De heer Piekaar. M. d. V. Ik zou den Raad verlof willen
vragen om Burgemeester en Wethouders te interpelleeren
over het timmerwerk, dat buiten de stad wordt uitgevoerd,
terwijl het hier ter stede moest worden gemaakt.
De Voorzitter. Ik stel voor den heer Piekaar het gevraagde
verlof te leenen.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten.
De Voorzitter. Dan zal de interpellatie als een punt op
de agenda voor de volgende vergadering worden geplaatst.
De heer de Lange. M. d. V. Ik herhaal mijn dank, van
middag reeds aan u gebracht, voor de bereidverklaring om
inlichting te geven over de financieele resultaten der exploi
tatie van het badhuis van »de Eendracht". Maar ik had
reeds het voornemen om bij de rondvraag nog enkele andere
vragen in zake dat badhuis te doen en u wilt mij de vrijheid
wel geven die vragen thans te doen. Ik wil daarbij verzoeken
aan Burgemeester en Wethouders om zoo mogelijk het ant
woord op die vragen te geven in den vorm van een Inge
komen Stuk, zoodat wij dan allen op ons gemak daarvan
kennis kunnen nemen.
Mijne vragen zijn de volgende:
»Hoeveel heeft het badhuis van »de Eendracht" gekost?"
Hoeveel kuip- en stortbaden zijn per maand in de eerste
5 of 6 maanden van dit jaar gebruikt?"
«Hoeveel geld werd voor die baden per bad en in totaal
ontvangen
«Hoeveel bedroegen de exploitatie-uitgaven in de eerste 5
of 6 maanden van 1922?"
De Voorzitter. Wij zullen in een van de volgende ver
gaderingen op deze vragen antwoorden. Wat betreft de wijze,
waarop dat antwoord gegeven zal worden, zullen wij met
elkaar nader raadplegen. Ik kan daaromtrent geen bepaalde
toezegging doen.
De heer de Lange. M. d. V. Ik hoop, dat die raadpleging
tot gevolg zal hebben, dat het antwoord zal gegeven worden
in den vorm van een Ingekomen Stuk.
Mevrouw van Itallievan Embden. M. d. V. Bij de
behandeling der begrooting is ter sprake gekomen het steno-
graphisch verslag van het verhandelde in de Raadsvergaderingen
en is gewezen op de enorme kosten, welke daaraan verbonden
zijn. Ik geloof, dat de drukkosten alleen al 25000.per
jaar bedragen.
Er was toen een stemming in den Raad om te trachten
het stenographisch verslag om te zetten in een analytisch
verslag; de bewerkers van bet verslag, die hier aanwezig