GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
103
IWGEKOMftlV »T KIK KEN.
NT0. 159. Leiden, 26 Mei 1922.
Bij ons voorstel van den 26en Januari 1920 (Ingek.
stukken no. 28) tot beschikbaarstelling van de benoodigde
gelden voor den bouw van een gemeentelijk volksbadhuis
met schoolbad in de Van der Werf straat, welk voorstel in
Uwe Vergadering van den 2 Februari d. a. v. werd aan
genomen, deelen wij U mede dat een voorstel omtrent de
wijze van exploitatie der inrichting U te zijner tijd zou
bereiken.
Hoewel bedoeld exploitatieplan nog niet geheel gereed is,
doch in een der eerstvolgende Raadsvergaderingen aan de
orde kan worden gesteld, nadert het bouwplan in zooverre
zijn voltooiing dat het badhuis vrij spoedig in gebruik kan
worden genomen.
In verband hiermede is het noodig dat reeds thans tot
de benoeming van een Badmeester wordt overgegaan, naar
welke betrekking bereids sollicitanten door ons zijn opge
roepen.
Alvorens echter tot die benoeming over te gaan zal
moeten worden beslist bij welke macht het benoemingsrecht
zal berusten.
En aangezien dergelijke benoemingen in den regel door
ons college geschieden wij herinneren in dit verband
aan de benoeming van de verpleegsters bij den Geneeskun
digen Dienst komt het ons voor dat ook deze benoeming
door ons moet plaats hebben.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging te
besluiten dat de benoeming van den Badmeester bij het
Volks- en Schoolbad aan de Van der Werf straat zal berusten
bij het College van Burgemeester en Wethouders.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 160. Leiden, 26 Mei 1922.
Krachtens het bepaalde bij art. 33 der gewijzigde Kieswet
wordt voor de verkiezing van de leden der Tweede Kamer
en der Provinciale Staten in eiken kieskring, waarin het
Rijk, respect, de Provincie is verdeeld een Hoofdstembureau
ingesteld, terwijl ten aanzien van de verkiezing van de
leden van den Gemeenteraad, in gemeenten, die in kies
kringen zijn verdeeld, een Hoofdstembureau in elk dier
kieskringen wordt gevestigd.
Voorzitter van de Hoofdstembureaux is, ingevolge art. 33,
3e lid der Wet, de Burgemeester; wat de Raadsverkiezing
betreft echter van het Hoofdstembureau in den len kies
kring der gemeente, welk bureau tevens als Centraal-stem-
bureau optreedt.
De benoeming van de leden en plaatsvervangende leden
van de Hoofdstembureaux voor de verkiezing van de leden
van de Tweede Kamer en van de Provinciale Staten heeft
bereids respect, door H.M. de Koningin en door de Gedepu
teerde Staten plaats gehad.
Voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad
moet die benoeming echter door Uwe Vergadering geschieden.
En hoewel de Raadsverkiezingen eerst in het volgend jaar
zullen plaats hebben, zijn wij met het College van Gedepu
teerde Staten van meening dat de benoeming van de
leden der Hoofdstembureaux voor de drie lichamen, het een
voudigst gelijktijdig kan geschieden.
Onder mededeeling dat de benoeming geldt voor den tijd
van vier jaren, geven wij Uwe- Vergadering in overweging
thans tot de benoeming van de Hoofdstembureaux over
te gaan.
Ten einde Uwen taak in deze te vergemakkelijken bieden
wij U de volgende aanbeveling aan, onder opmerking dat
de aanbevolenen voor het Hoofdstembureau van den eersten
kieskring reeds zijn benoemd voor zoover betreft de verkiezing-
van de leden van de Tweede Kamer en die van de Provinciale
Staten betreft.
Kieskring I.
jKoof dstembur eau, tevens Gentraal-stembureau (Raadhuis).
Leden: 1°. AUG. L. REIMERINGER.
2°. J. HIRSCHIG.
3°. A. COUVEE.
4°. W. C. HEMERIK.
Plaatsverv. leden: 1°. J. A. BOTS.
2°. Mr. A. S. OPPENHEIM.
3°. F. G. ROSIER,
Kieskring II.
Hoofdstembureau School Heerenstraat).
Voorzitter: J. A. BOTS.
Leden: 1°. Mr. P. E. BRIËT.
2°. J. BAAK Jzn.
3°. Mr. E. J. M. II. BOLSIUS.
4°. N. F. C. VAN GINKEL.
Plaatsverv. leden: 1°. Mr. A. J. BLOK.
2°. J. BOTS.
3°. J. J. SCHEFFER.
Kieskring III.
Hoofdstembureau (School van der Werf straat).
Voorzitter: A. MULDER.
Leden: 1°. Dr. J. A. N. KNUTTEL.
2°. J. BOSCH.
3°. A. L. SMITS.
4°. Dr. H. E. Th. VAN SILLEVOLDT.
Plaatsverv. leden: 1°. Mr. A. L. HERMANS.
2°. A. I. WITMANS Mzn.
3°. D. JAEGER,
Aan den Gemeenteraad. Burg, en Weth. van Leiden.
N°. 161. Leiden, 26 Mei 1922.
De onlangs plaats gehad hebbende technische herziening
van de Kieswet heeft een 2 tal wijzigingen gebracht ten
aanzien van de stembureaux voor de verkiezingen.
Bestond het stembureau vroeger uit vier leden, waarvan
één voorzitter is en bovendien uit ten minste drie plaats
vervangende leden, thans zijn die getallen teruggebracht
tot drie en twee.
Aan het getal der leden, dat imperatief is voorgeschreven,
mag derhalve geen uitbreiding worden gegeven; aan dat der
plaatsvervangers echter wel.
En aangezien de moeilijkheid in de tijdelijke vervanging
der leden herhaaldelijk is gebleken, komt het ons alleszins
wenschelijk voor het getal plaatsvervangers gelijk te doen
zijn aan dat der leden.
De tweede wijziging bestaat in den zittingstijd van de
leden en plaatsvervangende leden.
Te voren werden voor elke verkiezing afzonderlijk stem
bureaux benoemd; het gewijzigde art. 58 (thans art, 59)
bepaalt daarentegen, dat de benoeming van de bureaux
geschiedt voor den tijd van vier jaren.
Dit gaf ons aanleiding om, in afwijking van den vroeger
gevolgden weg, aan een aantal ingezetenen vooraf te vragen,
of zij bereid waren eene eventueele benoeming tot lid of
plaatsvervangend lid van een der stembureaux voor den
tijd van vier jaren te aanvaarden. Gemakshalve voegden
wij daaraan toe de mededeeling dat, indien wij vóór een
bepaalden datum geen negatief bericht ontvingen, wij ons
van hunne bereidverklaring overtuigd zouden houden.
Eenige hunner zonden ons bericht, dat zij óf een benoe
ming niet wenschten öf verhinderd waren een e. v. be
noeming aan te nemen.
Wij mogen aannemen, dat de hieronder volgende
personen inderdaad een 3-tal dagen in het tijdsverloop van
vier jaren voor het verkiezingswerk zullen over hebben,
en dat geen hunner nog te elfder ure voor zijne of hare
benoeming zal bedanken.
In het Voorzitterschap van het stembureau in het eerste
stemdistrict in den eersten kieskring is geen verandering-
gekomen. Dit Presidium blijft opgedragen aan den Bur
gemeester, die zich in die kwaliteit, bij tijdelijke verhinde
ring, kan laten vervangen door een lid van den Raad, door
Uwe Vergadering aan te wijzen.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot de
aanwijzing van een 2-tal plaatsvervangers van den Burge
meester als Voorzitter van het stembureau in het eerste
stemdistrict en tot de benoeming van de leden en plaats
vervangende leden van dat bureau en van de Voorzitters,
leden en plaatsvervangende leden van de overige stem
bureaux over te gaan, waartoe wij U de volgende aanbe
veling aanbieden.