95
klasse scholen worden vereenigd, de drie lokalen van de
school Aalmarkt nog voor leerlingen van de school Breestraat
beschikbaar zullen zijn.
En nu de bestemming, welke aan het gebouw Boommarkt
zal kunnen gegeven worden. In dat gebouw zouden onder
gebracht kunnen worden de 7 lagere klassen (er is één
parallelklasse) van de meisjesschool 2e klasse en wel als
eene afzonderlijke school, onder een afzonderlijk hoofd.
Het doel van deze nieuwe school zou hetzelfde moeten
blijven, als thans de lagere afdeeling heeft, n.l. het opleiden
van de leerlingen voor de meisjesschool voor u. 1. o. In
tegenstelling met het gevoelen der afdeeling van den Bond
van Ned. Onderwijzers zijn wij van meening, dat er hier
alle reden is om de school meisjesschool te doen blijven. In
het feit, dat het gemiddelde aantal leerlingen per leerjaar 32
bedraagt, ligt meer dan voldoende aanwijzing, dat een der
gelijke meisjesschool reden van bestaan heeft en door een
groot aantal ouders wordt gewenscht.
De school moet in 6 jaren hare leerlingen zoover brengen,
dat zij het u. 1. o. kunnen volgen.
Huisvesting der nieuwe school in het gebouw Boommarkt
is ons mogelijk gebleken.
De tegenwoordige u. 1. o.-afdeeling, welke 9 klassen telt,
zou in het gebouw Breestraat als school uitsluitend voor
u. 1. o. aan meisjes gelaten kunnen worden. Wel is waar
blijft dan eenige ruimte in de school over, maar wanneer
men bedenkt, dat in het 7e leerjaar thans drie, in het
8e drie, in het 9e twee en in het 10e één klasse(n) zijn,
moet dat eer als een voordeel, dan als een nadeel beschouwd
worden. Er is dan gelegenheid voor de te verwachten
toeneming van liet aantal leerlingen.
Ook hier zal er dan alle reden zijn, om het hoofd ambu
lant te doen blijven.
Gemengde scholen 2e klasse worden opleidingsscholen
voor n.l.o. Thans de gemengde scholen der 2e klasse. Uit
het bovenstaande blijkt reeds, dat het de bedoeling is deze
scholen zooveel mogelijk intact te laten. Deze scholen zijn
zeer gezocht, voorzien, gelijk kan blijken uit het zeergroot
aantal leerlingen, in een behoefte en zullen ook in de
toekomst als opleidingsscholen voor u. 1. o. niet kunnen
worden gemist. Dat het, evenals op de tegenwoordige 2de
klasse scholen, ook op de opleidingsscholen zal voorkomen,
dat een leerling na het verlaten der school niet naar het
u. 1. o. overgaat, maar b.v. de H. B. S. voor Jongens of de
Ambachtsschool kiest, verandert het karakter der opleidings
school niet. Het spreekt echter vanzelf, dat dergelijke ge
vallen uitzondering zullen blijven.
Behalve de school aan de Heerenstraat, welke 6 klassen
telt en dus geheel onveranderd kan blijven, tellen de 2e
klasse scholen alle 12 of meer klassen. Splitsing kan dus
voor die scholen niet achterwege blijven. Slechts de school
aan de Oude Vest moet o. i. met het oog op het bijzonder
karakter als leerschool, in verband waarmede aan het hoofd
vrijstelling is verleend van de verplichting, om eene vaste
klasse voor zijne rekening te nemen, niet gesplitst worden.
Zal de school ten volle kunnen blijven beantwoorden aan
het doel, dan is het naar onze meening van groot belang,
dat de school niet gesplitst wordt. Wel is waar zou splitsing
van deze school tot bezuiniging op de jaarwedden van het
onderwijzend personeel leiden, maar wij vertrouwen, dat de
Begeering die wij op deze zaak hebben gewezen bereid
zal zijn om, aangezien het Bijksbelang zeker in niet mindere
mate dan het gemeentebelang bij het ongewijzigd voort
bestaan der school als leerschool is betrokken, bij de voor
genomen wetswijziging middelen te beramen om het financieel
bezwaar tegen het ongewijzigd handhaven der leerschool
weg te nemen of althans tot een minimum te beperken.
Thans wordt het maximum-aantal leerlingen per school van
400 eenigszins overschreden. Is dat einde 1923 nog het geval,
dan zal het overschot over de overige scholen moeten
worden verdeeld.
3e Klasse-Scholen. De 3e klasse scholen tellen alle 12 of
meer klassen en moeten dus gesplitst worden.
Zevende leerjaar en opheffing der van der Werffstraatschool
als 3de klasse school. Aangezien de invoering van het 7e
leerjaar bij de reorganisatie in verband met de beschikbare
plaatsruimte groote zorg baart, is het noodig hieraan aller
eerst eenige beschouwingen te wijden.
Indien men ziet, dat van de 9 derde klasse scholen slechts
3 (Paul Krugerstraat, Medusastraat, Zuidsingel) dertien
lokalen hebben en 2 (Plantsoen en Duivenbodestraat) 14
lokalen, dan blijkt al aanstonds, dat niet alleen aan elk der
18 gesplitste scholen het 7e leerjaar niet kan worden inge
voerd, maar ook, dat het totaal aantal 13e en 14e lokalen
absoluut onvoldoende is om het 7e leerjaar om nog niet
te spreken van een hooger leerjaar aan de scholen te
verbinden. In de 7 lokalen, waarvan één lokaal slechts
30 leerlingen kan bevatten, zouden maximaal niet meer dan
246 leerlingen kunnen worden ondergebracht (hierbij is ge
rekend op een aantal leerlingen per klasse van 36), terwijl
na de wijziging van de Leerplichtwet voor een volledig 7e
leerjaar op 400 a 500 leerlingen moet worden gerekend.
De oplossing moet dan ook op andere wijze worden
gevonden. Na nauwkeurige becijfering (zie bijlage A) is ge
bleken, dat de v. d. Werffstraatschool kan worden
gemist. Wel zijn ook daaraan bezwaren verbonden, maar
het is mogelijk, om de leerlingen over de overige 8 scholen
te verdeelen. De v. d. Werffstraatschool telt niet meer dan
12 lokalen, waaronder er vele zijn, welke slechts een gering
aantal leerlingen kunnen bevatten.
Wanneer de leerlingen opnieuw worden ingedeeld, moet,
bij opheffing van de v. d. Werffstraatschool, plaats worden
gezocht voor 22 leerlingen der tegenwoordige le klasse, 26
der 2de klasse, 8 der 3e klasse, 26 der 5e klasse en 2 der
7e klasse. Tot en met de 7e klasse zijn dan alle klassen op
de verschillende scholen op 1 of 2 plaatsen na bezet. Het
is onmogelijk de klassen nog voller te maken. De over
blijvende leerlingen van de le, 2e en 5e klassen kunnen
dan worden toegevoegd aan de scholen aan de Paul
Krugerstraat, den Znidsingel en de Medusastraat. Een
der gesplitste scholen in elk dier gebouwen zal dan 7 klassen
(zes klassen-féén parallelafdeeling) tellen, terwijl de resteerende
leerlingen van de 3e en 7e klassen over de 8 scholen moeten
worden verdeeld. Blijkt later, in verband met de toeneming
van het zielental der gemeente, dat er een tekort aan plaats
ruimte komt, dan moet tot stichting van een nieuwe school
worden overgegaan.
Voor het 7e leerjaar blijven dus over 2 lokalen in de
Plantsoenschool, 2 lokalen in de Duivenbodestraatschool en
de v. d. Werffstraatschool. Met de school op het Schutters
veld mag voorloopig nog geen rekening gehouden worden,
omdat het gebouw volgens mededeeling van den Direc
teur der Gemeentewerken niet voor het jaar 1923 geheel
gereed zal zijn. Is de school gereed, dan kan daarin het
7e leerjaar worden ondergebracht. Tot zoolang moeten de
leerlingen van het 7e leerjaar worden verdeeld over de 4
lokalen der beide scholen in het Plantsoen en aan de Duiven
bodestraat èn de school aan de v. d. Werffstraat.
Is de school Schuttersveld voor het 7e leerjaar in gebruik
genomen, dan zal op de 3e klasse scholen vermoedelijk
eenige ruimte komen. Dat is dan echter ook noodzakelijk.
Men dient hierbij toch in het oog te houden, dat de gemeente,
om aan de bij art. 19 der Lageronderwijswet 1920 op haar
gelegde verplichting ten allen tijde te kunnen voldoen,
eenige reserveruimte beschikbaar moet houden. Kan een
schoolvereeniging leerlingen afwijzen op grond, dat de beschik
bare plaatsruimte de toelating niet mogelijk maakt, de
gemeente daarentegen moet zorgen, dat steeds een genoeg
zaam aantal scholen aanwezig is.
Mocht er door toeneming van het zielental der gemeente,
of door andere oorzaken, een tekort aan plaatsruimte komen,
dan moeten de van der Werffstraatschool of de Mareschool
of beide scholen voorloopig dienst blijven doen. Neemt het
leerlingenaantal belangrijk af, dan kunnen de Mareschool en
de v. d. Werffstraatschool, welke onvoldoende zijn, of één
van beide worden opgeheven.
De mogelijkheid is dus niet uitgesloten dat, in plaats van
de v. d. Werffstraatschool en de Mareschool, 2 scholen van
het type Schuttersveldschool of 4 afzonderlijke scholen
moeten worden bijgebouwd.
Centralisatie van het 7e leerjaar is dus hier, zooals wij
hebben aangetoond, door de omstandigheden geboden.
De Plaatselijke Schoolcommissie geeft in overweging het
7e leerjaar zooveel mogelijk te verbinden aan de scholen,
welke eindonderwijs geven en waar dit niet overal mogelijk
mocht zijn, dit denkbeeld zooveel mogelijk te benaderen,
door combinatie van twee bij elkaar gelegen scholen, terwijl
dan het gebouw der van der Werffstraatschool in een tekort
aan lokalen voorloopig zoude kunnen voorzien.
In geen geval acht de Commissie het raadzaam de nieuwe
scholen op het Schuttersveld te bestemmen voor een gecen
traliseerd 7e leerjaar. O. i. verdient het geen aanbeveling
aan den wensch der Commissie te voldoen. Immers, de
voordeelen, welke naar het oordeel der Commissie zijn ver
bonden aan het verbinden van het 7e leerjaar aan de ver
schillende scholen, zullen toch niet kunnen worden verkregen,
omdat wil men behoorlijk bezette klassen verkrijgen
combinatie van leerlingen van verschillende scholen regel
moet zijn. Bovendien zouden werd het advies der Com
missie gevolgd in de v. d. Werffstraatschool toch een
bepaald aantal klassen van het 7e leerjaar moeten worden
gevestigd. Hoe de Commissie zich dien toestand denkt,
wordt niet aangegeven. Ons komt het voor, dat men dan
toch in dat gebouw een centrale school, zij het een meer
beperkte, zoude verkrijgen.