MAANDAG 15 MEI 1922. 227 Zitting van Maandag 15 Mei 1933. Geopend, des namiddags te twee uur. Voorzitter: de Wethouder Mr. J. C. VAN DER LIP. Te behandelen onderwerpen 1° Benoeming van een lid der Commissie van Fabricage (vacature A. Mulder). 2° Benoeming van een lid der Commissie van Beheer over het Grondbedrijf (vacature A. Mulder). 3° Voorstel tot ingebruikgeving van eenige vertrekken van het voormalig Invalidenhuis aan de Leidsche H. B. S. vereeniging »Emtégeës". (134) 4° Voorstel in zake de verpachting van het jachtrecht op de Vroonwateren. (135) 5° Voorstel tot - aanvaarding ten behoeve van het Stedelijk Museum »de Lakenhal" van een 2-tal schilderstukken, geschonken door de heeren Dr. D. A. H. van Eek c. s. en J. Kronig. (132) 6° Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting, dienst 1922, waarvan de raming te laag is gebleken. (145) 7° Voorstel tot voorloopige vaststelling van de subsidies voor 1922 aan de Vakscholen, vallende onder de bepa lingen der Nijverheidsonderwijswet en tot vaststelling van den desbetreflenden begrootingsstaat. (136) 8° Voorstel tot vaststelling van de subsidie voor 1922 aan het genootschap «Kennis is Macht'' en tot vaststelling van den desbetrefïenden begrootingsstaat. (137) 9° Voorstel tot verhooging van de subsidie voor 1922 aan de vereeniging tot verzorging van kleine kinderen en tot vaststelling van den desbetrefïenden begrootingsstaat. (138) 10° Voorstel tot toekenning van eene subsidie aan de St. Gerardus Majellastichting, ten behoeve van hare kinder bewaarplaats en tot vaststelling van den desbetrefïenden begrootingsstaat. (139) 11 Voorstel: a. tot vaststelling van de bijdrage voor eens aan de vereeniging «Herstellingsoord de Leidsche Buiten school", in de kosten van op- en inrichting van een herstellingsoord b. tot vaststelling van de subsidie in de kosten van exploitatie dier inrichting over 1922; c. tot vaststelling van den desbetreflenden begrootings staat. (140) 12° Voorstel tot opnieuw toetreding als lid der vereeniging tot verbetering van den Ouden Rijn. (141) 13° Verordening, houdende wijziging van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad der gemeente Leiden, van 21 Januari 1904 (Gemeenteblad No. 1). (142) 14° Verordening, houdende aanwijzing van de dagen, uren en plaatsen voor het houden van de verschillende markten en van veilingen van ooft. (143) 15° Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de op en inrichting van een tweede weegloods ten behoeve van de Vette-varkensmarkt op de Lammermarkt. (133) 16° Voorstel in zake de overneming van de militaire Zwem inrichting in het Poelmeer nabij het Leidsche hek. (144) 17° Vaststelling van het kohier der schoolgelden voor het Middelbaar en Hooger Onderwijs, schooljaar 1921/1922. (131) 18° Vaststelling van het vermenigvuldigingscijfer, bedoeld in de verordening op de heffing eener plaatselijke belasting naar het inkomen te Leiden, voor het belastingjaar Mei 1922Mei 1923. (146) Tegenwoordig zijn 29 leden namelijk: de heeren van Eek, Dubbeldeman, Meijnen, Bisschop, Sanders, Eerdmans, de Lange, Mevrouw van Itallievan Embden, de heeren Sijtsma, Heems kerk, Kuivenhoven, van der Lip, Pera, Mulder, Bots, Mevrouw DubbeldemanTrago, de heeren Wilbrink, Oostdam, A. Eiker bout, van Stralen, Piekaar, F. Eikerbout, Schoneveld, Groene- veld, Wilmer, Splinter, Huurman, Stijnman en Knuttel. Afwezig: de Burgemeester wegens uitstedigheid, de heer Rotteveel wegens ongesteldheid en de heer van Hamel wegens verhindering. De Voorzitter. Ik begin met aan den Raad mede te deelen, 1°. dat aan den Burgemeester, met ingang van 10 Mei, verlof is verleend om zich gedurende een maaud buiten de gemeente op te houden 2°. dat de Wethouder, de heer W. Pera, heeft te kennen gegeven niet meer voor eene aanwijzing als plaatsvervanger van den Burgemeester in aanmerking te willen komen; 3°. dat alsnu door Burgemeester en Wethouders is aangewezen om den Burgemeester, bij diens ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis te vervangen, de Wethouder Mr. J. C. van der Lip en dat bij diens verhindering als zoodanig zullen optreden respectievelijk de Wethouders Pera, Bots en Mulder; Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen. Aan de orde zijn de notulen van het verhandelde in de vergadering van 2 Mei 1922. De beraadslaging wordt geopend. De heer Eerdmans. M. d. V. Het heeft mijn aandacht ge trokken, dat de notulen slechts éénmaal een conclusie bevatten over de in de vorige vergadering gehouden stemming, terwijl er feitelijk twee conclusie's zijn medegedeeld. Dit zou mij niet aanleiding geven om er de aandacht op te vestigen, ware het niet, dat ook in het stenografisch verslag het weergeven van hetgeen gebeurd is bij die stemming zeer summier was ge schied, zoodat daaruit niet blijkt, dat eerst een andere uitslag van de stemming is medegedeeld dan na een opmerking, door mij gemaakt, later is gebeurd. Ik acht dit nu niet van zoo buitengewoon gewicht, maar ik vind het toch goed, dat een stenografisch verslag precies weergeeft hetgeen in de ver gadering gebeurt. De Voorzitter. Hetgeen u opmerkt betreft meer het steno grafisch verslag dan de notulen. U hebt blijkbaar tegen goed keuring van de notulen geen bezwaar. Wat uw opmerking over het stenografisch verslag betreft, wijsik u er op, dat dergelijke incidenten nooit in de verslagen worden vermeld. Ik meen te weten, dat het noch in de Tweede Kamer noch bij andere gemeenteraden gewoonte is om, als een stembureau zich vergist en er wordt een rectificatie aan gebracht, het daaromtrent gesprokene in het verslag op te nemen. Ik zie ook het nut van een dergelijke opname niet in. Wanneer een stembureau zich vergist en die vergissing wordt hersteld, dan heeft het, dunkt mij, geen enkel belang om dat vast te leggen in het verslag. De heer Eerdmans. M. d. V. Ik veroorloof mij met u van meening te verschillen. De beraadslaging wordt gesloten, waarna de notulen zonder hoofdelijke stemming worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt hierop verder mede: 4°. dat aan Hare Majesteit de Koningin en aan Zijne Konin klijke Hoogheid Prins Hendrik, op 1 Mei j.l., een telegram van gelukwenschen is verzonden ter gelegenheid van den verjaardag van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana en dat daarop een brief van dankbetuiging is ontvangen. Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Mededeeling van den heer D. J. Rotteveel dat hij wegens voortdurende ongesteldheid ontslag neemt als lid van den Gemeenteraad. Deze mededeeling luidt als volgt Leiden, 6 Mei 1922. Ik heb de eer mede te deelen dat ik wegens voortdurende ongesteldheid mijn ontslag neem als lid van den Gemeenteraad. Met mijne beste wenschen voor den welstand der Gemeente en van haar Bestuur, verblijf ik Hoogachtend D. J. Rotteveel. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De Voorzitter. Ik vlei mij uit uw aller naam te spreken, wanneer ik zeg, dat het ons leed doet, dat wij dit schrijven van den heer Rotteveel hebben ontvangen, en dat wij het vooral betreuren dat zijne voortdurende ongesteldheid de reden is waarom hij ontslag heeft genomen als lid van dezen Raad. In den korten tijd, dat wij hier met den heer Rotteveel hebben mogen samenwerken, hebben wij hem leeren kennen als een bescheiden en een ernstig man. Wanneer hij wat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 1