59 beide afdeelingen voor alle vakken afzonderlijk onderwijs ontvangen, dan zouden de kosten aanzienlijk hooger worden. Nu is thans, evenals in 1920, onmogelijk met juistheid te berekenen, welke meerdere uitgaven de reorganisatie zal vorderen. In de eerste plaats hangt daarmede samen de vraag, of het aantal leerlingen in de toekomst de vorming van parallelafdeelingen en vergrooting van het gebouw noodig zal maken, terwijl daarop bovendien mutatiën in het onderwijzend personeel invloed kunnen uitoefenen. Om al die redenen kunnen wij niet anders dan een zeer globale kostenopgaaf verstrekken. Wij merken hierbij nog op, dat. indien tot voortzetting der reorganisatie wordt besloten, hier, evenals elders, zal moeten worden overgegaan tot de invoe ring van de salarisregeling voor de rijks hoogere burger scholen met 5-jarigen cursus. Aangezien gelijk gezegd de klassen van beide afdee- lingen in vele gevallen zullen worden gecombineerd, zullen de leerkrachten der school in beide afdeelingen les moeten geven. Om nu onderwijs in de B-afdeeling te mogen geven, moeten de leerkrachten in het bezit zijn van de volledige bevoegdheid en het is dus een billijk verlangen, dat, waar bovendien de B-afdeeling leidt tot hetzelfde examen als de H. B. Sen met 5 jarigen cursus, de leerkrachten aan de gereorganiseerde school gelijk salaris ontvangen als die aan de H. B. Sen met 5 jarigen cursus. De invoering van die salarisregeling zal uit den aard der zaak voor geen der op 1 September a. s. aan de school verbonden leerkrachten vermindering van salaris tengevolge mogen hebben. Rekening houdende met de verhooging der salarissen, als gevolg van de invoering der nieuwe salarisregeling, de ver meerdering van lesuren aan de gereorganiseerde school, de aanschaffing van natuurkundige instrumenten en de hoogere uitgaven voor scheikunde, zullen de meerdere kosten in het eerstvolgend cursusjaar 6900.bedragen. Op den duur (cursus 1925/26) zullen die meerdere kosten tot 23000. stijgen. Tegenover deze uitgaven staat echter, dat bij voortzetting der reorganisatie op subsidie van het Rijk tot een bedrag van 5000.per jaar mag worden gerekend. Thans draagt het Rijk niet bij in de kosten der school. Verder schijnt het ons geenszins uitgesloten, dat, indien de H. B. S. v. meisjes wordt, gereorganiseerd, dit öf de vorming van minder parallelafdeelingen aan de H. B. 8. voor jongens ten gevolge zal hebben, öf dat daardoor zal kunnen worden voorkomen, dat aan die school het getal klassen zoo groot wordt, dat verbouwing van het gebouw noodig wordt. Wordt dan nog aan het leerarenpersoneel der H. B. S. voor meisjes de verplichting opgelegd om ook onderwijs te geven aan eene andere gemeentelijke inrichting van middel baar of voorbereidend hooger onderwijs, wat ongetwijfeld tot bezuiniging zal leiden, dan komt het ons voor, dat, on danks de ongunstige financieele omstandigheden, waarin de gemeente verkeert, het geraamde bedrag der meerdere kosten niet ten gevolge mag hebben, dat enkel op grond daarvan de definitieve reorganisatie, waartoe reeds 2 jaar geleden in principe besloten is, zoude worden afgewezen. Bij de definitieve doorvoering der reorganisatie, derhalve met ingang van 1 September a.s., zal o. i. het schoolgeld geheel in overeenstemming moeten worden gebracht met dat, verschuldigd voor de H. B. S. voor jongens en het Gymnasium. Er bestaat dgn naar onze meening geen aan leiding om het hoogere schoolgeld voor de buitenleerlingen te handhaven. Ook achten wij het zeer waarschijnlijk, dat de Minister dit als voorwaarde aan de subsidie zal verbinden. Wordt door U conform de conclusie van dit praeadvies besloten, dan zullen wij zoodra mogelijk de vaststelling van nieuwe of wijziging van bestaande verordeningen bij U aan hangig maken. Onder opmerking, dat de Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs en de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs, blijkens hunne mede ter inzage liggende missives, adviseeren definitief te besluiten tot reorganisatie der school, geven wij U alsnu in overweging te besluiten: a. voort te gaan met de doorvoering der reorganisatie van de Hoogere Burgerschool voor meisjes, een en ander, ook voorzooveel betreft de salarisregeling van het leerarenperso neel en de schoolgeldregeling, op de wijze als in dit praeadvies is aangegeven; b. ons college op te dragen daartoe de noodige maat regelen te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 3