MAANDAG 27 MAART 1922.
175
maken, is, evenals voor verschillende andere woniningbouw-
vereenigingen, ik noem slechts „Ons Belang'', «Eensgezindheid
11", «De Goede Woning 11" en voor het school- en volksbad,
aan den aannemer die dispensatie verleend, omdat Burgemeester
en Wethouders van oordeel waren, dat wij de bevoegdheid,
welke wij hadden, niet op verkeerde wijze mochten hanteeren,
om den voortgang van het werk tegen te houden.
De heer van Stralen. De Wethouder zegt, dat er voor
Burgemeester en Wethouders geen aanleiding was door het
niet verleenen van dispensatie den voortgang van het werk
tegen te houdenmaar ik mag aannemen, dat het bestuur
der woningbouwvereeniging ook geen reden heeft den voort
gang van het werk, naar welks voltooiing reeds zoovele jaren
wordt uitgezien, tegen te houden. Het staat nu toch vast
en er blijkt weder uit, hoe weinig zoo'n bestuur te zeggen
heeft, als de aannemer of de directie anders beslist! dat
de vereeniging zich er absoluut tegen heeft verklaard, dat
dat werk buiten de stad wordt gemaakt, en waarschijnlijk
zal dan ook bij Burgemeester en Wethouders vanwege de
bouw vereeniging een protest iDgekomen zijn tegen de door
Burgemeester en Wethouders verleende dispensatie.
Of het juist is, dat er wel aan de Leidsche timmerfabrieken
gevraagd is ot zij pr ijsopgaaf wilden doen. kan ik niet beoor-
deelen. Ik zou dan ook gaarne eens van den Wethouder ver
nemen, wat het antwoord is geweest van de eigenaars dier
fabrieken en waarom zij hebben afgezien van inschrijving
voor dit werk.
Er heeft zich al meer zoo iets voorgedaan. Anderhalf jaar
geleden, toen het een andere bouwvereeniging betrof, is ook
dispensatie verleend, maar achteraf is gebleken, dat aan die
timmerfabrieken heelemaal geen prijsopgaaf gevraagd was en
dat men buiten die menschen om gemeend heeft het werk
naar buiten te moeten geven.
Vooral in dezen tijd, nu zoovele werklieden op werk zitten
te wachten, vind ik, dat alle mogelijke middelen hadden moe
ten worden aangewend om dit werk hier te houden. En als één
timmerfabriek het niet zelfstandig kon maken, dan had het
in gedeelten moeten worden aanbesteed, opdat het in Leiden
had kunnen blijven.
De heer de Lange. Als de heer van Stralen de dispensatie
had moeten verleenen, dan was het wellicht anders uitge
vallen, maar Burgemeester en Wethouders doen het naar
den kijk, dien zij op de zaak hebben en zij hebben eenmaal
de bevoegdheid. Nu spijt het mij, dat die bevoegdheid door
Burgemeester en Wethouders gehanteerd is op een wijze,
die niet de instemming van den heer van Stralen heeft, maar
dat zal meer gebeuren. Daaraan kan ik niets doen. Dan moet
de heer van Stralen maar een weg zoeken, waardoor derge
lijke dispensatie-bevoegdheid niet meer aan Burgemeester en
Wethouders wordt verleend.
Ik wil alleen dit nog opmerken: wat wij gedaan hebben
is niets abnormaals, het is voor alle woningbouwvereenigingen
toegepast; ik zit nu 4 jaren in den Raad en heb "over die
dispensatiën hier nog nooit hooren spreken. De ontheffing
moet verleend worden door Burgemeester en Wethouders
en niet door de woningbouwvereeniging. Daaraan kan ik ook
niets doen. Dat staat in het bestek, dat door de woning
bouwvereeniging is vastgesteld en door Burgemeester en Wet
houders is goedgekeurd. Er staat niet in, dat wij het vragen
moeten aan de woningbouwvereeniging, maar Burgemeester
en Wethouders verleenen dispensatie. De een hanteert de
bevoegdheid, die hij krijgt zus, de ander zoo. Wij hebben ge
meend te handelen in het belang van het werk en daardoor
ook in het belang van de gemeente en van de woningbouw
vereeniging. Als een ander een anderen kijk erop heeft, dan
is er blijkbaar verschil van opinie.
De heer Bots. M. d. V. Ik wensch een antwoord te geven
naar aanleiding van wat de heer Wilbrink aan het eind van
de vorige vergadering heeft in het midden gebracht.
Hij heeft gevraagd waarom voor de sintels, die gebruikt
worden op het sportpark achter de Hoogere Burgerschool,
aan de Lichtfabrieken betaald is moeten worden, terwijl de
schippers die sintels vrij voor het weghalen hebben.
Ik heb dat onderzocht en met die zaak is het zoo gelegen.
Als men aan de Lichtfabrieken met die sintels opgescheept
zit, dan mogen de schippers ze voor niets wegnemen, maar
als men wil dat quantums bewaard worden, dan betaalt men
er 40 a 50 cents per M*. voor. Dat is toch een betrekkelijk
gering bedrag.
De heer Wilbrink. M. d. V. Uit de mededeeling van den
Wethouder blijkt, dat men, als men een groot quantum
koolasch van de Lichtfabrieken wil weghalen, daarvoor moet
betalen, doch dat men kleine quantums voor niets mag nemen.
Het is zeker al een half jaar achtereen, dat men steeds een
schipper kan sturen om aldus de koolasch voor niets weg
te halen.
Dat is zoo geregeld en wat is het gevolg er van? Dat als
een aannemer een groot werk heeft met levering van kool
asch, hij misschien naar een andere gemeente gaat, terwijl
wij hier opgepropt zitten met koolasch, wat zeer veel geld
kost van opbergen. Langen tijd reeds zit men hier aan de
gasfabriek stampvol met koolasch, terwijl menschen, die kool
asch noodig hebben, die in andere gemeenten gaan koopen.
De schippers kunnen ze gratis weghalen, terwijl de gemeente,
als zij koolasch noodig heeft, er voor moet betalen. Zou men
nu denken, dat die schippers, als zij die koolasch komen
halen, die niet noodig hebben?
De heer Bots. Die schippers kunnen het treffen, dat er
geen koolasch voorradig is.
De heer van Stralen. M. d. V. Ingaande op hetgeen de
heer Wilbrink in het midden heeft gebracht, wensch ik mijn
afkeuring uit te spreken over de eigenaardige wijze, waarop
met de koolasch wordt gehandeld. Het vervoer van de koolasch
naar het terrein voor het sportpak heeft plaats gehad in
het belang van de vuilverbranding. Was de koolasch daarheen
vervoerd op het tijdstip, waarop dat noodig was, waarop men
daar behoefte aan koolasch had, dan zou het niet noodig zijn
geweest de aangevoerde koolasch neer te gooien op een terrein
aan den Hoogen Rijndijk, vanwaar zij later weer vervoerd is
moeten worden naar het land zelf. Dit laatste heeft ten
gevolge gehad, dat het vervoer duurder is geworden dan
anders het geval zou zijn geweest. Ik kan daarin niets anders
zien dan dit, dat alle middelen worden gebruikt om dit proef
werk op het gebied van de uitvoering in eigen beheer duur
te maken en zoodoende stemming te maken tegen gemeente
lijke werkverschaffing.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Buiten de agenda om werd nog behandeld
1°. een motie van den heer van Stralen om de voorgeno
men stopzetting van de ondersteuning der uitgetrokken
werklooze transportarbeiders niet uit te voeren met
een desbetreffend verzoek van den Leidschen Bestuur-
dersbond (pag. 168);
2°. een verzoek van de zangvereeniging «De Stem des
Volks" om het kosteloos gebruik van de Stadsgehoor
zaal op 3 April 1922, voor een uitvoering ten bate
van hongerend Rusland (pag. 173).
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON,