48 N8i 96. Leiden, 21 Maart 1922. Behalve de verordening, waarbijovereenkomstig het voor schrift van de Vleeschkeuringswet (Stbl. 1919 N°. 524), de keuringsdienst in deze gemeente moet worden geregeld en tot vaststelling waarvan de Commissie voor de Strafver ordeningen U bereids een voorstel heeft gedaan (Ingek. Stukken 1ST0. 95), moeten volgens genoemde wet door Uwe Vergadering ook worden vastgesteld de instructie's voor de ambtenaren van den keuringsdienst van vee en vleesch, die met de keuring en met de herkeuring zijn belast. Ter voldoening aan dit voorschrift heeft de Commissie van Beheer over liet Openbaar Slachthuis ons toegezonden de ontwerp-instructie's voor den Directeur van het Openbaar Slachthuis, tevens keuringsveearts, Hoofd van den Keurings dienst van vee en vleeschden keuringsveearts, tevens Adjunct directeur van het Openbaar Slachthuis; den keurmeester- hoofdopzichter, de keurmeesters-opzichters en de hulpkeur meesters, alsmede voor de ambtenaren, die met de herkeuring belast zijn. Voor de toelichting van deze ontwerp-instructie's, waar mede wij ons geheel kunnen vereenigen, mogen wij ver wijzen naar het desbetreffend schrijven van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis, dat, in de Lees kamer ter inzage is neergelegd. Wij halen daaruit slechts aan, dat bij het ontwerpen der nieuwe instructie's voor zooveel mogelijk de bestaande als grondslag zijn aangenomen, waarbij rekening is gehouden met den inhoud van ontwerp - instructie's, welke de Minister van Arbeid als leidraad aan de gemeentebesturen heeft toegezonden. Tevens zij nog opgemerkt, dat in verband met de aan sluiting van omliggende gemeenten bij denLeidsclien keurings dienst, welke aansluiting vermoedelijk tot stand zal komen, de dienst van het Openbaar Slachthuis en van den keurings dienst van vee en vleesch eenige wijziging en uitbreiding- zal -moeten ondergaan, als gevolg waarvan mettertijd o. a. de benoeming van een keuringsveearts en hulpkeurmeesters noodig zal worden. Voor den keuringsveearts is thans nog geen instructie ontworpen, aangezien dit beter kan ge schieden, zoodra de plannen tot formatie van den nieuwen dienst een meer vasten vorm hebben aangenomen. Wel is in de andere instructie's, waar noodig, met dezen ambtenaar rekening gehouden. Overeenkomstig het voorstel van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis geven wij U mitsdien in overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende verordeningen A. VERORDENING, houdende instructie voor den Directeur van het Openhaar Slachthuistevens keuringsveearts, Hoofd van den Keuringsdienst van vee en vleesch. Artikel 1. De Directeur van het Openbaar Slachthuis wordt benoemd, geschorst en ontslagen overeenkomstig de bepalingen van de verordening betreffende het personeel verbonden aan het Openbaar Slachthuis en den keuringsdienst van vee en vleesch en van de verordening regelende den rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente Leiden. Art. 2. •Hij legt den eed of belofte, bedoeld in art. 15 van de verordening regelende den rechtstoestand van de ambtenaren der gemeente Leiden, af in handen van den Burgemeester. Art. 3. Hij is tijdens de uitoefening van zijn ambt voorzien van een schriftelijke aanstelling. Art. 4. Onder toezicht van de Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis is de Directeur belast met de leiding van alle zaken het Openbaar Slachthuis betreffend en met die van den keuringsdienst van vee en vleesch; voorzoo ver deze laatste betreft ook in die gemeenten, welke door Burge meester en Wethouders worden aangewezen. Hij draagt daarvoor de verantwoordelijkheid, voorzoover die krachtens verordening of instructie niet aan anderen is opgedragen. Art. 5. Hij zorgt voor de nauwkeurige naleving der bepalingen van, en gegeven krachtens de Vleeschkeuringswet (Stbl. 1919 No. 524), en van alle verordeningen en bepalingen, welke op het Openbaar Slachthuis betrekking hebben, voor zoover de uitvoering daarvan aan hem of aan het onder hem gestelde personeel is opgedragen. Art. 6. Hij draagt zorg, dat bij het constateeren van overtreding van de in het vorig artikel bedoelde wet en verordeningen, door hem of de onder hem gestelde ambtenaren proces verbaal wordt opgemaakt en daarvan doorzending geschiedt aan de bevoegde autoriteiten. Art. 7. Onverminderd de hem bij andere verordeningen, bepalingen of reglementen tegenover Burgemeester en Wethouders of. de Commissie van Beheer opgelegde verplichtingen, dient hij den Baad, Burgemeester en Wethouders en de Commissie van Beheer van bericht en raad, hetzij dit van hem gevraagd wordt, of hij dit in het belang van het Openbaar Slachthuis of van den keuringsdienst van vee en vleesch noodig acht. Doen zich gewichtige gevallen voor, dan geeft hij zoo spoedig mogelijk kennis aan den Voorzitter der Commissie van Beheer. Art. 8. Hij zorgt voor de naleving der instructiën en reglementen ten aanzien van het onder hem gestelde personeel vast gesteld. Art. 9. Hij regelt de diensttijden en de werkzaamheden van het onder hem gestelde personeel, voorzoover deze niet in ver ordeningen, instructiën of reglementen nader zijn aangegeven en zorgt, dat te allen tijde behoorlijk in den dienst is voorzien. Hij houdt zooveel mogelijk toezicht op de werkzaamheden, handelingen en het gedrag van dat personeel. Art. 10. Hij zorgt, dat verstoring der orde, onzindelijkheid en dieren mishandeling op het Openbaar Slachthuis streng worden tegengegaan. Art. 11. Hij zorgt voor een doelmatig en oordeelkundig gebruik zoomede voor het in behoorlijken staat onderhouden van het Openbaar Slachthuis en van alles wat daartoe of tot den keuringsdienst behoort. Art. 12. Hij leidt de administratie zoo, dat te allen tijde spoedig een gemakkelijk overzicht kan worden verkregen van den gang der exploitatie en van den keuringsdienst, alles ten genoegen van de Commissie van Beheer. Art. 13. Hij oefent een voortdurende controle uit op de administratie van den kassier-boekhouder. Art. 14. Hij leidt den keuringsdienst van vee en vleesch zoo, dat het onderzoek steeds zooveel mogelijk geschiedt in overeen stemming met de te dien opzichte gestelde wetenschappe lijke eischen en gegeven voorschriften en is in het bijzonder belast met de microscopische, bacteriologische, serologische en chemische onderzoekingen, behoudens zijn recht om die, voor zooveel noodig, op te dragen aan den adjunct-direc teur of aan den keuringsveearts. Art. 15. Telkens binnen 10 dagen na het verstrijken van elk kwartaal zendt hij aan de Commissie van Beheer een ver slag in van hetgeen door den keuringsdienst in de vorige maanden is verricht, overeenkomstig de formulieren dooi den Hoofdinspecteur, bedoeld in art. 31 der Vleeschkeurings wet (Stbl. 1919, No. 524), te geven, met opgave van a. het aantal slachtdieren, van elke diersoort afzonderlijk, in de gemeente geslacht, benevens afzonderlijke vermelding- van de in nood gedoode en gestorven slachtdieren; b. de afkeuringen van de geslachte dieren, van organen en deelen met vermelding der redenen van afkeuring; c. de voorwaardelijke goedkeuringen met vermelding der redenen, zoowel van levende als van geslachte dieren; d. de gevallen van herkeuring en de uitspraak daarna e. de wijze van onbruikbaarmaking van het afgekeurde vleesch; de wijze, waarop voorwaardelijk goedgekeurd vleesch voor voedsel bruikbaar gemaakt is; i ij rI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 40