44 Invoer van ziek vee. Art. 2. Het is verboden vee, dat ziekteverschijnselen vertoont, op de markt te brengen, te doen brengen of aldaar te hebben. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt vee, zich bevindende op of in vaar- of voertuigen, welke op marktdagen in de nabijheid van het marktterrein hun lig- of staanplaats hebben, geacht op de markt te zijn gebracht. Art. 3. De eigenaar, houder of hoeder van het in het vorige artikel bedoelde vee, is verplicht hetzelve, onverminderd het bepaalde bij de Wet van 20 Juli 1870 (Stbl. No. 131), onmiddellijk op eerste aanmaning van de ambtenaren, ge noemd in art. 32, over te brengen of te doen overbrengen naar het Openbaar Slachthuis, alwaar het op zijn kosten door of van wege den Directeur zal worden onderzocht. Bij weigering zal de overbrenging op zijn kosten geschieden, onverminderd de strafvervolging ter zake van de weigering. Blijkt het dier aan geenerlei ziekte te lijden, dan worden de kosten van het onderzoek aan den eigenaar, houder of hoeder terugbetaald en kan het door dezen onmiddellijk worden medegenomen. Ingeval het dier aan eenige ziekte blijkt te lijden, wordt het niet eerder dan na afloop van de markt ter beschikking van den eigenaar, houder of hoeder gesteld. Acht de Directeur met het oog op den toestand van het dier vervoer onraadzaam, dan zal, naarmate de Directeur beslist, het dier in de stallen van het Openbaar Slachthuis verblijven, totdat het vervoer mogelijk is geworden, of ge slacht worden, met verhaal van de verschuldigde rechten op den eigenaar, houder of hoeder. Art. 4. Hij, die, middellijk of onmiddelijk bij het bedrijf van vleeschverkooper betrokken zijnde, vee, dat ziektever schijnselen vertoont, in de gemeente invoert of vervoert, is verplicht het rechtstreeks te vervoeren naar het Openbaar Slachthuis, alwaar het zal worden onderzocht. Ieder, die vee, in het eerste lid bedoeld, in zijn bezit of onder zijn beheer heeft, is verplicht het onmiddellijk op eerste aanmaning van de ambtenaren in de artt. 32 en 43 genoemd, over te brengen of te doen overbrengen naar het Openbaar Slachthuis. Bij weigering zal de overbrenging op zijn kosten geschieden, onverminderd de strafvervolging ter zake van de weigering'. Blijkt bij het onderzoek het dier niet of niet ernstig' ziek te zijn, dan wordt het onmiddellijk aan den vervoerder terug gegeven. Ingeval het dier blijkt ernstig ziek te zijn, moet het, naar keuze van den eigenaar, houder of hoeder, in de stallen verblijven, totdat de Directeur het vervoer toestaat, of ge slacht worden, in beide gevallen tegen betaling van de ver schuldigde rechten. Van den Keuringsdienst. Art. 5. Het bureau van den keuringsdienst is gevestigd in het Openbaar Slachthuis. Het Openbaar Slachthuis is geopend op de dagen en uren, door Burgemeester en Wethouders te bepalen. Art. 6. Behoudens het dooden in nood, is het verboden slacht dieren te slachten of te doen slachten elders dan in het Openbaar Slachthuis. Art. 7. De kennisgeving van het voornemen een slachtdier te slachten of te doen slachten, geschiedt overeenkomstig het bepaalde in art. 6, lste lid van het Koninklijk Besluit ten bureele van den keuringsdienst, op de uren, door Bur gemeester en Wethouders vast te stellen. De kennisgeving, dat een slachtdier gestorven of in nood gedood is, geschiedt overeenkomstig, het, bepaalde in art. 6, lste lid van het Koninklijk Besluit, ten bureele van den keuringsdienst, op de uren, in het eerste lid bedoeld, en, buiten die uren, bij den portier van het Openbaar Slacht huis of aan het bureau van Politie. Art. 8. De keuring vóór en na het slachten geschiedt op het Openbaar Slachthuis op de door Burgemeester en Wet houders vast te stellen dagen en uren. Invoer van vleescli en vleeschwaren. Art. 9. Het is verboden vleesch en vleeschwaren in de gemeente in te voeren tusschen 472 uur des namiddags en 7 uur des voormiddags en bovendien op Zondag, den Goeden Vrijdag, den 2den Paaschdag, den Hemelvaartsdag, den 2den Pink sterdag, de Kerstdagen, den Nieuwjaarsdag en andere door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen dagen en uren. Volgen de Kerstdagen en een Zondag op elkander, dan is op den tweeden Kerstdag de invoer geoorloofd van des voormiddags 8 tot 972 uur. Van het in het eerste lid van dit artikel bepaalde zijn uitgezonderd a. vleesch en vleeschwaren, waarvan doorvoer krachtens art. 15 is toegestaan; b. vleesch en vleeschwaren, per spoor ingevoerd, in welk geval dezelve gedurende de uren, waarop de invoer overi gens verboden is, niet van het station mogen worden ver voerd, tenzij met vergunning van den Directeur het inge voerde rechtstreeks ter bewaring naar het Openbaar Slacht huis wordt overgebracht; c. vleesch en vleeschwaren, per postpakket ingevoerd; d. vleesch en vleeschwaren, ingevoerd bij een hoeveelheid van ten hoogste 5 K.G., mits de persoon, voor wien het vleesch of de vleeschwaren bestemd zijn, en de met hem samenwonende personen niet werkzaam zijn in het slagers- bedrijf, in het bedrijf der verduurzaming of bereiding van vleesch of in den handel in vleesch of vleeschwaren; e. vleesch en vleeschwaren, door bevoegde ambtenaren van den keuringsdienst van Leiden of daarbij aangesloten ge meenten goedgekeurd en als zoodanig van de vereischte goed- keuringsmerken voorzien, alsmede vleesch en vleeschwaren, ten aanzien waarvan, bij ontbreken van die goedkeurings- merken, de vervoerder het bewijs levert, dat zij afkomstig zijn van dieren, door bevoegde ambtenaren van genoemden keuringsdienst goedgekeurd vleeschwaren, welke in hermetisch gesloten blikken of flessclien worden ingevoerd en verkocht; g. gesmolten vet; h. het vleesch, bedoeld in art. 11 onder B. Art. 10. Alle ingevoerd vleesch en ingevoerde vleeschwaren moeten, behoudens het bepaalde in het laatste lid van dit artikel, onmiddellijk langs een der volgende wegen naar het Open baar Slachthuis worden vervoerd: a. Haagweg, Haagbrug, Noordeinde, Kort Rapenburg, Prinsessekade, Blauwpoortsbrug, Steenstraat, Rijnsburger- brug, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. b. Rijnsburgerweg, Stationsweg, Rijnsburgersingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis. e. Hooge Rijndijk, Utrechtsche brug, Utrechtsche veer, Zijlsingel, Heerensingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. d, Zoeterwoudsche weg, Heerenstraat, Doezastraat, Rapen burg O. Z., Kort Rapenburg, Prinsessekade, Blauwpoorts brug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburgersingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis. e. Jaagpad, Delftsche Vliet, Wouterenbrug, Rijn- en Schiekade, Noordeinde, Kort Rapenburg, Prinsessekade, Blauwpoortsbrug, Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburger singel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. Morschweg, Morschsingel, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. g. Haarlemmerweg, Maresingel, Openbaar Slachthuis. h. Maredijk, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. i. Lage Rijndijk, Heerensingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. Bereiken vleesch of vleeschwaren de gemeente per spoor (hoofdstation), dan is de te volgen weg: j. Stationsweg, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis, of, indien aan den Haagweg gelost wordt, die onder a aangegeven. Geschiedt de aanvoer per spoor (station Heerensingel), dan is de te volgen weg: k. Heerensingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. Bereiken vleesch of vleéschwaren de gemeente te water, dan moeten dezelve te water worden vervoerd naar den Maresingel vóór het Openbaar Slachthuis en vandaar over gebracht naar het keuringslokaal, of, zoo dit niet mogelijk is, te water vervoerd naar een der onder lo genoemde landingsplaatsen. I. de gewone losplaatsen der Katwijksche booten, vandaar Steenstraat, Rijnsburgerbrug, Rijnsburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 36