ter inzage liggen, geven wij Uwe Vergadering in overweging
tot de benoemingen over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 88. Leiden, 20 Maart 1922.
Wij bebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden
het 2de Kohier der zakelijke belasting op het bedrijf,
belastingjaar 1921, tot een bedrag van 21120.
Ingevolge het bepaalde bij art. 3, 2e lid, der verordening
op de invordering der belasting (Gemeenteblad No. 21 van
1921), stellen wij U tevens voor te bepalen, dat de eerste
betalingstermijn vervalt op 15 Mei e.k. en de tweede betalings
termijn op 30 Juni d. a. v. Op elk dier tijdstippen is dan de
helft van den aanslag verschuldigd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 89. Leiden, 20 Maart 1922.
Op 30 April a. s. eindigt de huur van de loods in de
„Gekroonde Liefdepoort" aan de Langebrug, welke loods
laatstelijk bij Uw besluit van 29 Maart 1920 (Ingek. Stukken
No. 100) werd verhuurd aan de firma B. Zeilstra alhier
tegen een jaarlijkschen huurprijs van 175.
De firma Zeilstra heeft wel den wensch te kennen gegeven,
dat de huur weder wordt verlengd, doch wil in den vervolge
slechts een huurprijs van 125.per jaar besteden, welken
prijs zij ook een viertal jaren geleden betaalde.
Het komt ons overeenkomstig het gevoelen van de Com
missie van Fabricage voor, dat met een huurprijs van
125.'s jaars voor deze tamelijk kleine bergplaats genoegen
kan worden genomen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien, onder verwijzing-
naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken, in over
weging, de loods in de „Gekroonde Liefdepoort" aan de
Langebrug weder voor den tijd van één jaar, ingaande
1 Mei 1922, tegen een huurprijs van 125.per jaar, te
verhuren aan Hendrik Zeilstra, Jan Zeilstra en Wiebe Zeilstra,
leden der firma B. Zeilstra te Leiden, onder bepaling, dat
de huur geacht wordt daarna telkens voor den tijd van
één jaar te zijn verlengd, Jndien zij niet drie maanden te
voren door een der partijen schriftelijk is opgezegd, en verder
onder de bestaande voorwaarden, behoudens deze wijziging,
dat de loods niet mag worden gebezigd als bergplaats voor
turf, hout of andere licht ontvlambare stof.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 90. Leiden, 20 Maart 1922.
Op 30 April a s. eindigt de huur van de benedenwoning
aan de Nieuwsteeg No. 10, welke krachtens Uw besluit van
29 Maart 1920 (Ingek. Stukken No. 100), tegen een
huurprijs van 290.per jaar werd verhuurd aan de Wed.
C. J. Wijnbeek, thans echtgenoote van E. Mülertt.
Aangezien de tegenwoordige huurster zich reeds geruimen
tijd geleden blijvend te Katwijk heeft gevestigd meende ons
College niet zijn medewerking te moeten verleenen tot ver
lenging der huurovereenkomst na 30 April a. s.
Van de gegadigden die zich voor deze, dus 'vrijkomende,
woning hebben aangemeld komt naar onze meening het
meest in aanmerking P. A. Le Feber, die zijn tegenwoordige
woning, Oude Rijn No. 94, wegens verbouwing moet ver
laten. De heer Le Feber is bereid een huurprijs van 400.
per jaar te betalen en neemt ook genoegen met de bij de
gemeente gebruikelijke verhurings-voorwaarden.
Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie
liggende stukken, waaronder ook het betrekkelijk rapport
der Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering
in overweging de beneden-woning aan de Nieuwsteeg No. 10
tot 30 April 1923, ingaande op een nader door ons College
te bepalen datum, tegen een huurprijs van 400.per jaar
te verhuren aan P. A. Le Feber te Leiden, onder bepaling,
dat de huur geacht wordt daarna telkens voor den tijd van
één jaar te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden te
voren door een der partijen schriftelijk is opgezegd en
verder onder de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 91. Leiden, 21 Maart 1922.
Enkele eigenaren van voor straat bestemde en van reeds
als straat in gebruik zijnde strookjes grond hebben zich
bereid verklaard dezen grond kosteloos in eigendom aan de
gemeente over te dragen.
Ten aanzien van den door den heer W. J. van Nieuwkerk
over te dragen grond is als voorwaarde gesteld dat, vermits
de op dit terrein geprojecteerde straat voorloopig wel niet
zal worden aangelegd, het strookje grond aan belanghebbende
zal worden verhuurd tegen een kleine vergoeding.
Overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van
Fabricage geven wij U in overweging te besluiten zonder
eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud
bij de gemeente over te nemen de op de hierbij gevoegde
situatie's in rood aangegeven strookjes grond, kadastraal
bekend Gemeente Leiden Sectie N. Nis. 92 en 94, K. No. 2928
ged., M. Nis. 2440 ged., 1051 ged. en 142 ged., P. Nis. 644,
625, 646 en 624 en M. No. 3884 ged., onder bepaling, dat
het laatst genoemde perceel onder door ons College te
stellen voorwaarden aan den heer W. J. van Nieuwkerk
tot wederopzeggens in gebruik wordt gegeven tegen een
vergoeding van 1.per jaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 92. Leiden, 21 Maart 1922.
Het bestuur van de Christelijke Hoogere Burgerschool
alhier heeft vergunning gevraagd voor den aanleg van eene
straat op een terrein ten Noord-Westen van de Poelwetering
en ten Noord-Oosten van den Rijnsburgerweg, welke straat
op bijgaande situatieteekening in rood is aangeduid. De
straat moet dienen om toegang te verleenen tot de aldaar
te bouwen Chr. H. B. School en de achtergelegen terreinen.
Tegen de totstandkoming van dezen weg bestaat onzer
zijds geen bezwaar en de aanleg van de straat en van de
rioleering kan derhalve onder handen worden genomen,
evenwel niet door het bestuur der Chr. H. B. School, maar,
overeenkomstig de verordening op den aanleg van straten
en wegen, door de gemeente voor rekening van genoemd
bestuur. De voor straataanleg bestemde grond moet verder
vooraf kosteloos in eigendom aan de gemeente worden over
gedragen.
De kosten van den aanleg der straat worden voor de
gemeente begroot op 15.000.zonder de zandophooging,
daar meergemeld bestuur er de voorkeur aan geeft de zand
ophooging met eigen krachten te doen uitvoeren, waartegen
de verordening zich niet verzet. Het voor den straataanleg
benoodigde bedrag, dat door het bestuur ter nadere verre
kening in de gemeentekas moet worden gestort, beloopt
alzoo 15.000.waarvan 2.000.ten behoeve van de
rioleringswerken en 13.000.ten behoeve van de bestra-
tingswerken.
Voorafgaande wijziging van het uitbreidingsplan is voor
dezen straataanleg niet noodig, aangezien de ontworpen
weg reeds op het thans geldende plan voorkomt en het
bestuur heeft afgezien van zijn verzoek betreffende den
aanleg van een meer zuidelijke, niet op het uitbreidingsplan
voorkomende, straat.
Overeenkomstig het gevoelen van de Commissie van
Fabricage geven wij U op grond van het bovenstaande alsnu
in overweging:
a. te besluiten het op de situatieteekening in rood aange
duide perceelsgedeelte, kad. bekend Sectie P No. 621 zonder
eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud
bij de gemeente over te nemen, onder voorwaarde, dat het
bestuur van de Christelijke Hoogere Burgerschool alhier,
ter bestrijding van de volledige kosten van den straataanleg
en daarmede verband houdende werken op dat perceels
gedeelte, een bedrag van 15000.ter nadere verrekening
in de gemeentekas stort, dat de vastgestelde of nader
vast te stellen rooilijnen worden in acht genomen en voorts
onder bepaling, dat de ophooging van het voor dien straat
aanleg bestemde terrein met zand volgens door ons College
nader te geven voorschriften door of vanwege voornoemd
bestuur zelf mag worden uitgevoerd;