37 ijs te produceerende thans voor de ijsfabricage bestemde kleinere machine kan öf voor reserve dienen, of in het voor- en najaar in werking worden gesteld. Onderstaand gelieve Uw College een overzicht aan te treffen van de te verwachten financieele resultaten van de ijsfabriek, na de eventueele uitbreiding. Waar de omzet in het afgeloopen jaar 2.130.000 K.G. bedroeg, kan de verkoop voor dit jaar aangenomen, dat de nieuwe installatie nog tijdig gereed is geraamd worden op 3 millioen K.G. met een opbrengst van gemiddeld 0.37 per staaf van 25 K.G. is 44.400. Hiertegenover staan de volgende uitgaven: Oprichtingskapitaal, machinerieën en koelwater bron 54.000.waarvan wordt afgeschreven 5% 2700. Oprichtingskapitaal gebouwen 30.000.waarvan wordt afgeschreven 2% 6«% rente van 87.000. Ammoniak, onderhoud en smeermiddelen Duinwater 3000 M3. a 0.15 Blectrische drijfkracht Rente en afschrijving bestaande ijsfabriek Onderhoud bestaande koelinstallatie Arbeidslonen 2 werklieden Onvoorzien 600.— 5655.— 2000.— 450.— 6720.— 4715.74 1100.— 3536.— 1538.26 Totaal 29015. Uit bovenstaande cijfers blijkt, dat de ijsfabriek bij een omzet van 3 millioen K.G. een vermoedelijke winst zal opleveren van 44.400.29.015.15.385.welk bedrag over eenige jaren, in verband met een te verwachten toenemende productie, waarschijnlijk nog belangrijk liooger zal zijn. Ten .slotte zij aangeteekend, dat het in de bedoeling ligt de nieuwe koelmachine electrisch te doen aandrijven, waar door de bestaande stoommachine, die sinds jaren niet meer gebruikt wordt en bovendien voor de tegenwoordige machinale installatie veel te klein is, overcompleet wordt en tegen eiken prijs opgeruimd dient te worden. Deze machine zal in 1923 geheel zijn afgeschreven. Bovendien zal de distilleerinrichting van de bestaande ijsfabriek, als wordende evenmin gebruikt, in verband met de electrische aandrijving der machines dienen te worden afgebroken en zoo mogelijk verkocht. Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer Uw College beleefd in overweging te geven, liefst zoo spoedig mogelijk, den Raad voor te stellen: a. ter beschikking onzer Commissie te stellen een bedrag van 87.000.ten behoeve van de uitbreiding van de ijsfabriek op het Openbaar Slachthuis, onder nader te bepalen voorwaarden omtrent rente en aflossing; b. onze Commissie te machtigen te zijner tijd over te gaan tot den verkoop van de stoommachine en van de distilleer inrichting der bestaande ijsfabriek. De Commissie van Beheer voornoemd, W. Pera, Voorzitter. J. A. v. d. Stok, Secretaris. Aan Ileeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. m 79. Leiden, 6 Maart 1922. Ten behoeve van de uitvoering van de verordening op de heffing en de invordering der schoolgelden voor het lager onderwijs, zal eene administratie moeten worden inge richt welke, nu de heffing krachtens de wet moet geschieden naar het inkomen der belastingplichtigen, eensdeels alle gegevens moet bevatten, benoodigd voor het opmaken der schoolgeldkohieren, voor de navordering en de ontheffingen en anderdeels de alphabetische lijst moet geven van de belastingplichtigen, hun aanslag, hunne kinderen en de scholen waar deze onderwijs genieten; verder moeten de gegevens er uit kunnen worden geput voor het opmaken der statis tieken welke noodig zijn, om de werking der tarieven te kunnen nagaan. Over 18 openbare en 18 bijzondere scholen verdeeld, zal deze administratie op rond 10000 leerlingen en 6500 a 7000 aangeslagenen moeten worden ingericht; op een toeneming- van het getal leerlingen moet tevens worden gerekend. Aangezien de schoolgeldkohieren eerst na de vaststelling- der kohieren van de Rjjksinkomstenbelasting kunnen worden opgemaakt, zal bij de bewerking de meeste spoed moeten worden betracht. De administratie moet derhalve zoo doel matig' mogelijk zijn, gericht op besparing' van tijd, werk krachten en plaatsruimte. Wij zouden die daarom willen inrichten, niet naar het z.g. kaartsysteem, maar naar het meer moderne systeem van losbladige boeken. Deze nemen weinig plaats in, zijn gemakkelijk aan te vullen, eischen geen berging in dure kaartenkasten en zijn op langdurig gebruik berekend. Verder zouden wij, in de plaats van het tijdroovende gewone optelsysteem, dat meerdere accuraat werkende personen vordert, gebruik willen maken van een schrijvende optelmachine, waarmede in aanzienlijk korteren tijd, met groote nauwkeurigheid en minder personeel, het vereisyhte werk wordt verricht. Zij bespaart in deze nieuwe, door de wet aan de gemeente opgelegde administratie, tijd en loon en kan tevens ook op andere bureaux der secretarie goede diensten bewijzen. De aanschaffing van het benoodigde aantal losbladige banden met bladen en enkele aflegbanden voor vervallen bladen, vordert een uitgaaf van rond 2000.die van de aanschaffing van een schrijvende optelmachine rond 1200. te zamen 3200. Op grond van het bovenstaande geven wij U in over weging een bedrag van 3200.te onzer beschikking te stellen,'voor de inrichting der administratie, vereischt voor de uitvoering der verordening op de heffing en de invorde ring der schoolgelden voor lager onderwijs, door vaststelling van den hierbij overgelegden staat van af- en overschrijving, i dienst 1922. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan dit bedrag van ƒ3200.wordt afgeschreven, is nog 114625. beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van. Leiden. N°. 80. Leiden, 6 Maart 1922. Bij het ter visie liggend, om praeadvies in onze handen gesteld adres, wendt het bestuur der Eerste Leidsche School- vereeniging, onder intrekking van zijn adres van 30 Sep tember 1921, zich tot U, met het verzoek medewerking te verleenen tot de verwezenlijking van zijne plannen tot stichting van een school voor gewoon lager onderwijs aan het Koordeinde. Wij achten het overbodig de voorgeschiedenis dezer zaak, na al hetgeen daaromtrent in Uwe vergaderingen is voor gevallen, nog eens uiteen te zetten. Alleen doen wij U opmerken, dat, nu het bestuur haar vroeger verzoek heeft ingetrokken, o. i. het daarop genomen besluit, om de Plant- soenschool geheel of gedeeltelijk aan deze schoolvereeniging af te staan, als vervallen moet worden beschouwd. Maar ook om andere reden zou dat besluit niet te handhaven zijn. Uit de toelichting op het adres van 18 Februari j.l. toch blijkt, dat het bestuur bezwaren heeft tegen het gebouw der Plantsoenschool. Indien nu Uwe Vergadering het eenmaal genomen besluit wilde handhaven, ligt het voor de hand, dat de schoolvereeniging zoude weigeren het gebouw te aanvaarden en dan zou er niets anders over blijven, dan, overeenkomstig het eerste verzoek, de gelden beschikbaar te stellen voor den bouw van een geheel nieuw schoolgebouw. Immers, alleen in het geval, dat de Inspecteur van het L.O. verklaart, dat tegen een besluit om een bestaand gebouw aan te bieden naar zijn oordeel geeit bezwaar bestaat, kan, indien het schoolbestuur weigert het gebouw te aanvaarden, de Gemeenteraad de beslissing van den Minister inroepen. Beroep op den Minister zou er in het onderhavige geval niet zijn, omdat, zooals U bekend is, de Inspecteur een dergelijke verklaring niet heeft afgelegd. Maar er is meer. Tot nu toe moesten, zoowel de Inspecteur, als ons College, een definitief oordeel over de vraag, of een schoolgebouw voor het openbaar onderwijs kan worden gemist, opschorten in verband met de reorganisatie van dat onderwijs. In het stadium waarin onze plannen met betrekking tot die reor ganisatie verkeeren, kunnen wij thans positief verk1 aren, dat geen enkel schoolgebouw kan worden gemist en verder, dat de Inspecteur van liet L.O., na kennisneming van onze plannen en op grond van een door hem ingesteld onderzoek, ons heeft te kennen gegeven, dat hij zich tegen afstand van schoolruimte ten behoeve van het bijzonder onderwijs zal moeten verzetten. In deze omstandigheden meen en wij, dat het inderdaad niet mogelijk is de zaak op te lossen door de beschikbaar stelling van een schoolgebouw. Was nu geene andere oplossing gevonden, dan zou dus alsnog moeten worden overgegaan tot beschikbaarstelling- van gelden, benoodigd voor de stichting van een geheel nieuw schoolgebouw, waarvan de kosten, gelijk U bekend is werden geraamd op ƒ132.000. Beschikbaarstelling van gelden voor de stichting van een geheel nieuw gebouw zal echter kunnen worden vermeden, aangezien het .bestuur thans medewerking verzoekt om de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1922 | | pagina 41