36
NL 78.
Leiden., 4 Maart 1922.
Met nevensgaand voorstel van de Commissie van Beheer
over het Openbaar Slachthuis in zake de uitbreiding van de
ijsfabriek, kan ons College zich na nauwgezette overweging
volkomen vereenigen.
Aanvankelijk kwam het ons voor, dat wellicht op andere
en goedkoopere wijze de capaciteit der ijsfabriek zou zijn
op te voeren; met name hadden wij ons voorgesteld, dat
door een regelmatige productie van ijs gedurende het
geheele jaar en een daarmede verband houdende uitbreiding
van de bestaande ijsbergplaats aan de steeds toenemende
vraag naar ijs het hoofd zou kunnen worden geboden. Dit
plan bleek evenwel niet voor verwezenlijking vatbaar. De
ijsfabricage toch vormt een seizoenbedrijf, beperkt zich in
hoofdzaak tot de zomermaanden, d. w. z. van Mei tot en
met September; daarbij komt nog dat de betrekkelijk kleine
koelmachines ook tevens voor het koelhuis werken, hetwelk
in het bijzonder gedurende de zomermaanden, wanneer al
het vleesch daarin wordt bewaard, veel koude verlangt voor
de koeling van vleesch, waardoor minder koude voor de
ijsfabricage overblijft.
Het meest economisch is het, 't ijs na de bereiding on
middellijk te verkoopen, omdat het ijs spoedig afsmelt en
in gewicht verliest, waardoor aan ue afnemers niet de volle
prijs berekend kan worden.
Het produceeren van ijs op groote schaal gedurende de
maanden, dat de vraag gering is, is ook practisch vrijwel
onmogelijk. In de eerste plaats worden de machines en alle
bijbehoorende onderdeelen gedurende de wintermaanden
geheel uit elkander genomen, zoodat de geheele inrichting
dan buiten bedrijf is, doch bovendien levert het opslaan van
ijs in groote kwantiteiten ernstige bezwaren op. Niet alleen
zou daarvoor een groot en kostbaar op ten minste 80.000.
te ramen, geheel geïsoleerd gebouw gesticht moeten worden,
doeli ook in dit geval zouden de koelmachines moeten worden
gebezigd, om dit gebouw inwendig af te koelen, daar anders
het ijs toch zou afsmelten en één vaste, onverkoopbare
massa zou worden.
De beste oplossing is dus, om overeenkomstig het voorstel
der Commissie voor het Openbaar Slachthuis tot verhooging
van de productie der ijsfabriek te geraken en zoodoende
niet alleen de tegenwoordige afnemers te behouden, doch
ook nog eene belangrijke uitbreiding van het debiet mogelijk
te maken. Eene alleszins voldoende winst is dan volgens de door
de commissie opgemaakte exploitatie-rekening te verwachten.
Op grond van het bovenstaande geven wij Uwe Ver
gadering alsnu in overweging:
a. door vaststelling van den hierbij overgelegden supple-
toiren begrootingsstaat ten behoeve van de uitbreiding der
ijsfabriek een bedrag van 87.000.ter beschikking van de
Commissie van Beheer over het Openbaar Slachthuis te
stellen, ter storting in het Afschrijvings- en Vernieuwings
fonds, onder bepaling, dat dit bedrag uit de exploitatie van
het Openbaar Slachthuis in 40 jaren zal worden afgelost en
dat jaarlijks 6| rente door het Openbaar Slachthuis aan
de gemeente zal worden vergoed;
b. genoemde Commissie te machtigen te zijner tijd over
te gaan tot den verkoop van de stoommachine en de distil-
leerinrichting der ijsfabriek, zullende de opbrengst worden
gebracht ten voordeele van de buitengewone middelen.
Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, den 16en Februari 1922.
Wij hebben de eer Uw College het volgende mede te
deelen.
De ijsfabriek van het Openbaar Slachthuis heeft zich in
den loop der jaren in een steeds toenemenden bloei mogen
verheugen. Bij de oprichting van het slachthuis in 1903 was
op een eenigszins belangrijke ijsproductie niet gerekend,
althans de toen aanwezige koelmachine was voor dit doel
veel te klein. In 1912 werd dan ook tot uitbreiding van de
koelinstallatie besloten, eendeels om aan de steeds toenemende
vraag naar ijs te kunnen voldoen, anderdeels om met het
oog op eventueele stoornis in het bedrijf een reserve-machine
te bezitten voor het koelhuis. De ervaring heeft intusschen
geleerd, dat de bestaande installatie thans weder veel te
klein is en dringend uitbreiding behoeft. De koelinstallatie
bestaat uit 2 koelmachines, elk met een capaciteit van 60.000
calorieën. Een dezer machines is noodig voor het koelhuis,
waarvan een veel grooter gebruik gemaakt wordt dan vroeger,
terwijl de andere compressor uitsluitend beschikbaar is voor
de ijsfabricage. Met deze betrekkelijk kleine machine zijn
in den loop der jaren zeer groote hoeveelheden ijs gepro
duceerd, doch desondanks kon de productie niet altijd aan
de vraag voldoen en moest niet zelden worden overgegaan
tot het aankoopen van ijs te 's Gravenhage, Haarlem of
IJmuiden.
Het behoeft geen betoog, dat het op deze Avijze verkregen
product (het betreft hier de Avarme zomermaanden) dikwijls
in zeer onAroldoenden toestand de afnemers bereikte, hetgeen
aanleiding gaf tot gegronde klachten, afgezien nog van het
feit, dat er aan dezen aankoop voor het Slachthuis geen
enkel financieel voordeel verbonden was, ja zelfs het van
elders betrokken ijs nu en dan met verlies moest worden
verkocht. Tot aankoopen "van ijs Averd dan ook steeds noode
overgegaan en het diende alleen om de vaste afnemers niet
teleur te stellen.
Dat de ijsfabriek van liet Slachthuis zich in een steeds
toenemenden bloei mag verheugen, ligt in de eerste plaats in
de omstandigheid, dat te Leiden geen andere ijsfabriek
bestaat en in de tweede plaats dat geen moeite is gespaard
om Amor het ijs ook buiten Leiden een afzetgebied te vinden.
In vroeger jaren, vóór de oprichting van het Openbaar
Slachthuis, werd het in Leiden benoodigde ijs van elders
betrokken, in hoofdzaak van bierbrouwerijen te Botterdam,
A\Tier agenten te Leiden voor de distributie zorgden. Boven-
dien werd tamelijk veel gebruik gemaakt van natuurijs.
Van lieverlede, dank zij ook de goede kwaliteiten, heeft het
aan onze inrichting geproduceerde ijs vrijwel al het andere
verdrongen; ook de steeds grooter wordende behoefte aan
kunstijs is ouzo ijsfabriek ten goede gekomen.
Door al deze factoren is de ijsomzet de laatste jaren zóó
groot geworden, dat de productie niet alleen t-ot haar
uiterste grens is opgevoerd, doch dat op warme dagen,
waarop juist aan het product de grootste behoefte bestaat,
niet aan alle aanvragen meer kon worden voldaan.
De volgende cijfers geAren omtrent den ijsverkoop een
overzicht
1918 1.080.625.5 K.G. opbrengst 16.627.981
1919 1.715.464 29.029.06.'.
1920 1.645.175.5 31.426.52"
1921 2.130.212.5 42.242.161
In verband met het feit, dat in Leiden geen andere ijs
fabriek bestaat, is het, naar onze meening, van de gemeente
een daad xrnn goede koopmanschap te zorgen dat een vol-
doende hoeveelheid ijs, overeenkomende met de behoeften,
kan worden geproduceerd. Doet men dit niet, dan zal het
afsluiten van contracten niet alleen ernstig Avorden bemoei
lijkt, doch zullen belanghebbenden van deze omstandigheid
Aveten gebruik te maken om zelf tot oprichting van een
coöperatieve ijsfabriek over te gaan. Dat dit gevaar niet
denkbeeldig is, is Uw College Avellicht van ter zijde bekend;
in de plaatselijke nieuwsbladen van slechts korten tijd ge
leden kwam een bericht voor dat de slagers hier ter stede
het initiatief tot oprichting van een ijsfabriek hadden ge
nomen. Hoewel zij hun plan, zij het noode, hebben laten
varen, het moge toch voor de gemeente een vingerwijzing
zijn om zoo spoedig mogelijk tot verhooging van de productie
van onze ijsfabriek te geraken. Deze verhooging van productie
kan niet anders worden verkregen dan door uitbreiding van
de bestaande ijsfabriek.
Reeds boven werd er op gewezen, dat er thans voor
de ijsfabricage beschikbaar is een koelmachine van 60.000
calorieën, waarmede per dag 10.000 a 12.000 K.G. ijs
kan worden vervaardigd. De uitbreiding nu zal naar onze
meening moeten bestaan in de aanschaffing van een koel
machine van 120.000 calorieën per dag, met alle bijbehoorende
deelen als verdamper, ijsgenerator, schudinrichting, ijscellen,
electrische loop- en hijschkraan, electromotor, pompen,
condensator enz. Hierdoor zal de dagproductie kunnen
worden opgevoerd tot 30.000 a 40.000 K.G. ijs, wat ruim
schoots voldoende is te achten, vooral wanneer bovendien
gebruik gemaakt wordt van de ijsbergplaats.
De kosten verbonden aan de aanschaffing van de nieuwe
koelmachine met alle bijbehoorende deelen kan worden ge
raamd op 50.000.terwijl de kosten van bouwwerken,
in verband met de vergrooting van de ijsfabriek, door den
Directeur der Gemeentewerken worden begroot op 30.000.
afgezien van de kosten van een nieuwe bron ad 4000.
en voor onvoorziene uitgaven ad 3000.te zamen alzoo
87.000.—.
De vraag of deze uitgave opweegt tegen de voordeelen,
Avelke van de vergroote ijsfabriek mogen worden verwacht,
moet in beslist bevestigenden zin beantwoord worden. Zooals
reeds elders werd uiteengezet, moest de laatste jaren van
uitbreiding van debiet, wegens onvoldoende productie, worden
afgezien. Komt dit bezwaar te vervallen, dan zullen niet
alleen de slagers en de andere afnemers voortaan steeds op
een geregelde levering \ran ijs onzerzijds kunnen rekenen,
doch zal tex'ens meer aandacht gewijd kunnen worden aan
den verkoop buiten de stad. De levering aan gemeenten als
NoordAvijk, Katwijk, Wassenaar, Alphen a/d Rijn enz. is
weliswaar reeds belangrijk, doch kan ongetwijfeld nog aan
merkelijk worden opgevoerd.
Komt de uitbreiding tot stand, dan zal de nieuwe machine
voorloopig alleen ruimschoots in staat zijn om het benoodigde