MAANDAG 19 DECEMBER 4921. 571 Voor het 6e en volgende kinderen uit hetzelfde gezin, die gelijktijdig eene school van dezelfde soort bezoeken is geen schoolgeld verschuldigd. TABEL II. Het schoolgeld bedraagt per jaar aan de scholen voor uitgebreid lager onderwijs: 5— ƒ- 3.75 2.50 1.25 3 Voor het 6e en volgende kinderen uit hetzelfde gezin, die gelijktijdig eene school van dezelfde soort bezoeken, is geen schoolgeld verschuldigd. De Voorzitter. Hierbij komen tevens in behandeling twee amendementen van den heer Groeneveld, die de dames en heeren gedrukt hebben gekregen. Zij worden voldoende onder steund en maken dus een onderwerp van beraadslaging uit. Wenscht de heer Groeneveld ze nader toe te lichten? De heer Groeneveld. Ja zeker, M. d. V. De vorige maal, toen het voorstel van Burgemeester ën Wethouders niet is aangenomen, heeft de Wethouder gezegd: ik zou het voor stel van Burgemeester en Wethouders maar aannemen, want een nieuw voorstel is misschien nog wel onaannemelijker. Het lijkt er inderdaad op, dat dit nieuwe voorstel haast een verslechtering is vergeleken bij het verworpen voorstel, al is dan de basis, waarop de rekening is opgezet, in overeen stemming met het aangenomen voorstel van de heeren Wilmer en Heemskerk. Het komt mij echter voor dat Burgemeester en Wethouders verder zijn gegaan dan het voorstel van de heeren Wilmer en Heemskerk. Het voorstel van de heeren Wilmer en Heemskerk had alleen tot doel om een ander inkomen aan te nemen voor de regeling van het schoolgeld. De Wethouder stelde eerst voor te beginnen met 1200.zuiver inkomen, onverschillig hoeveel kinderen er waren in een gezin en de heeren Wilmer en Heemskerk wenschten dat de regeling zou worden opge zet op het belastbaar inkomen. Maar die heeren hebben absoluut niet gesproken over het schoolgeld zelf. Eveneens is niet de wensch uitgesproken, dat die heeren een ander schoolgeld wenschten. Nu heeft de Wethouder niet alleen het belastbaar inkomen als basis van berekening genomen, maar hij heelt ook de tabel betreffende het schoolgeld geheel gewijzigd, en dat lijkt mij heelemaal in strijd met het aan genomen voorstel, want dat had niet de bedoeling in totaal meer schoolgeld binnen te halen, maar om de betaling van het schoolgeld op andere wijze over de gezinnen te ver- deelen. Maar het voorstel, dat nu gedaan wordt, lijkt mij een verhooging te zijn van het schoolgeld over de geheele linie. Het is moeilijk, Mijnheer de Voorzitter, om vergelijkingen te maken met het verworpen tarief en het nu voorgestelde tarief, maar ik heb dan toch getracht iets in dien geest te bereiken. Ik heb genomen als gemiddeld gezin een gezin met 3 minderjarige kinderen. (Deskundigen nemen aan als een gemiddeld gezin een gezin met 3 minderjarige kinderen). Ik heb ook genomen de middencijfers van de inkomenklassen en dan kom ik tot de navolgende conclusie, dat dergelijke gezinnen met 3 minderjarige kinderen betalen voor het eerste schoolgaande kind bij een zuiver inkomen van ƒ1300.' volgens de verworpen schaal 2.60 en volgens de lieuwe regeling niets. Dat is een verbetering ten opzichte van het verworpen tarief, maar daarmede houdt het ook op, want een gezin in de volgende inkomenklasse met 1500.zuiver inkomen betaalde voor het eerste kind bij de verworpen regeling ƒ3.60 en bij de nieuwe legeling 5. Een gezin met 1700.zuiver inkomen eerst 4.60 nu 6.20 1900.5 80 7.50 2100.— 7.8.00 Het komt dus daarop neer, Mijnheer de Voorzitter, dat voor een gemiddeld gezin deze nieuwe regeling beteekent een belangrijke verhooging vergeleken bij de verworpen regeling en een vertweevouden of verdrievouden van het schoolgeld, vergeleken bij de tot heden geldende regeling. Men moet niet vergeten, Mijnheer de Voorzitter, dat al deze gezinnen thans niet meer betalen dan ƒ2.58 per jaar. Ik wil maar even constateeren, dat de Wethouder misschien gelijk heeft gehad, dat wij verstandiger zouden hebben gedaan ten opzichte van de gezinnen, wanneer wij de eerste voorgestelde regeling maar hadden geaccepteerd, want dat was voor tal van gezinnen veel en veel voordeeliger. Maar dat komt mijns inziens ook omdat de Wethouder iets anders heeft gedaan, dan de Raad heeft gewenscht. De Raad heeft niet gewenscht verhooging van het schoolgeld, maar alleen een andere verdeeling van het schoolgeld over de verschillende gezinnen. Bij de verworpen regeling begon de Wethouder met ƒ2.60 bij de laagste inkomens, en nu met ƒ5.— dat is nagenoeg een verdubbeling, en de Raad heeft toch nergens uitgesproken dat hij dat wenschte. Ik begrijp dus niet, hoe de Wethouder er toe gekomen is die verandering aan te brengen. Deze regeling zal in totaal veel meer opbrengen dan de verworpen regeling. Het is haast onmogelijk dat zuiver te berekenen, men kan het alleen maar schatten, maar het staat wel vast, dat deze regeling veel duurder is. Om daaraan eenigszins tegemoet te komen heb ik voorgesteld alle inkomensklassen met ƒ200.te verhoogen. Dat is een eenvoudige methode om verbetering te brengen. Ook heb ik voorgesteld de tabel te verlengen. Die bereikt bij een bepaald inkomen het maximum van 120.maar de wet verbiedt niet te gaan tot even beneden den kostprijs van het onderwijs; er is dus g^en reden om bij inkomens van 10890.op te houden. Ik zou niet weten waarom wij niet kunnen gaan tot ƒ152.want dan blijven wij nog altijd iets beneden de werkelijke kosten. Het is een fout, dat iemand met een inkomen van 1000UO.hetzelfde betaalt afs iemand met een inkomen van 10800.De progressie kan best nog wat worden voortgezet. Mijn voorstel in dezen komt tamelijk wel overeen met het door den heer Sijtsma en mevrouw van Itallie ingediende voorstel. Misschien kunnen wij tot overeenstemming komen, want het kan mij niet veel schelen of het mijne dan wel dat van hen wordt aangenomen. Alleen is tegen het voorstel-Sijtsma misschien aan te voeren, dat het tot ƒ160gaat, en het is niet zeker dat dan niet de kostprijs van het onderwijs wordt over schreden, wat bij de wet is verboden, terwiji mijn voorstel van 152.in ieder geval er beneden blijft. De heer Sijtsma en melr. van Itallievan Embden hebben hun ingediend amendement, luidende: «Ondergeteekenderi hebben de eer voor te stellen in de tabellen, voorkomende in art. 5 van de Verordening tot heffing van schoolgeld voor het Lager Onderwijs in de gemeente Leiden de volgende wijzigingen aan te brengen In tabel I. Na No. 23 der schaal te lezen: No. 24 1200614000 100 80 60 40 20 25 14000—» '16000 110 88 66 44 22 26 16000-18000 120 96 72 48 24 27 18000—» 20000 130 104 78 52 26 28 20000-» 22000 140 112 84 56 28 29 220U0 en meer 150 120 90 60 30 In tabel 11. Na No.^ 23 der schaal te lezen No. 24 12000—14000 150 120 90 60 30 25 14000—» 16000 165 132 99 66 33 26 16000—» 18000 180 144 108 72 36 27 1800020000 195 156 117 78 39 28 20000-» 22000 210 168 126 84 42 29 22000 en meer 225 180 135 90 45 ingetrokken en vervangen door het navolgende amendement, luidende: »Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen in art. 5 van de voorgestelde Verordening tot heffing van Schoolgeld Schaal. Bij een inkomen in artikel 2 bedoeld van: Yoor het le kind. Yoor het 2e kind V oor het 3e kind Yoor het 4e kind Voor het 5e kind uit hetzelfde gezin, dat gelijk tijdig eene school van dezelfde soort bezoekt. 1 beneden f 1000— 2 1000.tot ben. 1200— 6.25 V 1200.— 77 1400— 7? 7.75 77 6.20 4.65 3.10 1.55 4 V 1400.— 77 1600— 77 9.40 77 7.52 5.64 3.76 1.88 5 D 1600.— 77 1800— 7» 11.20 77 8.96 6.72 4.48 2.24 6 V 1800.— 77 2000— 77 13— 77 10.40 7.80 5.20 2.60 7 V 2000.— 7 2200— 77 15— 77 12— 9— 6— 3— 8 1) 2200.— 77 2400— 77 17— 77 13.60 10.20 6.80 3.40 9 f) 2400.— 77 2700— 77 19— 77 15.20 „11.40 7.60 3.80 10 n 2700.— 77 3000— 77 22.50 77 18— 13.50 9— 4.50 11 i) 3000.— 77 3300— 77 26.25 77 21— 15.75 10.50 5.25 12 Tl 3300.— 77 3600— 77 30— 77 24— „18— „12— 6— 13 n 3600.— n 4000— 77 33.75 77 27— 20.25 13.50 6.75 14 T) 4000.— 77 4400— 77 38.75 77 31 23.25 15.50 7.75 15 n 4400.— 77 4800— 77 43.75 73 35— 26.25 17.50 8.75 16 n 4800.— 77 5200— 77 48.75 77 39— 29.25 19.50 9.75 17 Ti 5200.— 77 5600— 7» 53.75 77 43— 32.25 „21.50 10.75 18 n 5600.— 77 6000— 77 59.25 77 47.40 35.55 23.70 11.85 19 Ti 6000.— 77 6400— 77 64.75 77 51.80 38.85 25.90 12.95 20 jy 6400.— 77 6800— 77 70.25 77 56.20 „42.15 28.10 14.05 21 D 6800.— 77 7200— 77 75.75 77 60.60 45.45 30.30 15 15 22 7) 7200.- 77 7600— 77 81.25 77 65— 48.75 32.50 16.25 23 77 7600.— 77 8000.- 77 87.50 77 70— 52.50 „35— 17.50 24 77 8000.— 77 8400— 77 93.75 77 75— 56.25 37.50 18.75 25 7? 8400.- 31 8800— 77 100— 77 80— „60— „40— „20— 26 77 8800.— 77 9200— 7? 107.50 77 86— 64.50 „43— „21.50 27 77 9200 77 9600— 77 115. 77 92— „69— „46— „23— 28 77 9600.— 77 „10000— 77 122.50 77 98— 73.50 „49— 24.50 29 77 10000.— 77 „10400— 77 131.25 77 105— 78.75 52.50 26.25 30 77 10400.- 77 „10800— 77 140— 77 112. „84— „56— „28— 31 J) 10800.— en meer. 77 150— 77 120. „90— „60— „30— l w

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 9