WOENSDAG 14 DECEMBER 1921. 533 Voortzetting? van de geschorste openbare vergadering van 12 December 1921 op Woensdag 14 December des namiddags te half twee. Voorzitter: de heer Burgemeester Jhr. Dr.N.C. DE&IJSELAAR. Afwezig: de heer Rotteveel wegens ongesteldheid, de heer F. Eikeibout, wegens uitstedigheid en de heeren van Hamel en Bisschop. Voortgezet wordt de behandeling der Uitgaven van de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1922. Bij volgnr 123 wordt de begrooting der Gezondheids commissie zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd, waarna ook dit volgnr zonder beraadslaging of hooldelijke stemming wordt aangenomen. De volgnrs 124 tot en met 127 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr 128, luidende: Rentegarantie verleend aan de Vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningenf5430.—". De heer Sanders. M. d. V. Ik geloof, dat de toelichting tot dezen post niet juist is: »Een bedrag van ƒ5430.wordt geraamd in verband met de uitgaven over 1920." Ik ben in de gelegenheid geweest de rekening van deze vereeniging over 1920 in te zien en daarbij is mij gebleken, dat die rekening zoo hoog is omdat in dat jaar buitengewone werken zijn uitgevoerd. Dat betrof het schilderen van al die huizen, waarmede een uitgaaf van 4000.gemoeid geweest is. Dientengevolge zijn de kosten over 1920 aanmerkelijk hooger geweest dan in vorige jaren, zoodat de toelichting had moeten luiden: een bedrag van 1430dat is dus 4000.minder wordt geraamd in verband met de uit ga v én over 1920. Naar mijn inzien is deze post dan ook 4000.— te hoog. Nu geef ik toe, dat het practisch niet veel zou uithalen, omdat wij hier te doen hebben met een post wegens rente- garantie en wij, wanneer de vereeniging die kosten te maken beeft, toch genoodzaakt zijn tot een bedrag van ten hoogste bOüO.uit te keeren: maar ik geloof niettemin, dat het gewenscht is een dergelijken post zoo laag mogelijk te stellen, opdat niet de vereeniging, wanneer eenmaal een bedrag van 5430.zooals hier is toegestaan, in de verleiding komt dat bedrag ook inderdaad te gebruiken. Er is nog een andere zijde aan deze zaak. Het subsidie, dat wij geven, is van jaar tot jaar hooger geworden. Nu wil ik vragen om na te gaan of het niet mogelijk is dat deze vereeniging hare kosten meer dekt, bijvoorbeeld door verhooging van de huren. Als ik de rekening nazie, dan blijkt dat in de laatste 5, 6 jaar de verhooging van de huren niet eens 10 pCt. be dragen heeft. Ik geloof dus, dat het in verband met de algemeene stijging der huren wel mogelijk zou zijn dat deze vereeniging hare kosten op deze wijze althans eenigszins meer zou kunnen dekken. De heer A. Elkerbout. M. d. V. Ik moet opkomen tegen hetgeen de heer Sanders in de laatste plaats gezegd heeft, namelijk de conclusie dat, wanneer de vereeniging hare kosten niet voldoende vergoed krijgt, zij tot huurverhooging moet overgaan. Het betreft hier in hoofdzaak menschen, die van de Lange- gracht en allerlei stegen en sloppen zijn verjaagd naar die woningen. Die menschen verwoonden vroeger ƒ1.a 2. per week, thans zijn er bij die 3.of 3.50 betalen. Dat is voor die menschen dus reeds een aanzienlijke stijging van de huren. Wat zij nu verwonen is vrij hoog in vergelijking met hetgeen zij vroeger betaalden. Ik kan mij dus niet vereenigen met de conclusie van den heer Sanders. De Voorzitter. Ik wil een opmerking van formeelen aard maken. Ik acht het eigenlijk verkeerd, dat hier nu zaken ter sprake komen, die niet in de afdeelingen behandeld zijn. Het kan zijn, dat men iets nieuws te weten is gekomen en dan is er natuurlijk geen bezwaar tegen dat men daarmede komt, maar daarvan is hier geen sprake en ik zou dan ook gaarne willen weten, waarom men nu van deze goede gewoonte afwijkt. Waartoe heeft men anders de schriftelijke voorbereiding, zooals algemeen bij alle vertegenwoordigende lichamen het geval is? Overal is de gewoonte, dat geen zaken besproken worden bij de openbare behandeling, die niet in de afdeelingen besproken zijn. Den heer Eikerbout wil ik doen opmerken, dat hij in de war is. Het gaat hier alGen om die oude woningen van de vereeniging, die zij heeft opgekochtde oude Kooi-huizen bij v. en niet over de nieuwe daar ter plaatse gebouwde huizen; deze hebben er i iets mede te maken. Dit geldt niet voor den bouw, die geschiedt volgens de Woningwet; deze post komt al sinds jaren op de begrooting voor. De heer de Lange. M.d.Y. Ik wil beginnen met mij bij u aan te sluiten; het is inderdaad onmogelijk op elke vraag, die bij elk artikel wordt gesteld, een antwoord te geven, maar toevalligerwijze weet ik van deze zaak iets af. Omdat de heer Sanders als lid van de Commissie van Financiën ook al op deze zaak geattendeerd heeft, dacht ik dat hij al wist van de vruchten van het onderzoek, dat naar aanleiding van zijn opmerkingen is gedaan. Ik put nu uit mijn memorie, maar ik hoop dat het juist is. Deze woningen zijn, zooals reeds is opgemerkt, van de kleinste soort, het zijn geen woningen, die n«>g voor huurverhooging in aanmerking kunnen komen, zoodat door -huurverhooging de meerdere kosten niet kunnen worden gevonden. In de tweede plaats is er aanleiding om te ver wachten, dat in de eerstvolgende jaren de onderhoudskosten steeds belangrijk hooger zullen zijn dan in de voorafgaande jaren, omdat in de oorlogsjaren het onderhoud verwaarloosd is vanwege de hooge uitgaven, die het anders zou hebben geëischt. En in de derde plaats wil ik opmerken, dat het niet. voorzichtig is een raming zoo laag te maken zooals de heer Sanders begeert. Het is verstandig om niet te laag te ramen. Zij, die met de uitvoering belast zijn, zullen daarom niet onnoodig geld uitgeven. De rekening wordt bovendien be hoorlijk onderzocht, ook door de Commissie van Financiën. De beraadslaging wordt gesloten en volgn. 128 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs 129 tot en met 131, dit laatste verhoogd met ƒ1000.in verband met het Raadsbesluit van 21 November 1921 tot wijziging van de met Prof. Dr. D. A. de Jong ge- sioten overeenkomst voor het verrichten van bacteriologische en serologische onderzoekingen en volgnr 132 worden achter eenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. Op het nieuw ingevoegde volgnr 132a luidende: r>Kosten van den Eers*en-Hulpdienst" wordt uitgetrokken ecu be drag vanf8000 Volgnr. 132a wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Bij volgnr. 133, verminderd met ƒ230.in verband met de inmiddels lager geiaamde bijdrage van de gemeente in de kosten van den Distncts-Keuringsdienst van Waren wordt de begrooting van dien dienst zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming vastgesteld, waarna ook dit volgnr zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De volgnrs 134 tot en met 138, dit laatste verhoogd met ƒ4b00.in verband met het Raadsbesluit van 31 October 1921, waai bij de subsidie aan de vereeniging «Zuigelingenzorg" met ingang van 1 Januari 1922 werd verhoogd van 1000. 'ot ƒ5600.en volgnr. 139 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr 140, luidende: Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken, voor zoover niet onder de volgende artikelen begrepen f05234. De Voorzitter. Dit volgnr wordt verhoogd met ƒ3000. wegens de vasle aanstelling van den tijdelijken technischen ambtenaar 2e klasse C. A. P. Minderhoud; andere posten worden echter met hetzelfde bedrag veilaagd, zoodat het totaal hetzelfde blijft. De heer A. Elkerbout. Eenige maanden geleden is bij den Raad ingekomen een adres van den bode van Gemeente werken, waarin hij er de aandacht op vestigde, dat zijn salaris is gedaald door vermindering van zijn arbeidstijd en daardoor zijn wekelijksch inkomen met ongeveer drie gulden was achteruitgegaan, hij verdocht toen om zijn salaris te herzien. Dit adres is gesteld in handen van Burgemeester en Wet- houdeis ter afdoening. Ik heb er indertijd niets van gezegd, omdat ik in de veronderstelling was dar Burgemeester en Wethouders overtuigd zouden zijn van de mfodzakelijkheid om het salaris van dezen peisoon te verhoogen. nu dat achteruitgegaan was door inkrimping van zijn arbeidstijd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 1