548 .WOENSDAG 14 DECEMBER 1921. Wij hebben aan alle bouwvereenigingen een circulaire ge zonden over deze zaak; van een hebben wij antwoord ge kregen, van de andere nog niet. Ons voornemen is af te wachten totdat wij het antwoord van alle vereenigingen hebben en dan zullen wij zien welke resultaten bereikt kunnen worden. Het is voor het gemeentebestuur niet aangenaam te ver nemen, dat de rente, die Burgemeester en Wethouders wenschen te geven, voor »Ons Belang" 1 lager zou zijn dan de vereeniging nu geniet. Wij dachten dat wij aardig in de bus geblazen hadden met 3 te noemen. Men ver- gete niet, dat wij de conditie gesteld hebben dat het geld eiken dag opzegbaar is. is het bij de Nationale Bankver- eeniging ook per dag opzegbaar en wordt daar de rente ook berekend vanaf den dag van storting tot den dag van terug betaling? Zoo ja, dan verkeert »Ons Belang" in een buiten gewoon gunstige omstandigheid, want de meeste banken geven voor deposito's, welke met één dag opzegbaar zijn, slechts een rente van 2 a 2i Wat is voor ons de moeilijkheid? Wij wilden zoo gaarne profiteeren van den wenk, die ons gegeven wasmaar niet aan den anderen kant een weg openen, waardoor de gemeente veel rente zou moeten uitkeeren zonder dat zij aan het op genomen geld wat had. Door de gunstige regeling die getroffen is bij de wijziging van de Gemeentewet, waardoor de gemeen telijke inkomstenbelasting geïnd wordt door het Rijk en het Rijk op zich genomen heeft om maandelijks gedurende 10 maanden een tiende gedeelte van de vermoedelijke opbrengst dier inkomstenbelasting aan de gemeentebesturen bij wijze van voorschot uit te keeren, is de behoefte aan kasgeld bij ons zeer verminderd, en het zou dus best kunnen gebeuren dat wij het geld van de woningbouwvereenigingen zouden ontvangen en er rente voor zouden betalen zonder dat wij het noodig hadden. Hadden wij het altijd noodig, dan konden wij wel 4 of 5 betalen, maar nu moeten wij rente betalen, ook als wij het geld niet noodig hebben. De heer Bots. Het verschil zit ook daarinu geeft uw geld aan de bank zonder onderpand, en als de Gemeente-Ontvanger het doet, dan moeten wij wel onderpand hebben; dat is na tuurlijk een groot verschil. De heer de Lange. M. d. V. Ik had inderdaad nog iets vergeten en daarom ben ik den heer Bots dankbaar voor zijn opmerking. De heer Eikerbout moet niet verzuimen te over wegen, dat als de woningbouwvereenigingen haar geld brengen bij den Gemeente-Ontvanger, het dan volkomen safe is; en als ze het bij een bank brengen, zonder dat ze een onderpand ontvangen, loopen ze risico. Dat moet den bouwvereenigingen ook wat waard zijn. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr 233 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs 234 tot en met 237 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 238, luidende: y>Pensioenen 280386.—". De heer de Lange. M. d. V. Ik acht het gewenscht, mee te deelen, dat waarschijnlijk birmen zeer korten tijd den Raad een mededeeling zal bereiken, dat deze post, die uitgetrokken is op 280386.vermoedelijk zal moeten worden vermeer derd met ongeveer 189000.De Tweede Kamer heeft kort geleden het nieuwe ontwerp-Pensioenwet aangenomende Eerste Kamer zal het vermoedelijk ook wel aannemen, en als die regeling in werking treedt, zal het voor de gemeente een nieuwe verhooging van uitgaven meebrengen, die geraamd wordt op 189000.—. De beraadslaging wordt gesloten en volgnr. 238 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De volgnrs. 239 tot en met 249 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Op het nieuw ingevoegde volgnr. 249a, luidende: Subsidie aan de afdeeling Leiden der Vereeniging Pro Juventute" wordt uitgetrokken een bedrag van 200. Volgnr. 249a wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 250, luidende: Crisisuitgaven tengevolge van den oorlogstoestand 1914i9i9 15670.—". Mevrouw Dubbeldeman—Trago. In het Afdeelingsverslag is de vraag gedaan, waarom de kosten van de Waschinrichting zijn ondergebracht onder crisisuitgaven. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders daarop heeft mij wel eenigszins verwonderd, want dat deze kosten ten vorige jaren ook al onder dezelfde rubriek zijn gebracht zonder dat van verzet daartegen is gebleken, wil nog niet zeggen, dat het een juiste manier van handelen is. i.' De bedoeling bij de oprichting van het Waschbureau is niet geweest dat het een tijdelijke instelling zou zijn. Mijnheer de Voorzitter. Ik heb nog eens nagegaan hetgeen u bij de opening van deze instelling hebt gesproken en daaruit blijkt dat de bedoeling was een permanent bedrijf te stichten. Ik zou dan ook gaarne de toezegging willen hebben van Burgemeester en Wethouders, dat zij eerstdaags zullen komen met een voorstel om er een permanent bedrijf van te maken. Anders zullen wij zelf daarmede moeten komen. Ook het antwoord, dat Burgemeester en Wethouders geven in zake de motie van professor Eerdmans voldoet mij niet. Ik meen uit de financiëele resultaten te moeten opmaken, dat het Waschbureau winst maakt en er zou dus aanleiding kunnen zijn om de prijzen te verlagen. Ik hoop dus, dat spoedig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders omtrent de motie-Eerdmans komt. De heer Pera. M. d. V. Het Waschbedrijf is in de wereld gekomen als een noodmaatregel tegen de bijzondere omstandig heden, waarin wij leefden. Het is nog altijd een tijdelijk bedrijf en de gedach'e heeft, althans bij de meerderheid van den Raad, nog niet voorgezeten, dat het zou worden een vast bedrijf. Wat wij er eigenlijk mede moeten doen, is een moeilijke vraag, omdat het besluit afhankelijk is van de ervaring, welke met het bedrijf wordt opgedaan. Van winst maken is heelemaal geen sprake. Wij moeten er altijd nog bijleggen. Zooals men algemeen weet, verkeeren wij bovendien met dit bedrijf in bijzonder gunstige omstandigheden, omdat wij daar.voor in gebruik hebben een gebouw, dat wij eenmaal hadden, zoodat het geen kosten van oprichting veroorzaakt heeft om een huisvesting te vinden. Overigens zijn wij 3 a 4 weken geleden met het bedrijf nog in moeilijkheden gekomen en deed de vraag zich voor: wat zullen wij er mede beginnen Op het oogenblik heeft het beleid van mevrouw Groeneveld het zoover gebracht dat wij uit de moeilijkheid gered zijn geworden; maar dat neemt toch niet weg, dat de vraag in de toekomst zal zijn: hoe zal het loopen Ik kan dus met allen nadruk tegenspreken, dat er winst gemaakt wordt. Overigens is het bedrijf nog altijd geweest een tijdelijk bedrijf. In dit opzicht hebben wij altijd nog in petto het voorstel van professor Eerdmans. Wij hebben dat voorstel niet ver geten of op zijde geschoven; maar ik heb mij indertijd ook reeds in dezen zin uitgesproken, dat, wanneer wij beslagen met voorstellen bij den Raad zullen komen, die voorstellen gegrond zullen moeten zijn op zekere ervaring. Nu hebben wij het bij de wisselende toestanden waarin wij leven, nog niet zoover kunnen brengen dat wij bepaald kunnen zeggen: op dezen grond kunnen wij ons nu baseeren; daarop kunnen wij onze berekeningen maken, zoodat wij met eenige zekerheid den gang van zaken kunnen overzien. Er zitten groote moeilijk heden aan vast om zoo ver te komen. Er kan gezegd worden dat de leiding van de zaak op het oogenblik uitnemend geschiedt door mevrouw Groeneveld; ik heb daarvoor allen lof; maar zij weet het ook, het vereischt voortdurend groote zorg om de zaak op een voordeelige manier voor de gemeente klaar te spelen. Maar deze toestand is toch geen vaste basis. Ook op dit gebied is steeds overleg het halve werk en de ondervinding heeft genoegzaam geleerd, dat het beheer van dergelijk bedrijf lang niet ieders werk is; dat de een bekwaam is en overieg daarvoor bezit wat een ander mist. Hiermee wordt menigmaal veel te weinig rekening gehouden; het verschillend resultaat waarmee onderscheiden ondernemingen gedreven worden, is er een gevolg van. Wanneer wij met een volkomen afgerond voorstel voor den dag zullen komen, durf ik niet te zeggen; doch niets zal mij aangenamer zijn dan dat wij het spoedig zullen kunnen doen. Het gaat ten slotte hierom: wat is eigenlijk de financiëele behoefte van dergelijk bedrijf? Onder welke voorwaarden kan het bestaan? Hoe moet het ingericht worden, dat ook een gemeente zonder schade een dergelijk bedrijf er op na kan houden? Dat er groote moeiten aan verbonden zijn, heeft de ervaring op verschillende plaatsen geleerd. Overal is men met die bedrijven zeer nadeelig uit geweest. Wij hebben op dat gebied in Leiden niet te klagen, maar om ons öp een goede gezonde basis te vestigen, hebben wij ervaring noodig, die ons voorzichtigheid kan geven voor onze berekeningen. Mevrouw DubbeldemanTrago. M. d. V. Het kan zijn, dat het de bedoeling geweest is een noodinrichting te stichten, maar uit het verslag blijkt toch wel, dat de Burgemeester

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 16