MAANDAG 28 NOVEMBER 1921. 459 Hij heeft dat echter niet gedaan en daaruit leid ik af, dat zijn argumenten niet zoo zwaar waren. De Directeur voert aan, dat in Duitschland in 26 inrichtingen onder den drang van buitenaf de achturendag is ingevoerd en daarna beweert hij, dat twee directeuren van die inrichtingen geen practische resultaten hebben opgedaan, maar hij noemt niet de 24 andere inrichtingen, waarin men wel resultaten heeft gehad. Hij brengt dus alleen die twee bezwaren naar voren. Na zijn tocht in Duitschland gaat hij weer naar Nederland terug en het is ook hier weer niet anders dan bezwaren, maar van de inrichting» Duinenbosch", die ook in het verslag van genoemd congres wordt genoemd, zegt hij niets. In dit verslag betref fende het provinciaal Ziekenhuis Duinenbosch wordt het vol gende geschrevendat de algemeene toestand sedert de invoering van den 8-urendag aanmerkelijk is vooruitgegaan en dat er een veel regelmatiger toestand is ontstaan. Men beschikt nog niet over een voldoend personeel, maar toch is de goede invloed van den 8-urendag reeds te merken, onder andere in de mindere wisseling van personeel. Mijnheer de Voor zitter, dit is een stem uit de practijk.die van veel meer belang is, dan alle argumenten van den Directeur bij elkaar. Verder noemt de Directeur de veelvuldige verwisseling van verplegend personeel. Dit is echter een zeer belachelijk argu ment en om dat te bewijzen zij het mij vergund enkele cijfers te noemen van de personeelsverwisseling aan de gestichten »Endegeest", »Rhijngeest" en »Voorgeest"." Over het jaar 1920 zijn ingekomen: in Januari 6 verpleegsters, vertrokken 6 Februari 8 11; Maart 6 7; April 12 13; Mei 18 8; Juni 10 9; Juli 3 7; Aug. 11 6; Sept. 12 8; Oct. 11 12; Nov. 7 6 Dec. 6 10; Totaal 110 103 Dat is bijna een personeelswisseling van 100 Thans het jaar 1921 in Januari 10 verpleegsters, vertrokken 9 Februari 8 3; Maart 12 13; April 5 5; Mei 7 7; Juni 8 12; Totaal 50 49 Ook een personeelswisseling van bijna 100 En dan zegt de Directeur nog: »Door de veelvuldige personeelswisseling loopt voorts de juiste uitvoering der geneeskundige voorschriften gevaar." Kan men zich een grootere personeelswisseling denken dan een van 100 Ook zegt de Directeur, dat het personeel liever den 10-urigen werkdag heeft dan den 8-urigen, als het maar overuren betaald krijgt. Dat is logisch. Ik kan mij begrijpen, dat per soneel met zulke lage salarissen onze gestichten behooren tot de inrichtingen in Nederland, waar de laagste salarissen worden betaald den 8-urigen werkdag wil saboteeren, ten koste van meer salaris. Een volgend bezwaar van den Directeur is, dat inwilliging van het verzoek veel geld zal kosten. Dat ben ik niet met den Directeur eens, want, wanneer het personeel, dat voor den technischen dienst noodig is, wordt gebruikt om het bestaande verplegingspersoneel aan te vullen en niet gebezigd wordt om den geheelen dag te zwabberen men zou daar voor werksters moeten nemen dan zal die personeelsuit breiding wel kalm afloopen. Mijnheer de Voorzitter. Ik heb met enkele feiten aangetoond, dat het rapport zeer eenzijdig is. Ik wensch daarom het volgende voorstel te doen: »Ondergeteekende stelt voor punt 10 der agenda aan te houden om het verzoek van den Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond met het rapport van den Directeur van »Endegeest" eerst te bespreken in georganiseerd overleg." De Voorzitter. Door den heer A. Eikerbout is het volgende voorstel ingediend: »Ondergeteekende stelt den Raad voor punt 10 der agenda aan te houden, om het verzoek van den Centralen Nederland schen Ambtenaarsbond met het rapport van den Directeur van »Endegeest" eerst te bespreken in georganiseerd overleg." Het voorstel van den heer A. Eikerbout wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad slaging uit. De Voorzitter. Laat ik eerst mededeelen, dat deze zaak niet in het georganiseerd overleg thuis behoort: zij zou moeten komen in een dienstcommissie, welke er niet is. Overigens, wat de zaak zelve aangaat, er kan vrijuit gecon stateerd worden, dat daar, waar men er extra werk van gemaakt heeft om deze zaak te onderzoeken, n.l. in Duitschland, de overgroote meerderheid het vonnis velt over een 8-urigen werkdag. Dat er ook een minderheid is, die er vóór is, wil ik niet ontkennen, maar de groote meerderheid heeft allerlei bezwaren geopperd. Dat bij de invoering van den 8-urigen werkdag de kosten heel wat meer zullen bedragen, moet een ieder duidelijk zijn. De resultaten van de kosten in Noord-Holland met de beschrij ving wat de provincie Noord-Holland er aan zal moeten uit geven, is dan ook schrikwekkend. Wanneer men daarover eenvoudig heen redeneert, dan is men gemakkelijk klaar, maar de kosten van de krankzinnigenverpleging loopen reeds zoo enorm hoog, dat men eenvoudig schrikt, als men tegenwoordig iemand opgave moet doen van de kosten van de verpleging van een patiënt. Tot hiertoe is van het nut in het algemeen nog niets gezien. Men moet komen op zijn minst tot het drie-ploegenstelsel, maar de ervaring in Duitschland heeft reeds geleerd, dat men ook met zulk een stelsel niet klaar komt. Men heeft dan nog meer hulp noodig en in Duitschland heeft men dan ook zelfs het vier-ploegenstelsel. Deze ploegen wisselen elkander niet gelijk op hetzelfde uur af, maar de eene ploeg doet nog dienst, terwijl reeds een andere ploeg is opgetreden. Zoo wordt er dan afgewisseld, maar dat alles geeft een beweging in de gestichten, die voor de patiënten niet wenschelijk kan worden genoemd. Het is in het belang van de patiënten, dat er zoo weinig mogelijk wisseling van personeel plaats heeft, wat vooral ook aan 't licht treedt bij de Christelijke gestichten, die zooveel mogelijk paviljoensgewijze zijn ingericht en daarvoor geregeld personeel op nahouden. Van de mindere afwisseling van per soneel is daar een gunstiger invloed op de patiënten waar te nemen. Wanneer men met elkaar vergelijkt het voor en tegen van hetgeen in dezen gezocht wordt, dan treedt helder aan den dag dat het niet wenschelijk is het personeel op die wijzeen met dit doel nog meer uit te breiden. Met nadruk moet ik dan ook zeggen, dat men er overal op terugkomt. De menig vuldige wisseling van personeel heeft een zeer schadelijken invloed, terwijl ook de toepassing van de geneeskunde bij dat talrijke personeel heel veel te wenschen overlaat. Alles samengenomen komt het dus hierop neer, dat een vermindering van den werktijd tot 8 uur per dag niet alleen niet is aan te bevelen, maar dat er zelfs sterk tegen moet worden gewaarschuwd. Ook van onzen kant is er heel wat studie van gemaakt en zeer ernstig is nagegaan, welke onder vinding men er mede heeft opgedaan. Burgemeester en Wethouders moeten dan ook met alle kracht er op aandringen, dat de Raad zich zal vereenigen met het door dit College ingediende voorstel. De heer Knuttel. M. d. V. U hebt gezegd, dat Burge meester en Wethouders van deze zaak veel studie hebben gemaakt. Ik zou dit haast moeten betwijfelen, wanneer ik zoo een der argumenten hoor, namelijk dat men er met het drie-ploegenstelsel nog niet eens komt, en dat men zelfs het vier-ploegenstelsel noodig heeft. Dit is weer een van die argumenten, die zeer ernstig lijken, om den schrik er in te brengen, doch het hangt er maar van af, hoe sterk die ploegen zijn. Wanneer men nu eens bijvoorbeeld 12 ploegen gaat invoeren wil dat niet zeggen, dat men drie keer zooveel personeel noodig heeft als met 4 ploegen. Inderdaad is juist, dat men het vier-ploegenstelsel kan invoeren om goedkooper dan met het drie-ploegenstelsel tot den achturendag te kunnen komen. De zaak zit namelijk zoo. In elke verpleeginrichting zijn drukke en stille uren. In den tijd, dat wij vrijwel den 12-urigen arbeidsdag hadden was het personeel overdag twee maal zoo sterk als des nachts, en men zou toen dus hebben kunnen spreken van een dubbele dagploeg en een enkele nachtploeg, tezamen dus drie ploegen. Wanneer men nu de achturendag neemt, dan krijgt men dus niet, dat men komt van twee op drie ploegen, dus een vermeerdering van personeel met 50%, maar van drie op vier ploegen, dit is een vermeerdering van personeel van 33a Dus dat argument van vier ploegen is, doordat er niet zooveel meer personeel bij komt als naar evenredigheid noodig zou zijn voor den verkorten arbeidstijd, eenvoudig het gebruiken van het cijfer 4 om schrik op te wekken. Er staat verder in het praeadvies van Burgemeester en Wethouders: »Of het ten slotte het personeel bevallen zal 8 uren te werken zonder onderbreking, zooals overal het ploegenstelsel met zich brengt, betwijfelen wij." In de meeste ziekenhuizen was het zoo, dat de nachtploeg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 19