404 MAANDAG 31 OCTOBER 1921. de Raadsvergadering ontvangen. Ik denk, dat iedereen het met mij eens zal zijn, dat werkelijk de correspondentie van «de Eendracht" met Burgemeester en Wethouders geenerlei invloed heeft kunnen hebben op de samenstelling en den inhoud van het praeadvies. Wij kunnen hier natuurlijk niet discussieeren met »de Eendracht", maar wel kan ik namens Burgemeester en Wet houders deze vei klaring afleggen: indien de bouwvereeniging »de Eendracht" er in slaagt om alle bezwaren weg te nemen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, welke door de nieuwe voorwaarden van den Minister gerezen zijn en een weg opent waardoor zij daadwerkelijk, naar ons oordeel, alle risico, die de Minister op de gemeente legt, overneemt, dan is bij ons nog aanwezig de neiging om dat besluit van 11 Juli uit te voeren. Als nu de heer Dubbeldeman zich in dezen zin uitspreekt, dat hij er niet aan twijtelt of Burgemeester en Wethouders zullen van de bouwvereeniging »de Eendracht" volkomen krijgen datgene, wat zij noodig hebben om het boven allen twijfel zeker te stellen, dat het de gemeente geen cent aan bouwvoorschot en bijdrage in het exploitatie-tekort méér zal kosten dan het bedrag, dat de gemeente van het Rijk voor dezen bouw krijgt hij kan dat met eenig gezag doen, omdat bij, naar ik meen, Voorzitter van die bouwvereeniging is dan ben ik genegen in over weging te geven om dit voorstel aan te houden en af te wachten, of wij schriftelijk die verzekeringen van de bouw vereeniging krijgen, om dan onze besprekingen met die bouwvereeniging over deze zaak verder voort te zetten. De heer Dubbeldeman. M. d. V. In de eerste plaats een woord tot den heer Splinter, dien ik heden avond niet heb kunnen begrijpen. Hij is Raadslid en blijft Raadslid en ik kan mij absoluut niet begrijpen, waarom hij straks als er- gestemd moet worden de plaat zal moeten poetsen. De heer Splinter zal als architect aan de bouwvereeniging «de Eendracht", aan het Rijk en aan de gemeente dus evenveel verdienen, als hij werken uitvoert in eigen beheer als wan neer wij die werken aan een aannemer geven. Hij behoeft dus niet neutraal te zijn en kan gerust partij kiezen ten aanzien van de vraag wat het meest in het belang van de gemeenschap is, want dit staat onomstoolelijk vast ieder Raadslid zal dat met mij eens zijn dat, als door den bouw in eigen beheer de kosten per woning bijvoorbeeld f250. lager zouden zijn dan bij een aanbesteding, dit ook in het belang van de gemeente zou wezen, want het deel, dat de gemeente dan zal moeten bijdragen, is dan kleiner, zoowel wat betreft kapitaal als wat betreft huurbijslag. Ik zou dus zeggende heer Splinter moest zich verklaren voor het plan, dat het goedkoopst is, omdat het is in het belang van de gemeente; en of hij architect voor »de Eendracht" is of niet, doet er niet toe. Hij kan er juist gemakkelijker over oor- deelen, omdat hij in de gelegenheid is als architect bij »de Eendracht" in den pot te kijken. In het belang van de gemeente moet hij van de door hem opgedane ondervinding gebruik maken en straks niet wegloopen. De heer Sijtsma heeft gezegd De Voorzitter. Mag ik den heer Dubbeldeman even in de rede vallen? Wanneer hij een bevredigende verklaring kan afleggen naar aanleiding van de pertinente vraag van den Wethouder, dan zouden wij met deze discussie niet behoeven door te gaan. Om het antwoord op die vraag draait op het oogenblik de geheele zaak. De heer Dubbeldeman. M. d. V. Ik ben spoedig gereed maar ik moet even opkomen tegen hetgeen de heer Sijtsma heeft gezegd. Deze zegt: de gemeente mag in geen geval de financieele verantwoordelijkheid dragen. Heel goed, maar hij zal wel dankbaar aanvaarden als door den arbeid van het bestuur der bouwvereeniging de gemeente voor een paar duizend gulden wordt bevoordeeld? Als hij aan de eene zijde het risico niet wil dragen, dan vind ik het ongepermitteerd dat hij de vruchten wel wil helpen binnenhalen voor de gemeente. Dat is het toppunt. Als de heer Sgtsma het eene niet wil, moet hij het andere ook niet willen. Zijn houding is onlogisch. Het spreekt vanzelf, al wordt door de bouwvereeniging nog zoo zuinig beheerd, het zou toch mogelijk zijn dat gebeurt bij aanbestedingen ook dat het een paar duizend gulden meer zou kosten dan waarop thans gerekend wordt; maar het is ook mogelijk dat het een paar duizend gulden goed- kooper blijkt te zijn en dan is het ook in het belang van de gemeente. Als men in het eene wil deelen dan moet men het andere ook durven te riskeeren. Daarom begrijp ik de houding van den heer Sijtsma niet; die houding is allesbehalve democratisch en allesbehalve vooruitstrevend. De heer de Lange wil van mij een pertinente verklaring hebben. Ik geloof, dat Burgemeester en Wethouders die ver klaring van »de Eendracht" reeds in hun bezit hebben. Ik heb die verklaring vanmiddag, vóórdat ik haar aan den Secretaris ter hand wilde stellen, aan den heer de Lange gegeven omdat ik dachthet is goed dat hij het weet, voordat wij dit punt bespreken. Het bestuur van »de Eendracht" heeft verklaard bereid te zijn het risico op zich te nemen dat het Rijk of de Minister meent op de schouders der gemeente te moeten leggen. En ik meen, dat het den heer de Lange ook bekend is hij heeft een schrijven in dien geest van het bestuur van »de Eendracht" ontvangen op welke wijze zij het denkt te vinden als er een tekort mocht zijn. Wij zullen hetgeen het meer zou moeten kosten aan bouwkapitaal vinden uit ons eigen kapitaal, het geld, dat de leden der vereeniging bijeen gebracht hebben, en ten behoeve van de meerdere aflossing zullen wij de huren verhoogen. Ik geloof, dat dit duidelijk genoeg gezegd is. Maar wij zijn zoo overtuigd, dat het wel voor de lagere raming gemaakt kan worden, dat wij geen enkel bezwaar hebben om die ver klaring te doen. Bovendien, ik wil het als Raadslid nog wat secuurder doen. Straks komt het voorstel om punt V van het Raadsbesluit van 11 Juli j.l. in te trekken in stemming en nu zou ik daarop willen indienen een amendement, dat strekt om in te voegen«tenzij de arbeiderswoningbouwvereeniging »de Eendracht" bereid is de risico, die het Rijk op de ge meente wil schuiven, op voldoende wijze, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, voor hare rekening te nemen". Ik geloof, dat dit voldoende is voor den Raad. Het College moet dan beoordeelen, of de zekerheidstelling van het bestuur van »de Eendracht" al dan niet voldoende is. Maar de Raad moet uitspreken dat, als de bouwvereeniging het risico op zich durft te nemen, hij als zoodanig geen bezwaar er tegen heeft, indien blijkt dat de zekerheidsstelling van de vereeni ging in orde is. De Voorzitter. Door den heer Dubbeldeman is een amen dement ingediend, strekkende om aan de conclusie van het voorstel van Burgemeester en Wethouders toe te voegen: «tenzij de arbeiderswoningbouwvereeniging «de Eendracht" bereid is de risico, die het Rijk op de gemeente wil schuiven, op voldoende wijze, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders, voor hare rekening te nemen." Burgemeester en Wethouders zijn bereid dat amendement over te nemen. De hoer Huurman. M. d. V. Ik wensch over het amende ment een enkel woord in het midden te brengen. Ik geloof, dat wij op deze wijze een zeer gevaarlijken weg opgaan. De arbeiderswoningbouwvereeniging «de Eendracht" wil het risico dragen en nu weet ik wel, dat in het amendement staat, dat de zekerheid, die gesteld zal worden, moet zijn ten ge noegen van Burgemeester en Wethouders, maar wij weten allen, dat die vereeniging geen kapitaal bezit. Op welke wijze wil zij een behoorlijke zekerheid stellen? Zij heeft mogelijk eenig geld, maar dat staat in verband met den eersten bouw, toen nog de bepaling gold, dat er 5% gestort kapitaal van de vereeniging moest zijn. Misschien is dat geld nog beschik baar, maar de vraag is of dat geld voor dit doeleinde mag worden gebruikt. Later is bij wetswijziging bepaald dat het Rijk 100 kan verstrekken. In de tweede plaats wil ik onder de aandacht brengen, dat, als de vereeniging bemerkt, dat zij met het bedrag, dat eventueel voor dien bouw zal worden uitgetrokken, niet toe komt, het voor haar een zeer geringe moeite is om bij de afwerking van het geheel op den bouw te gaan bezuinigen. Is men dus, wat de afwerking betreft, wel zoo safe, dat zal worden gemaakt wat in het bestek is bepaald? De heer A. Eikerbout zegt, dat alles, wat niet in eigen beheer wordt gebouwd, knoeiwerk is. Toen hij dat zeide, heb ik geïnterum- peerd: onzin! Het is klinklare onzin te beweren, dat alleen dat, wat in eigen beheer gebouwd wordt, goed is en dat onder «eigen beheer" alleen goede materialen gebruikt worden. Als men met eigen beheer voortgaat, zou men dan denken dat er nooit iemand zou zijn van deze of van welke vereeni ging ook ik heb niet bepaald het oog op deze vereeniging die zich bij het koopen van materialen minderwaardige mate rialen in de hand zou laten stoppen? Meent men nu werkelijk, dat alle menschen, die voor eigen beheer ijveren en worden aangesteld dit te leiden, onomkoopbaar zijn? Indien «eigen beheer" regel wordt zal men er zeker de wrange vruchten van plukken. Wat de heer Eikerbout in het midden bracht omtrent opzetjes bij aanbestedingen, dat is gruwelijk overdreven. De heer Dubbeldeman. Kom, kom. De heer Huurman. Misschien doen boekhandelaren dit, maar bij aannemers van bouwwerken is dit niet zoo erg als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 24