228 de subsidieering door de gemeente Leiden van het Muziekcorps en van de Vakschool; dat de leerkrachten en leerlingen der Muziekschool gratis muziekuitvoeringen geven op de Volksbijeenkomst, Rijngeest enz. Redenen waarom adressante Uw college eerbiedig verzoekt haar ten behoeve van haar Muziekschool een subsidie van ƒ5000.per jaar te willen verleenen. Hetwelk doende enz. A. D. Vijöh, Voorzitter. G. H. E. Nord Thomson, w.d. Secretaris. N°. 380. Leiden, 11 November 1921. Voor de benoeming van eene onderwijzeres, hoofd der Openbare Meisjesschool 2e klasse, ter vervulling van de vacature, welke den len Januari e.k. zal ontstaan door het met ingang van dien datum verleend eervol ontslag aan Mej. C. B. Renaud, bieden wij U, in overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Leiden, de navolgende voordracht aan: 1®. Mej. A. B. J. WISSEL, onderwijzeres aan de Openbare Meisjesschool 2e klasse, te Leiden; 2°. Mej. J. BALJET, onderwijzeres te 's Gravenhage; 3° Mej. L. W. E. VALK, hoofd der lagere school van het Zeehospitium te Katwijk. Onder mededeeling dat het betrekkelijk schrijven van den meergenoemden Inspecteur in de Leeskamer ter inzage ligt, verzoeken wij U alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 381. Leiden, 11 November 1921. Voor de benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 3 alhier, ter vervulling van de vacature, ontstaan door het ver leend eervol ontslag aan Mej. H. C. Planjer, bieden wij U de navolgende voordracht aan: 1°. Mej. E. BRONSD1JK, tijdelijk onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de O. L. School 2e kl. voor Jongens en Meisjes No. 3, te Leiden 2®. Mej. G. VAN DER LINDEN, 3°. Mej. M. C. ALLERS, beide helpster bij het onderwijs in de nuttige hand werken, te Leiden. Onder mededeeling, dat het advies van den Schoolopziener in de Inspectie Leiden, alsmede het bericht van het betrokken hoofd der school in de Leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U alsnu tot benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 382. Leiden, 11 November 1921. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek bestaat bij ons College geen bezwaar. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mevr. C. J. G. Boekwijt—Van der Upwich, op haar verzoek, eervol ontslag 'te verleenen als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 2, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 19 October 1921. Aan den Raad der gemeente Leiden! Ondergeteekende, C. J. G. Boekwijt—Van der Upwich, onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de school Van der Werfstraat, geeft met verschuldigden eerbied te kennen, dat zij gaarne met ingang van 1 Januari 1922 eervol ontslag wenschte te hebben uit genoemde betrekking. Zij is bijna 8 jaren (van 1873—1881) als gewoon onderwijzeres bij het Lager onderwijs werkzaam geweest en 1 Januari 1922 gedu rende 27 jaren bij het handwerkonderwijs. Met de meeste hoogachting heeft zij de eer te zijn Uw d.w dienaresse C. J. G. BoekwijtVan der Upwich. N°. 383. Leiden, 11 November 1921. De aan Gedeputeerde Staten dezer provincie ingezonden verordening, betreffende het bedrijf van den Districts- Keuringsdienst van Waren, heeft aan dat College aanleiding gegeven tot eenige opmerkingen, vervat in het hieronder afgedrukt schrijven van 17/24 October j.l. Aangezien ons deze opmerkingen niet ongegrond voorkomen, geven wij Uwe Vergadering in overweging: a. in de bovengenoemde verordening de volgende wijzigingen aan te brengen: 1°. Artikel 17 te lezen als volgt: »De balans en verlies- en winstrekening wordt, na voor- »loopige vaststelling door den Raad, jaarlijks tegelijk met de «gemeente-rekening en vergezeld van de noodige toelichting, »aan Gedeputeerde Staten ter vaststelling opgezonden". 2°. Artikel 18 te lezen als volgt: «Het besluit van Gedeputeerde Staten, houdende vaststelling »van de balans en verlies- en winstrekening, strekt Burge- »meester en Wethouders en den Directeur-Scheikundige tot «ontlasting, behoudens later in rechten gebleken valschheid »in bewijsstukken". 3°. De laatste zin van artikel 19 te doen vervallen. 4°. In artikel 21 tusschen de woorden «Gedeputeerde Staten" en «opgezonden" in te voegen de woorden: «ter goed keuring". 5°. In het eerste en in het derde lid van artikel 23 de woorden: «den Raad" te vervangen door: «Gedeputeerde Staten". Het tweede en het vierde lid van dat artikel te doen ver vallen. b. de verordening, aldus gewijzigd, opnieuw vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 's-Gravenhage, 17/24 October 1921. De verordening, betreffende het bedrijf van den Districts- Keuringsdienst van waren, geeft ons aanleiding het volgende onder uwe aandacht te brengen. 1°. Bij de samenstelling van de bepalingen in de artt. 17, 18 en 23 is geen rekening gehouden met art. 2 sub 10 van het Koninklijk besluit van 18 Maart 1921 Staatsblad 592 tot uitvoering van art. 13 der Warenwet. Immers niet door den raad, doch door ons College zal de bedrijfsbegrooting moeten worden goedgekeurd en de balans en verlies en winstrekening vastgesteld. 2°. De laatste zin van art. 19 schijnt te moeten vervallen. De wijze, waarop de begrooting ingericht moet worden toch is in art. 20 volledig aangegeven. Wij verzoeken u de vereischte wijzigingen te willen bevorderen. De Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland. Sweerts, Voorzitter. H. de Wilde, lo. Griffier. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. N®. 384. Leiden, 12 November 1921. In Uwe Vergadering van 21 Maart j.l. werd de behande ling van ons onder n°. 82 der Ingekomen Stukken opgenomen praeadvies op de verzoeken van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond van Werklieden in Overheidsdienst en van de afdeeling Leiden van het Nationaal Verbond van Gemeente-Ambtenaren in Nederland, waarbij er met een beroep op de bij Raadsbesluit van 7 Februari 1921 (Ingek. Stukken n°. 4) voor het politiepersoneel vastgestelde regeling op werd aangedrongen, dat eenzelfde regeling resp. voor de brugwachters en rechercheurs zou worden getroffen, op voor stel van den heer Heemskerk aangehouden, teneinde deze aangelegenheid eerst nog in de commissie voor georganiseerd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 8