340 MAANDAG 19 SEPTEMBER 1921. 2°. Verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond om onver wijld over te gaan tot de instelling van een Crisis-commissie. 3°. Voorstel van den beer F. Eikerbout, in zake steun regeling voor arbeiders, die door de crisis werkloos zijn geworden. 4°. Voorstel van de heeren Heemskerk en van Stralen, in zake de instelling van een Commissie tot regeling van de uitkeering aan uitgetrokken werklooze arbeiders. 5°. Adres van den Leidschen Christelijken Besturenbond in zake de wijze van steunregeling voor de georganiseerde arbeiders. De Voorzitter. Ik stel voor deze voorstellen en adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. De beraadslaging wordt geopend. De heer van Stralen. M. d. V. Ik geloof niet, dat de onderteekenaars van deze verschillende stukken er bezwaar tegen zullen hebben dat de verzoekschriften en voorstellen naar Burgemeester en Wethouders om praeadvies gaan; maar het zal toch waarschijnlijk wel in de bedoeling van Burge meester en Wethouders liggen dat de zaak zoo spoedig mogelijk ter hand genomen wordt en dat onderwijl geene andere maatregelen van gemeentewege genomen zullen worden, welke eigenlijk zouden strekken tot nadeel van wat is voorgesteld. Mijnheer de Voorzitter. In de vorige Raadsvergadering is bepaald, dat de huidige steun verleening zal doorloopen tot het einde dezer maand. Als nu deze adressen en voorstellen naar Burgemeester en Wethouders om praeadvies gaan, dan zal het allicht October worden eer die zaak in een Raads vergadering behandeld zal kunnen worden. Nu geloof ik, dat hieraan toch onmiddellijk vastzit, dat de Raad zal moeten besluiten, dat de huidige steunregeling nog even zal doorloopen, desnoods na September, totdat in zake de aanhangige adressen en voorstellen door den Raad een beslissing is genomen. Ik zou gaarne van Burgemeester en Wethouders de toe zegging krijgen, dat dit zal geschieden. De heer F. Elkerbout. M. d. V. Ik heb er geen bezwaar tegen, dat deze stukken in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies gesteld worden. Ik zou echter, in aansluiting aan hetgeen de heer van Stralen gezegd heeft, de vraag willen stellen, of de mogelijkheid bestaat dat in de eerstvolgende Raadsvergadering dat praeadvies aan de orde zal komen. Dan zouden alle mogelijke bezwaren ondervangen worden en zou de zaak spoedig haar beloop kunnen krijgen. De heer Bots. Ik wijs erop, dat ten aanzien van deze voorstellen advies gevraagd zal moeten worden o. a. aan het Burgerlijk Armbestuur en met het oog daarop kunnen wij vooraf niet zeggen, wanneer het praeadvies gereed zal zijn. Het kan dus best zijn, dat er eenige tijd zal verloopen eer deze voorstellen weder in den Raad komen. Wij voeren nu uit het besluit, dat in de vorige Raads vergadering genomen is. De heer Sijtsma. M. d. V. Het lijkt mij toe, dat wij vrede moeten hebben met het voorstel van Burgemeester en Wet houders om deze stukken in hunne handen om praeadvies te stellen, in afwachting of zij met bekwamen spoed daaraan zullen werken. Dat moeten wij hopen en vertrouwen, omdat de zaak eenigszins urgent is. Blijkt dat later niet het geval te zijn, dan hebben de heeren nog gelegenheid erop terug te komen. Het gaat niet aan om nu bij voorbaat Burgemeester en Wethouders ervan te verdenken, dat zij niet op tijd met hun praeadvies zullen komen en hen in gebreke te stellen. Het komt mij dus voor, dat de heeren van Stralen en Eikerbout zich moeten nederleggen bij het voorstel van Burge meester en Wethouders zonder meer en verder af te wachten. Een andere mogelijkheid zie ik niet in. De Voorzitter. Ik doe opmerken, dat het de begeerte is van Burgemeester en Wethouders om zoo spoedig mogelijk de zaak af te doen. Hoe eerder wij er mede klaar komen, hoe liever het ons zal zijn en ik kan ook de verzekering geven, dat wij niet opzettelijk of door onverschilligheid de zaak zullen ophouden. De heer Heemskerk. M. d. V. Ik begrijp volkomen, dat Burgemeester en Wethouders deze zaak niet opzettelijk zullen optuuden; ik vertrouw, dat zij de noodige voortvarendheid zullen betrachten om te probeeren oen goede oplossing te vinden ten bate van wat in deze adressen gevraagd wordt. Ik moet echter opkomen tegen de voorstelling, welke de heer Sijtsma geeft, alsof bij de voorstellers eigenlijk de bedoeling zou voorgezeten hebben bij voorbaat als het ware door deze beslissing Burgemeester en Wethouders in het ongelijk te stellen. Dat is absoluut niet de bedoeling van deze voorstellen. De bedoeling is, dat wij ons natuurlijk moeten onderwerpen aan het besluit, genomen in een van de vorige Raadsvergaderingen, maar waar de onderteekenaren van de ingediende voorstellen dat besluit niet in het belang van de gemeente en van de werkloozen achten, moet er naar hun oordeel zoo spoedig mogelijk een oplossing worden gevonden. Wij vertrouwen werkelijk op de voortvarendheid van Burgemeester en Wet houders, maar men moet begrijpen, dat hier een moeilijk vraagstuk tusschen in komt, namelijk de in de vóórlaatste ver gadering door Burgemeester en Wethouders gedane toezegging om met de uitkeering aan de werkloozen voort te gaan en het feit, dat het misschien nog enkele weken zal duren, voordat Burgemeester en Wethouders op deze voorstellen praeadvies zullen uitbrengen. Er komt dus een hiaat tusschen en nu is de vraag of Burgemeester en Wethouders toch hun bedoeling zullen uitvoeren en de werkloozen zich rechtstreeks zullen doen aanmelden bij het Burgerlijk Armbestuur, dan wel of zij zullen trachten een oplossing te vinden, waardoor deze maatregel hangende kan blijven. Dat laatste is de bedoeling van de onderteekenaren der voorstellen en daarom zou ik willen vragen of Burgemeester en Wethouders de zaak niet kunnen opschorten, zoodat de werkloozen toch in het bezit komen van de uitkeeringen en zich niet behoeven aan te melden bij het Burgerlijk Armbestuur. Misschien is er in dien zin een oplossing te vinden en ik beveel die aan in de goedwilligheid van Burgemeester en Wethouders. De heer Bots. M. d. V. Zooals reeds is gezegd, wij voeren het besluit van de voorlaatste Raadsvergadering uit. Men moet dat doen of niet doen, maar, als men het uitvoert, is de oude regeling met 1 October vervallen. Is dan de nieuwe regeling niet klaar, dan moeten wij ons houden aan hetgeen in de voorlaatste vergadering is besloten. Het kan ook zijn, dat de nieuwe regeling vrij wel gelijk zal zijn aan de oude. De Voorzitter. Ik herhaal wat ik den vorigen keer gezegd heb: de menschen moeten steun hebben. Als de oude regeling kwam te eindigen, voordat de nieuwe was tot stand gekomen, dan zou de steunverleening via het Burgerlijk Armbestuur moeten plaats hebben, maar de bedoeling is in elk geval, dat de menschen hun steuri behouden. Ik had gehoopt, dat de nieuwe regeling in deze vier weken gereed zou komen, maar de zaak heeft een eenigszins ander verloop gehad dan ik mij had voorgesteld, omdat men haar in een andere richting heeft geleid dan ik had gedacht, dat men zou doen. De steunver leening moet plaats hebben en Burgemeester en Wethouders zullen zich haasten om bij den Raad met een praeadvies te komen. De heer van Stralen. M. d. V. Het blijkt zoowel uit het antwoord van den heer Bots als uit dat van den Voorzitter, dat wij niet met zekerheid kunnen zeggen, dat de tegen woordige steunregeling zal voortgezet worden, totdat het praeadvies van Burgemeester en Wethouders is verschenen. Burgemeester en Wethouders laten uitkomen, dat zij het Raadsbesluit van de voorlaatste Raadsvergadering uitvoeren, dit is gedurende de maand September overvoeren van de werkloozen naar het Burgerlijk Armbestuur. Daarmede gaan Burgemeester en Wethouders voort. Nu zou ik dit willen opmerkenwaar de strekking van de ingediende voorstellen en van de adressen, die ingekomen zijn, iets anders is dan het overvoeren van de georganiseerde arbeiders naar het Burgerlijk Armbestuur, vind ik het dubbel werk, als Burge meester en Wethouders thans maatregelen nemen orn de overvoering van de werkloozen naar het Burgerlijk Armbestuur te bewerkstelligen, terwijl den volgenden keer misschien door den Raad een besluit wordt genomen, dat de werkloozen niet zullen verwezen worden naar het Burgerlijk Armbestuur, maar naar een steuncommissie, zooals die in de voorstellen is bedoeld. Het gaat niet aan maatregelen te nemen, welke misschien korten tijd later moeten worden omgewerkt of stop gezet. Wat is er tegen, dat een paar weken na 1 September de bestaande steunregeling wordt voortgezet? Op de kosten behoeft dat niet af te stuiten, want zooveel kost dat niet. Het eenvoudigste zou wezen om met de bestaande steunver leening tot het einde van het jaar voort te gaan, want met 4 Januari worden de werkloozen weer reglementair trekkend, zoodat men om de kosten niet op het idee van Burgemeester en Wethouders behoeft in te gaan. Ik zou dus willen vragen of Burgemeester en Wethouders niet de toezegging kunnen doen, dat zij de bestaande steun regeling zullen voortzetten, totdat hun praeadvies op de inge diende voorstellen zal zijn verschenen. De Voorzitter. Er is in de voorlaatste vergadering een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 2