354 MAANDAG 19 SEPTEMBER 1921. Achtereenvolgens worden benoemd: tot hoofd de heer M. J. Krop, thans hoofd der openbare herhalingsschool voor Jongens, met 25 stemmen1 biljet was is blanco; tot onderwijzers de heeren A. B. v. d. Voorden, F. L. T. Moene, A. Cattel, J. M. Vos, H. Lautenbach en A. Horree, thans onderwijzers aan de openbare herhalingsschool voor Jongens, ieder met 25 stemmen, terwijl 1 biljet in blanco was. (De heer Huurman en Mevr. Baart—Braggaar hadden de vergadering inmiddels verlaten). 2°. Benoeming van één hoofd, drie onderwijzers en drie onderwijzeressen aan de school, waarin openbaar vervolg onderwijs zal worden gegeven aan Meisjes. (Zie Ingek. St. No. 302). Achtereenvolgens worden benoemd: tot hoofd de heer J. J. van Bostelen, thans hoofd der open bare herhalingsschool voor meisjes, met 25 stemmen, 1 biljet was van onwaarde; tot onderwijzers de heeren S. Broekhuizen, W. F. de Gunst en J. L. van Leeuwen, thans onderwijzers aan de openbare herhalingsschool voor meisjes, met ieder 25 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was; tot onderwijzeressen, de dames A. C. Driesens, F. E. Pen en A. L. de Vries, thans onderwijzeressen aan de openbare herhalingsschool voor meisjes, ieder met 25 stemmen, terwijl 1 biljet van onwaarde was. XIX. Benoeming van eene onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 9. (Zie Ing. St. No. 311). Wordt benoemd met 21 stemmen Mej. A. M. de Haan; Mej. S. Lafeber verkreeg 2 stemmen en Mej. C. E. de Vos 1 stem, terwijl 1 biljet in blanco en 1 biljet van onwaarde was. De Voorzitter. Ik dank de leden van het stembureau voor het verrichten van hun taak. XX. Voorste] tot verhuring van het perceel Nieuwe Rijn No. 22, aan Mevr. T. J. AlofsMaijee. (Zie Ing. St. No. 312). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De Voorzitter. Thans geef ik de gelegenheid voor wie nog iets in het belang van de gemeente in het midden te brengen heeft om zulks te doen. De heer A. Elkerbout. M. d. V. Het is nu ruim een half jaar dat ik van den Raad deel uitmaak. Ik ben nu nog wel een jong broekje hier, maar ik vind het toch eigenaardig, dat ik in dien korten tijd al vijfmaal in het stembureau benoemd ben. Bij de benoeming tot lid van den Raad heb ik op mij genomen alle werkzaamheden, welke mij opgedragen zouden worden, te volbrengen; dat wil ik gaarne doen; maar aan gezien er 31 Raadsleden zijn zou ik den Voorzitter in over weging willen geven de functies beter te verdeelen. Ik wil deze gelegenheid tevens aangrijpen om erop te wijzen dat van onze fractie, die nu reeds zoo langen tijd in den Raad zit, nog niet één keer iemand benoemd is tot vooizitter van het stembureau. Op zich zelf vind ik het niet zoo erg, maar toch is het eenigszins krenkend. Dus ik zou gaarne zien, dat daarmede voortaan rekening gehouden werd. De heer Kuivenhoven. Ik wil vragen, Mijnheer de Voor zitter, of het met het oog op het drukke verkeer aan de Haven, niet wenschelijk zou zijn te bepalen, dat bij de Zijl- poortbrug de fietsrijders even moeten afstappen. Er komen anders beslist ongelukken. De Voorzitter. Ik kan den heer Kuivenhoven mededeelen, dat juist de door hem genoemde brug in den laatsten tijd verscheidene malen onder de aandacht van Burgemeester en Wethouders is gebracht. Er zijn echter allerlei moeilijkheden aan verbonden. Er komt bij, dat op het oogenblik drie andere bruggen voor verbetering onderhanden zijn. Dus ook deze brug zal op haar tijd in aanmerking komen. Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter de vergadering. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 16