DINSDAG 6 SEPTEMBER 1921. 335 de Arbeidsbeurs, de Werkloosheidsverzekering of het Beurs gebouw verband houdende werkzaamheden zonder extra vergoeding kunnen worden opgedragen; de heer van Stralen verkreeg 2 stemmen, terwijl 5 biljetten in blanco waren. De Voorzitter. Ik dank de ieden van het stembureau voor het gewichtige werk, door hen verricht. De Voorzitter. Ik stel nu aan de orde, in verband met de benoeming, welke het laatst heeft plaats gehad, het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van de jaarwedde van den Directeur van de Gemeentelijke Arbeids beurs, tevens Districts-Arbeidsbeurs. De beraadslaging wordt geopend. De heer Kuivenhoven. M. d. V. Burgemeester en Wethouders stellen voor den Directeur van de Arbeidsbeurs een positie te geven, welke feitelijk niet overeenkomt met de werkzaam heden, welke door hem verricht zullen moeten worden. Ik wil nu in het kort aangeven, welke de werkzaamheden van deze inrichting zijn om te doen uitkomen welke positie de Directeur er van moet hebben. Wanneer door het publiek gesproken wordt over arbeids bemiddeling en arbeidsbeurzen is dit in den regel niet zeer waardeerend, omdat zij, die zoo spreken, onbekend zijn met de nuttige werking en de talrijke bemoeiingen van dit instituut op sociaal gebied. De resultaten door haar bereikt, blijven dan ook vrijwel onbekend voor het algemeen, -hoewel zij aan vele personen en hierdoor ook aan de gemeenschap ten goede komen. Door de verplichte aanmelding van alle georganiseerde werkloozen en zeker is 9/10 der werklieden georganiseerd, worden zoowel goed geschoolde als minderwaardige arbeids krachten beschikbaar, terwijl door de goed ingerichte inter communale werking aan bijna elke aanvraag kan worden voldaan. De intercommunale en ook de internationale arbeids bemiddeling ondervinden daarbij krachtigen steun van het Rijk. Deze algemeene trekken geiden natuurlijk ook voor de Arbeidsbeurs in onze gemeente, zoodat in deze gemeente reeds hondérden arbeiders en velen in andere gemeenten aan werk zijn geholpen. Wat dit beteekent voor hen en de gemeenschap behoeft niet nader te worden verklaard. De zeer primitieve toestand der Arbeidsbeurs hier ter stede, zoowel wat stand plaats, lokaliteit, als personeel betreft, en het feit dat deze steeds als bijzaakje moest worden behandeld, deed haar ten achter blijven bij die in andere gemeenten, waar dit instituut reeds geruimen tijd krachtig gesteund door het Gemeente bestuur, gehuisvest in goed ingerichte lokalen, en bediend door geschoold personeel, zich kan ontplooien. Begrijpelijkerwijze moet aan het hoofd van deze inrichting iemand staan, geschikt voor de steeds hooger wordende eischen der leiding. Niet alleen dat de werkzaamheden in de laatste jaren belangrijk zijn toegenomen, ook in aard en gehalte zijn deze beduidend veranderd. De groeiende belangstelling van werkgevers en werknemers voor dit instituut makeD, dat het zich hoe langer hoe meer aan de wenschen der betrokkenen en de eischen der bedrijven heeft aan te passen, zoodat de Arbeidsbeurs meer beteekenis krijgt voor het bedrijfsleven en voor tal van sociale instel lingen, terwijl zij hare medewerking moet verleenen aan de voorbereiding of uitvoering van verschillende aan de arbeids bemiddeling verwante vraagstukken. Ook de intercommunale arbeidsbemiddeling vordert voort durend meer van den Directeur der Districtsarbeidsbeurs, terwijl de toenemende Rijksbemoeiing deze in een meer ver antwoordelijke, maar ook belangrijker positie plaatst. Aan hem worden behalve kennis van administratie, moderne talen en algemeene ontwikkeling, hooge eischen gesteld van maatschappelijk inzicht, van tact, van kennis en werkkracht. Deze positie eischt dus den geheelen man, die daarin over eenkomstig zijn betrekking en maatschappelijke positie een onafhankelijk bestaan moet vinden. Waar bij de beoordeeling der salarieering rekening is ge houden met de jaarwedden in deze gemeente en ook met die, toegekend aan gelijke betrekkingen in andere gemeenten, kan worden aangetoond dat bij de voorgestelde salarisregeling in alle opzichten de zuinigheid is betracht. Ik zou daarom wilien voorstellen om aan den Directeur, die thans benoemd is, een aanvangssalaris toe te kennen van ƒ3800, met vier eenjaarlijksche verhoogingen van ƒ100. De Voorzitter. Door den heer Kuivenhoven is voorgesteld het salaris van den Directeur van de Gemeentelijke Arbeids beurs te bepalen op 3800 met vier één-jaarlijksche ver hoogingen van 100. Het voorstel van den heer Kuivenhoven wordt voldoende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van beraad slaging uit. De heer Bots. M. d. V. Ik kan aan den heer Kuivenhoven antwoorden, dat Burgemeester en Wethouders voor niemand onderdoen in waardeering voor de Arbeidsbeurs. Vandaar dan ook, dat zij hebben bevorderd dat voor zeer duur geld die Arbeidsbeurs is gesticht en de daarvoor noodige gebouwen zijn aangekocht, maar zij kunnen niet toegeven, dat de beloo ning, welke voor de betrekking van Directeur wordt voor gesteld, schriel kan worden genoemd, gegeven de kwaliteiten, welke zoo iemand moet bezitten. Burgemeester en Wethou ders meenden, dat voor iemand, die als hoofd-administratief- ambtenaar wordt ingedeeld, mag worden verwacht, dat hij de noodige kwaliteiten voor deze betrekking bezit, en dus een belooning van ƒ3400.tot ƒ3800.voldoende moest worden geacht. Bovendien worden in dit geval dadelijk twee periodieke verhoogingen toegekend, zoodat het salaris bedraagt 3600.Daarmede kon, gezien de niet drukke werkzaam heden, welke de Arbeidsbeurs voorloopig medebrengt, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders worden volstaan, maar hiermede is niet gezegd, dat, als de zaak groeit en bloeit, niet eenige promotie kan volgen. Burgemeester en Wethou ders kunnen er evenwel niet toe medewerken direct met een hooger salaris te beginnen en zij ontraden dan ook de aan neming van het voorstel van den heer Kuivenhoven. De heer Kuivenhoven. Ik kan begrijpen, dat Burgemeester en Wethouders met dit voorstel zijn gekomen; maar men moet toch in aanmerking nemen, dat deze persoon eerst een salaris had van ƒ3200.benevens vrij wonen, vuur en licht, gewaardeerd op 350.Nu stellen Burgemeester en Wethouders voor den man te geven een verhooging van salaris van 200.en verder krijgt hij ook de 350.voor woninghuur enz.; maar zoodoende komt de man ten slotte in slechter conditie dan vroeger, want hij ziet natuurlijk in dezen winter geen kans voor 550.te krijgen een woning met vrij vuur en licht. Hij is dus achteruitgesteld wat zijn salaris betreft. Niemand zal in dezen tijd een woning met licht en vuur voor 550.kunnen krijgen. Dat bestaat nu eenmaal niet. De heer Bots. M. d. V. In aanmerking moet ook genomen worden, welke muziek voor de toekomst in het voorstel van Burgemeester en Wethouders voor dezen ambtenaar zit. Binnen eenige jaren heeft hij nog 2 periodieke verhoogingen van 100.elk. Met den tijd wordt dus zijne positie beter en dat is een voorname factor. De heer Kuivenhoven moge voor het oogenblik min of meer gelijk hebben wat ik nog niet zoo grif aanneem dat de benoemde er op achteruit gaat, hij heeft toch veel betere vooruitzichten en krijgt ontegenzeggelijk een veel gemakke lijker werkkring. De Voorzitter. De heer Kuivenhoven heeft gezegd, dat deze ambtenaar 3200.verdiende, maar er moet rekening mede gehouden worden, dat daarvan afging 350.voor vrije woning en vrij vuur en licht. Burgemeester en Wethouders stellen nu voor zijn salaris te brengen op 3600.hij zal dus overhouden voor woninghuur enz. 750.terwijl hij voorts vooruitzicht heeft op nog 2 periodieke verhoogingen elk van 100. Ik kan de verzekering geven, dat deze zaak bij Burgemeester en Wethouders een punt vau zeer breedvoerige bespreking heeft uitgemaakt. Door de combinatie van verschillende functies was het totaal bedrag zijner wedde tamelijk hoog en wij begrepen toch, dat hij er niet op achteruit mocht gaan. Wij hebben gemeend hem op deze wijze geheel te hebben kunnen be vredigen. Dat hij nu f 750.noodig zou hebben voor huis vesting enz., kunnen wij niet aannemen, en zooals gezegd, hij heeft nog in het vooruitzicht 2 periodieke verhoogingen. De heer Kuivenhoven. M. d. V. Ik heb uit het stuk van Burgemeester en Wethouders niet kunnen opmaken, dat de geschatte waarde van vrij wonen enz. ad 350.van het traktement werd afgetrokken. Ik heb eruit opgemaakt, dat de man een vast salaris had van 3200.benevens vrij wonen enz. Wanneer het is, zooals de Voorzitter nu mede deelt, dan trek in mijn voorstel in. De Voorzitter. Ik moet naar aanleiding van wat de heer Kuivenhoven nu zegt erop wijzen, dat in Ingekomen Stuk no. 290 duidelijk aangegeven is dat van die 3200.afging een bedrag van 350.— wegens vrij wonen, enz. Men moet niet zeggen, dat de man er op achteruitgaat: hij gaat er in elk geval op vooruit. Hij heeft bovendien nog het vooruitzicht op twee periodieke verhoogingen. Burgemeester en Wethouders zien geen reden aanwezig om de bezoldiging van dezen functionaris zoo hoog op te voeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 7