196 Leiden 3 Augustus 1921. Aan Edl. Achtb. Heeren Burgemeester en Wethouders. De ondergeteekende verzoekt om een drooglocaaltje te mogen bouwen ten diensten van den Heer Johan Parmentier aan de Schelpekade no. 6 Sectie M. no. 3640 volgens hierbij gaande plan en situatie. Hoogachtend UEd. d.w. dienaar H. P. L. Vorst. N®. 308. Leiden, 13 September 1921. Onder overlegging van nevensgaand adres van G. J. Rutgers, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant vergunning te verleenen om het, op een open terrein achter het perceel Haarlemmerweg no. 57, Kad. Sectie K, no. 1845, 2967, 2572 en 2968, te bouwen schuurtje van hout te doen maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 6 September 1921. Aan den Raad der gemeente Leiden. Weledelachtbare Heeren, De ondergeteekende G. J. Rutgers verzoekt beleefd vergunning tot het maken van een houten schuurtje, volgens bijgaande teekening, op het open terrein achter het perceel Haarlemmer weg no. 57, kad sectie k. no. 1845, 2967, 2572 en 2968. Met de meeste hoogachting G. J. Rutgers. N®. 309. Leiden, 13 September 1921. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van de Neder- landsche Electrische Timmerfabriek »Doelma" te Noordwijker- hout, nabij Piet Gijzenbrug, om van de aan de gemeente toebehoorende los- en laadplaats, gelegen aan de Haarlem mertrekvaart tegenover genoemde fabriek, ter lengte van 15 M., gebruik te mogen maken, bestaat bij ons College geen bezwaar. De huurprijs ware overeenkomstig het advies der Commissie van Fabricage te bepalen op ƒ3.per M2 en per jaar, d. i. dus, vermits de oppervlakte van het in gebruik gevraagde gedeelte 221/» M2 bedraagt, 67.50 per jaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan de Nederlandsche Electrische Timmerfabriek sDoelma" te Noordwijkerhout, nabij Piet-Gijzenbrug, tot wederopzeggens en behoudens rechten van derden tegen betaling van een jaarlijksche vergoeding van ƒ67.50 in gebruik te geven het gedeelte van de los- en laadplaats aan de Haarlemmertrek vaart, gelegen tegenover genoemde fabriek en ter oppervlakte van 22x/a M2, onder voorwaarde 1° dat de losplaats met schoeiing ten genoegen van Burge meester en Wethouders in goeden staat worde onderhouden en alle beschadigingen aan de losplaats, den weg en de schoeiing toegebracht, en alle verontdiepingen van het vaar water door het laden of lossen ontstaan, voor rekening van adressante worden hersteld; 2° dat voortdurend de noodige voorzieningen worden getroffen voor een onbelemmerde afwatering van den weg en den berm ter plaatse van de losplaats; 3° dat voor het laden, lossen en aanleggen uitsluitend gebruik worde gemaakt van de losplaats, en nimmer van de bermen daarnaast; 4° dat nimmer wagens, goederen, enz. op de losplaats blijven staan en het verkeer van voertuigen en voetgangers niet worde belemmerd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Noordwijkerhout 28 Juli 1921. Edelachtbare Heeren, Ondergeteekende C. v. d. Leek, directeur der Ned. Elec trische Timmerfabriek »Doelma" te Noordwijkerhout nabij Piet Gijzenburg, dient met verschuldigde eerbied het verzoek in tot toestemming om van de bestaande los- en laadplaats lang 15 Meter, gelegen aan de Leidsche trekvaart, tegenover bovengenoemde fabriek, gebruik te mogen maken. C. v. d. Leek, Dir: Aan Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 310. Leiden, 14 September 1921. Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer H. P. Veldhuyzen bestaat bij ons College geen bezwaar. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging den heer H. P. Veldhuyzen voor het tijdvak 15 Augustus 1921 15 Augustus 1924 te bestendigen in de betrekking van Stadsgeneesheer. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende H. P. Veldhuyzen, arts, te Leiden, heeft de eer U beleefd te verzoeken hem wel in de betrekking van Stadsgeneesheer te willen bestendigen en wel voor het tijdvak 15 Augustus 19211924. Hoogachtend, H. P. Veldhuyzen. Leiden 7 September 1921. N°. 311. Leiden, 14 September 1921. Ter vervulling van de vacature, ontstaan aan de openbare lagere school der 3e klasse n° 9, alhier, door het verleend eervol ontslag aan mej. P. J. van Konijnenburg, bieden wij U de navolgende voordracht aan: 1® mej. A. M. DE HAAN, onderwijzeres te Amsterdam, 2° mej. C. E. DE VOS, 3° mej. S. LAFEBER, beide tijdelijk onderwijzeres te Leiden. Onder mededeeling, dat het advies van den schoolopziener in de Inspectie Leiden, alsmede het bericht van het betrokken hoofd der school in de Leeskamer ter inzage liggen, ver zoeken wij U beleefd tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 12