195
III. Vast te stellen de navolgende
VERORDENING, regelende de invordering van schoolgelden
aan de scholen te Leiden, waarin openbaar vervolg
onderwijs wordt gegeven.
Artikel 1.
Het schoolgeld, verschuldigd voor de leerlingen der scholen,
waarin openbaar vervolgonderwijs wordt gegeven, wordt op
den eersten schooldag van elke maand, met uitzondering van
de maand, gedurende welke volgens het leerplan geen onder
wijs wordt gegeven, ingevorderd door het Hoold der school.
Het wordt door dezen in den loop der daarop volgende
week aan den gemeente-ontvanger verantwoord en in de
gemeentekas gestort.
Art. 2.
Van hem, die nalaat het verschuldigde schoolgeld te voldoen,
wordt dat ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van
artt. 258 en volgende der Gemeentewet.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking op den len October '1921.
IV. Wegens opheffing harer betrekking met ingang van
1 October 1921 eervol ontslag te verleene» aan Mej. W. S.
Tilanus en Mej. 1. M. Enuma, als onderwijzeres aan de
herhalingsschool voor meisjes.
V. Met ingang van 1 October 1921 als hoofd en als onder
wijzeres) aan de scholen, waarin openbaar vervolgonderwijs
zal worden gegeven, te benoemen de personen, wier namen
hierna bij elke school zijn aangegeven:
a. Aan de Jongensschool:
tot hoofd de heer M. J. Krop, thans hoofd der openbare
herhalingsschool voor Jongens;
tot onderwijzer de heeren A. B. v. d. Voorden, F. L. T.
Moene, A. Cattel, J. M. Vos, H. Lautenbach en A. Horree,
thans onderwijzers aan de openbare herhalingsschool voor
Jongens.
b.- aan de Meisjesschool:
tot hoofd de heer J. J. van Bostelen, thans hoofd der
openbare herhalingsschool voor meisjes;
tot onderwijzer de heeren S. Broekhuizen, W. F. de
Gunst en J. L. van Leeuwen, thans onderwijzers aan de
openbare herhalingsschool voor meisjes;
en tot onderwijzeres de dames A. E. Driesens, F. E. Pen en
A. L. de Vries, thans* onderwijzeressen aan de openbare
herhalingsschool voor meisjes.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 303.
Leiden, 13 September 1921.
Wij hebben de eer U mede te deelen, dat het toenemend
aantal leerlingen der Hoogere Burgerschool voor Jongens,
alhier, in den cursus 19211922 een splitsing van alle klassen
in drie afdeelingen noodig maakt.
In verband hiermede zullen voor het onderwijs in de vakken
Nederlandsch, Duitsch, Engelsch, Teekenen en Geschiedenis
tijdelijke leerkrachten moeten worden aangesteld.
De Directeur der school geeft bij zijn in de Leeskamer ter
inzage liggend schrijven in overweging, om de dames E. A. W.
Broes van Dort en A. E. Revers, leeraressen resp. in het
Duitsch en in de Geschiedenis aan de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes, alhier, en de heeren E. "W. Schallenberg, Dr.
G. G. Kloeke, Chr. Kok en H. van Batenburg, resp. leeraar
in het Nederlandsch, in het Duitsch, in het Engelsch en in
het teekenen tot tijdelijke leerkrachten te benoemen.
Met het voorstel van den Directeur kan ons College zich
geheel vereenigen, terwijl daartegen ook bij de Commissie
van Toezicht en bij den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs
geen bezwaar bestaat.
Wij geven U daarom in overweging, om de dames E. A. W.
Broes van Dort en A. E. Revers en de heeren E. W. Schallenberg,
Dr. G. G. Kloeke, Chr. Kok en H. van Batenburg voor den
cursus 19211922 aan te stellen tot leerares (leeraar) resp.
in het Duitsch, de geschiedenis, het Nederlandsch, het Duitsch,
het Engelsch en het teekenen aan de Hoogere Burgerschool
voor Jongens.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 304.
Leiden, 13 September 1921.
In verband met de splitsing van de eerste klasse der
Hoogere Burgerschool voor meisjes is het noodig eene leer
kracht aan te stellen voor het geven van 3 uren les per
week in de Wiskunde.
De Directrice geelt in overweging daartoe te benoemen
Mej. J. H. Hoestra, oud leerares aan die school, alhier.
Het komt ons billijk voor, dat Mej. Hoestra, ingeval van
benoeming, eene bezoldiging geniet van 225.'sjaars per
wekelijksch lesuur, welke bezoldiging overeenkomt met de
maximum-wedde, welke een vaste leerares geacht kan worden
te genieter, indien zij het maximum-aantal lesuren van 16
per week geeft.
In overeenstemming met het gevoelen van den Inspecteur
van- en de Commissie van Toezicht op het Middelbaar
Onderwijs, wier adviezen in de Leeskamer ter inzage liggen,
geven wij U alsnu in overweging met ingang van 21 September
a. s. voor den verderen duur van den cursus 1921/22 te
benoemen tot leerares in de Wiskunde aan den bovenge
noemde onderwijsinrichting Mej. J. H. Hoestra alhier en hare
bezoldiging vast te stellen op 225.'sjaars per wekelijksch
lesuur.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 305.
Leiden, 13 September 1921.
Voor de benoeming van eene onderwijzeres in de nuttige
handwerken aan de openbare lagere school der 3e klasse, n° 4,
alhier, ter vervulling van de vacature, ontstaan door het
verleend eervol ontslag aan mevr. M. J. CosséeChoufour,
bieden wij U de navolgende voordracht aan:
1° Mej. P. B. VAN DER HORST,
2° W. VERKOREN,
3° E. BRONSDIJK;
helpsters bij het onderwijs in de nuttige handwerken, alhier.
Onder mededeeling, dat het advies van den Schoolopziener
in de Inspectie Leiden, alsmede het bericht van het betrokken
hoofd der school in de Leeskamer ter inzage liggen, ver
zoeken wij U alsnu tot eene benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N®. 306.
Leiden, 13 September 1921.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej. H. C.
Planjer bestaat bij ons College geen bezwaar. Mitsdien geven
wij U in overweging aan Mej. H. C. Planjer, op haar ver
zoek, eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres in de
nuttige handwerken aan de openbare lagere school der 3e
klasse, n°. 3, alhier.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 31 Aug. 1921.
Edelachtbare Heeren en Dames.
Ondergeteekende H. C. Planjer, verzoekt U beleefd, haar,
wegens huwelijk, tegen 1 November a.s. eervol ontslag te
willen verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres in de
handwerken aan de school 3de kl. n®. 3.
't Welk doende
Met de meeste hoogachting,
IIC. Planjer.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
N®. 307.
Leiden, 13 September 1921.
Onder overlegging van nevensgaand adres geven wij Uwe
Vergadering in overweging aan Joh. Parmentier alhier ver
gunning te verleenen, om het op het fabrieksterrein aan de
SchQIpenkade kad. Sectie M. No. 3859 op te richten droog-
lokaal van hout te doen maken.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.