300
MAANDAG 29 AUGUSTUS 1921.
2°. Mededeeling van Mej. M. E. Olver, dat zij de benoeming
tot tijdelijk leerares aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes aanneemt.
3°. Mededeeling van J. J. Valkenburg, dat hij de benoeming
tot leeraar aan het Gymnasium aanneemt.
4°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot verkoop aan de Woningbouwver-
eeniging »de Eendracht" van een terrein gelegen ten noorden
van den Lagen Rijndijk Sectie K No. 1419.
5°. Mededeeling van Mr. Dr. C. W. van der Pot Bzn., dat
hij ontslag neemt als lid van den Gemeenteraad.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adhaesiebetuiging van de Afdeeling Leiden en Omstreken
van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Volksbond aan
de adressen van verschillende Sigarenmakersbonden, in zake
steunverleening aan uitgetrokken werknemers.
Zal worden behandeld bij punt 32 der agenda.
2°. Verzoek van de Oudercommissie der school 2e klasse
No. 3 aan de Oude Vest, om reeds nu over te gaan tot het
verbinden van een 7e leerjaar aan die school.
3°. Verzoek van de Woningbouwvereeniging »Ons Doel"
om toekenning van een voorschot en een bijdrage in de kosten
van uitvoering van een plan voor den bouw van 253 woningen,
waaronder 2 winkelhuizen en een badhuis, op een terrein in
de Waard.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
4°. Adhaesiebetuiging van den Leidschen Bestuurdersbond
aan het adres van verschillende Sigarenmakersbonden, in zake
bestendiging van de steunverleening aan uitgetrokken werk-
looze sigarenmakers.
5°. Adres van de te Leiden bestaande Vakcentralen, in zake
voortzetting na 27 Augustus van de thans geldende steun
regeling voor uitgetrokken werkloozeri, niet vallende onder
de Rijkssteunregeling.
Dit adres luidt als volgt:
Leiden, 23 Augustus 1921.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven beleefd te kennen ondergeteekenden, in hunne
kwaliteit resp. van voorzitter en secretaris van alle te Leiden
bestaande Vakcentralen, ten deze domicilie kiezende Heeren
gracht 32;
dat zij met groot leedwezen hebben kennis genomen van
het besluit van Burg. en Weth. om met ingang van 27
Augustus a.s. de steunregeling voor uitgetrokken werkloozen,
niet vallende onder de Rijkssteunregeling, stop te zetten;
dat zij deze beslissing van Burg. en Weth. zeer betreuren,
omdat deze stopzetting voor de gezinnen der werkloozen, die
daardoor van uitkeering verstoken zullen zijn, allernoodlot-
tigst is;
dat immers juist door de langdurige werkloosheid der
betrokken arbeiders de behoeftigheid in hunne gezinnen
steeds is toegenomen en het niet aangaat deze gezinnen aan
de ergste armoede onverzorgd prijs te geven;
dat bovenbedoeld besluit van Burg. en Weth. inzake stop
zetting der uitkeeringen adressanten zeer bevreemdt, waar
naar hun oordeel daarvoor geen afdoend motief is aan te
voeren, gezien het feit, dat de werkloosheid eer toe dan
afneemt en in elk geval de vooruitzichten voor den a.s.
winter zeer ongunstig zijn;
dat behalve de reeds nu uitgetrokken werkloozen, die
momenteel krachtens de gemeentelijke steunregeling worden
uitgekeerd, nog talrijke andere werkloozen zeer binnenkort
hun reglementaire steun zullen hebben genoten, die dan, zou
de gemeentelijke steunregeling worden stopgezet, van elke
ondersteuning zouden worden buitengesloten
dat de organisaties, die tot het verzenden van dit adres
besloten, er ernstig bezwaar tegen hebben, dat op deze wijze
de belangen van hun leden worden genegeerd;
dat zij derhalve Uwen Raad beleefd doch dringend ver
zoeken te willen besluiten dat de thans vigeerende gemeente
lijke steunregeling ook na 27 Augustus zal worden voort
gezet.
Hetwelk doende enz,,
Voor de Leidsche Bestuurdersbond,
H. J. Baart, voorz.
J. J. van Stralen, secr.
Voor de R.K. Volksbond,
P. Heemskerk, voorz.
W. v. Resteren, secr.
Voor de Christel. Besturenbond,
J. de Lange, voorz.
J. Slegtenhorst, secr.
Voor het Plaats. Arb.secretariaat,
F. v. d. Broek, voorz.
H. v. Welzen, secr.
Zullen worden behandeld bij punt 32 der agenda.
6°. Adres van de afdeeling Leiden van den Centralen Neder-
landschen Ambtenaarsbond, in zake de aanvulling van vacatures
bij de bedrijven uit het bestaande personeel.
Dit adres luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen, M. G. Verweij
en J. W. van Hees, resp. Voorzitter en Secretaris van de
afd. Leiden, van den Centralen Nederlandschen Ambtenaars-
bond, Secretariaat Stille Rijn No. 12;
dat zij zich per schrijven d.d. 28 Juli j.l. No. 280 hebben
gewend tot de Commissie v. Beheer v/d Stedelijke Licht
fabrieken, met verzoek de ontstane vacature van boekhouder
aan te willen vullen uit het bestaande personeel, wat voor
het bedrijf een besparing zou hebben gegeven van plus minus
ƒ3800.per jaar;
dat zij thans, blijkens een bericht in het Leidsch Dagblad
van 22 Augustus j.l., met leedwezen hebben kennis genomen,
dat op hun verzoek door H.H. Commissarissen dezer fabrieken
geen gunstige beschikking is genomen;
van oordeel zijnde, dat gezien den drang van Burgemeester
en Wethouders naar bezuiniging, deze gelegenheid daartoe
benut had dienen te worden;
Redenen waarom zij Uwen Raad verzoeken te willen uit
spreken, dat in den vervolge bij vacatures eerst dan personen
buiten het bedrijf om zullen worden benoemd, wanneer ge
bleken is, dat onder het bestaande personeel geen geschikte
krachten aanwezig zijn.
Leiden, 24 Aug. 1921. 'twelk doende, enz.
M. G. Verweij, Voorzitter.
J. W. van Hees, Secretaris.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders stellen voor
dit adres voor kennisgeving aan te nemen.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van Eck. M. d. V. Ik had gehoopt en verwacht,
dat Burgemeester en Wethouders zouden voorstellen om dit
adres in hun handen te stellen ter fine van praeadvies. Het
lijkt mij toe, dat al wordt deze zaak eenigszins rauwelings
onder de aandacht van den Raad gebracht, het beginsel,
daarin neergelegd, van voldoende belang is om eens ernstig
te worden besproken, zoodat er geen beslissing wordt genomen,
alvorens het voor en tegen is overwogen. Hadden Burgemeester
en Wethouders voorgesteld om deze zaak in hun handen te
stellen om praeadvies, dan zou ik gezwegen hebben, maar nu
hun voorstel strekt om dit adres voor kennisgeving aan te
nemen, wil ik er toch het een en ander over zeggen, in de
hoop den Raad te kunnen bewegen dit adres niet voor kennis
geving aan te nemen, maar het in handen van Burgemeester
en Wethouders te stellen.
Het lijkt mij in het algemeen zeer gewenscht om, wanneer
een vacature ontstaat aan een gemeentebedrijf of een gemeente
dienst, in de eerste plaats te overwegen of er niet onder het
personeel zelf iemand te vinden is, die geschikt is om in dat
ambt te worden aangesteld. Vooreerst verdient mijns inziens
dat systeem aanbeveling, omdat het dan mogelijk is bezuiniging
in te voeren, waartoe men anders wellicht niet zoo spoedig
zou zijn gekomen. Ontstaat er een vacature en gaat men
onmiddellijk sollicitanten oproepen, dan blijft dat ambt bestaan,
maar gaat men na of het mogelijk is om in die vacature te
voorzien door daarvoor te benoemen iemand uit het personeel
van de gemeente zelf, dan kan heel geleidelijk en heel ge
makkelijk overwogen worden of het niet mogelijk zou zijn
om door verandering van werkzaamheden met een minder