MAANDAG 29 AUGUSTUS 1921.
325
Het tweede gedeelte der motie wensch ik in stemming
gebracht te zien, tenzij Burgemeester en Wethouders alsnog
de toezegging doen zelf een onderzoek te zullen instellen.
De Voorzitter. Trek dat ook maar in!
De heer Sijtsma wenscht in stemming gebracht te zien
het voorstel om een onderzoek in te stellen of op het terrein
van het Invalidenhuis een geschikte gelegenheid is voor een
markt. Burgemeester en Wethouders hebben de zaak onder
zocht en zijn tot de conclusie gekomen, dat daar voor dat
doel geen geschikte gelegenheid is. Ik moet dus de aanneming
van het voorstel van den heer Sijtsma ontraden.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het tweede gedeelte van de motie van den heer Sijtsma,
strekkende om Burgemeester en Wethouders uit te noodigen
met bekwamen spoed een onderzoek in te stellen naar de
mogelijkheid en wenschelijkheid om het gebouw van het
voormalig Invalidenhuis te amoveeren en de daardoor ontstane
open ruimte in te richten tot een marktplein, wordt in
stemming gebracht en met 22 tegen 5 stemmen verworpen.
Tegen stemmen: de heeren van Hamel, Kuivenhoven, Wil
brink, Knuttel, Uostdam, Stijnman, Groeneveld, Wilmer,
Heemskerk, Huurman, Splinter, Schoneveld, Bisschop, Dub-
beldeman, Mulder, Sanders, Meijnen, Bots, van der Pot,
A. Eikerbout, de Lange en de Voorzitter.
Vóór stemmende heeren van Stralen, Sijtsma, van Eek,
en de dames DubbeldemanTrago en BaartBraggaar.
Ten slotte worden de adressen betreffende het verplaatsen
van de Zaterdagsche markt zonder hoofdelijke stemming
voor kennisgeving aangenomen.
XXXIV. Voorstel tot overbrenging van het dienstjaar 1920
op dat van 1921 van de benoodigde gelden voor de voldoening
van eenige onbetaald gebleven vorderingen en tot voldoening
van gelden uit den post »On voorziene Uitgaven" voor 1921.
(Zie Ing. St. No. 263.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXXV. Rekening van de ontvangsten en uitgaven der
gemeente over het jaar 1920, met inbegrip van die der
Haarlemmervaart.
(Zie Ing. St. Nos. 262 en 284.)
De Voorzitter. Ik stel allereerst aan de orde de rekening
van de ontvangsten en uitgaven der Haarlemmervaart over
het jaar 1920.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring dezer rekening besloten.
De Voorzitter. Thans stel ik aan de orde de rekening van
de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1920.
Namens Burgemeester en Wethouders stel ik voor het
volgende besluit te nemen
De Raad der gemeente Leiden,
Gezien de rekening en verantwoording der ontvangsten en
uitgaven van de gemeente over het jaar 1920, door Burge
meester en Wethouders, met de hun door den gemeente
ontvanger aangeboden rekening en bescheiden ingevolge art.
219 der Gemeentewet, op den 30en Juli 1921 overgelegd;
Overwegende, dat de rekening gedurende 14 dagen ter
Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing heeft
gelegen en algemeen verkrijgbaar is gesteld overeenkomstig
het bepaalde bij bovengenoemd wetsartikel;
Gelet op het rapport der Commissie voor het nazien der
rekening; op art. 220 der Gemeentewet en op het besluit
van Gedeputeerde Staten dezer provincie d. d. 23 Mei 1910
N°. 77 (Prov. Blad N°. 45) zooals dit later is gewijzigd
Heeft besloten:
1°. De rekening goed te keuren en voor-
loopig vast te stellen, de ontvangsten op vijftien
millioen zes honderd achttien duizend één
honderd zeventig gulden zes en vijftig cents 15618170 56
de uitgaven op veertien millioen vier hon
derd een en zestig duizend vier honderd zeven
en tachtig gulden twintig en een halven cent. 14461487.20*
Sluitende alzoo met een batig saldo van
één millioen een honderd zes en vijftig duizend,
zes honderd drie en tachtig gulden vijf en
dertig en een hal ven cent
1156683.356
2°. het bedrag, dat als oninbaar is afgeschreven
en voorkomt onder Hoofdstuk IV, afd. II, art. 1,
volgn. 34 vast te stell.en op een honderd veertig
duizend drie honderd negen en negentig
gulden zeventien cent
140399.17
3°. het bedrag van hetgeen nog blijft te ver
halen en in de. eerstvolgende rekening behoort
te worden verantwoord en is opgenomen onder
Hoofdstuk 11, art. 1, volgn. 1 ad acht honderd
twaalf gulden acht en zeventig cents. 812.78
onder Hoofdstuk III afd. 1 art. 10 volgn. 216
ad elf duizend een honderd drie en tachtig
gulden negen en veertig cents11183.49
onder Hoofdstuk III afd. I art. 10 volgn. 21c
ad zeven duizend zeven honderd veertig gulden 7740.
onder Hoofdstuk IV afd. II art. 1, volgn. 34
ad een en veertig duizend negen honderd
negentig gulden vijf cents41990.05
onder Hoofdstuk V art. 5 volgn. 41 ad twaalf
duizend zes honderd negen en zeventig gulden
drie en dertig en een halven cent12679.33*
onder Hoofdstuk V art. 7 volgn. 43 ad twee
honderd acht en zestig gulden vijitig cents 268.50
onder Hoofdstuk V art. 12 volgn. 48 ad drie
duizend zeshonderd vier en negentig gulden
zeven en negentig cents y> 3694.97
onder Hoofdstuk V art. 13 volgn. 49 ad
veertig duizend een honderd negen en negen
tig gulden een en zeventig cents40199.71
onder Hoofdstuk V art. 14 volgn. 50 ad een
duizend twee honderd gulden1200.
onder Hoofdstuk VI art. 2 volgn. 52 ad een
honderd dertien duizend zeshonderd acht gul
den negentig cents113608.90;
onder Hoofdstuk VI art. 7 volgn. 57c ad
een honderd acht en zestig gulden vijf en
twintig en een halven cent 168.25*
onder Hoofdstuk VI art. 8 volgn. 58 ad
twee duizend zeven honderd twee en twintig
gulden veertig cents2722.40
onder Hooldstuk VI art. 8a volgn. 58a ad
twee duizend drie honderd zeventig gulden
vijf en negentig cents 2370.95
onder Hoofdstuk VII art. 14, volgn. 67e, ad
zeven en zestig duizend vijfhonderd gulden 67500.
onder Hoofdstuk VII art. 15, volgn. 67 f 1°.
ad acht en dertigduizend vierhonderd twee
en veertig gulden twee en dertig cents. 38442.32
onder Hoofdstuk VII, art. 15, volgn. 67/2°.
ad zes en twintig duizend negenhonderd negen
gulden zeventien cents26909.17
onder Hoofstuk VII art. 16, volgn. 67 g, ad
acht en zeventigduizend vijfhonderd veertig
gulden zes en twintig en een hal ven cent78540.26*
onder Hoofdstuk VII, art. 18, volgn. 677, ad
drie en dertig duizend twee honderd negen
gulden één en tachtig en een hal ven cent. 33209.81*
onder Hoofdstuk VII, art. 19 volgn. 67 ad
een duizend achthonderd een en zestig gulden
acht en twintig cents1861.28
onder Hoofdstuk VII, art. 20, volgn. 67/c,
ad zeven en twintig duizend acht honderd
twee en tachtig gulden een en tachtig en een
hal ven cent27882.81*
onder Hoofdstuk VII, art. 21, volgn. 671 ad
twee honderd vier en twintig gulden 224.
onder Hoofdstuk VII art. 23 volgn. 67n ad
vijf en vijftig duizend negen gulden een en
twintig en een hal ven cent 55009.21®
onder Hoofdstuk VII art. 24 volgn. 67o ad
vijftig duizend zeven honderd negen gulden
een en zeventig en een hal ven cent 50709.71*
onder Hoofdstuk VII art. 25 volgn. dl p ad
negen en veertig duizend twee honderd twee
gulden negen en veertig en een halven cent 49202.49®
onder Hoofdstuk VII art. 27 volgn. 67r ad
twee en zestig duizend een honderd zeventien
gulden zestig cent62117.60
onder Hoofdstuk VII art. 28 volgn. 67s ad
zeven honderd drie en dertig duizend twee
honderd twee en zeveniig gulden twee en
twintig en een hal ven cent733272.22*
onder Hoofdstuk VII art. 29 volgn. 671 ad
vier honderd een en negentig duizend zes
honderd dertien gulden een en veertig cent 491613.41
onder Hoofdstuk VII art. 30 volgn. 67u ad
Transporteeren 1.955133.66®
4