GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 181 IN GEKOMEN STUKKEN. N°. 285. Leiden, 25 Augustus 1921. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij er niet toe kan overgaan te adviseeren, de in hare handen gestelde Balansen en Winst- en Verliesrekeningen van de Stedelijke fabrieken van Gas en Electriciteit over het jaar 1920 goed te keuren, alvorens omtrent de navolgende punten, nadere toelichtingen te hebben verkregen. 1. Boven en behalve de krachtens de verordening op het beheer der fabrieken geboekte afschrijvingen, komen in de rekening extra afschrijvingen en reserveeringen voor, zonder eenige motiveering waarom zij noodzakelijk zijn of gewenscht worden geacht. 2. Voor zoover de reserveeringen betreft, welke geheel het karakter van kapitaalverstrekkingen hebben, buiten die welke de Raad uitdrukkelijk toestaat, om, zoude naar het oordeel der Commissie rente aan de gemeente behooren te worden vergoed, waardoor een juister beeld van de bedrijfsresultaten zou worden verkregen. 3. Door de Fabrieken waren aan het eind van het boekjaar per saldo belangrijke sommen in rekening-courant aan ver schillende bankinstellingen verschuldigd. Zij acht deze wijze van geldopneming, als niet door een raadsbesluit gedekt, niet toelaatbaar. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N#. 286. Leiden, 27 Augustus 1921. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen de navolgende voordrachten van Burgemeester en Wethouders geen bezwaar heeft: 1°. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de ge meente, van strookjes grond en water, ten behoeve van de te stichten school aan de Verlengde Stadhouderslaan en tot toekenning van eene schadeloosstelling wegens huurafstand aan den huurder dier perceelen. (lngek. St. No. 269); 2°. tot wijziging en daarna opnieuw vaststelling van de Verordening, regelende de heffing van schoolgeld aan het Gymnasiumen de beide Hoogere Burgerscholen. (Ing. St. No. 273); 3°. tot verkoop van een stukje gemeentegrond naast het perceel Rembrandtstraat No. 27 (lngek. St. No. 268); 4°. tot wijziging van den gemeentebegrooting, dienst 1921, in verband met de overbrenging van vorderingen en betalin gen den dienst 1920 betreffende en tot het doen van betalingen uit den post voor Onvoorziene Uitgaven (lngek. St. No. 263); 5°. tot wijziging van de gemeente-begrooting, dienst 1921, ten behoeve van de verstrekking van gelden voor normale uitbreidingen in 1920 aan de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, indien de Raad tot beschikbaarstelling van deze gelden besluit (lngek. St. No. 278). Zij geeft U mitsdien in overweging dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 287. Leiden, 16 Juli 1921. Bij dezen hebben wij de eer U de volgende aanbeveling aan te bieden ter voorziening in de vacature welke op den eersten Dinsdag in September 1921 in onze Commissie zal ontstaan door de periodieke aftreding van den heer Mr. H. M. A. Coebergh: 1*. Mr. H. M. A. COEBERGH, 2°. Mr. A. L. HERMANS, beiden wonende te Leiden. De Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs: J. Huizing a Voorzitter H. A. Sypkens, Secretaris. Aan den Raad der gemeente Leiden. N°. 288. Leiden, 2 Augustus 1921. Ter voorziening in de vacaturen, die ontstaan zullen door de periodieke aftreding van de H.H. Dr. G. J. Boekenoogen, Mr. J. A. F. Coebergh en J. A. van Hamel, als leden van de Commissie voor het Stedelijk Museum, heeft de Commissie de eer U de navolgende aanbevelingen te zenden: a. voor de vacature-Dr. G. J. Boekenoogen: Dr. G. J. BOEKENOOGEN en Ir. M. C. F. J. COSIJN. b. voor de vacature-Mr. J. A. F. Coebergh: Mr. J. A. F. COEBERGH en Prof. Dr. L. KNAPPERT. c. voor de vacature-J. A. van Hamel: J. A. VAN HAMEL en Prof. Dr. B. D. EERDMANS. De Commissie voor het Stedelijk Museum, J. C. van der Lip, Voorzitter. J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 289. Leiden, 24 Augustus 1921. Naar aanleiding van Art. 5 van het reglement van beheer, hebben Bestuurderen van de Stedelijke Werkinrichting de eer het volgende dubbeltal voor te dragen voor een lid van het Bestuur buiten den Gemeenteraad, dat jaarlijks op den eersten Dinsdag van September aftreedt, ditmaal zijnde de Heer A. L. Reimeringer, die opnieuw benoembaar is. Ie de Heer A. L. REIMERINGER. 2e Dr. TH. W. VAN LIDTH DE JEUDE. Bestuurderen voornoemd, J. G. v. d. Sluijs, Voorzitter. Verhey van Wijk, lo. Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 290. Leiden, 27 Augustus 1921. Zooals U bekend is, is de dagelijksche leiding van de Arbeidsbeurs ingevolge het bepaalde in artikel 4 der verorde ning van 9 November 1905 (Gem. Blad No. 29) tot regeling van de Arbeidsbeurs te Leiden, sedert hare oprichting op 1 Januari 1906 door ons College opgedragen aan den be waarder der Stadswerf, den heer Schutter, die tevens, mede ingevolge genoemd artikel, het bestuur als secretaris ter zijde staat. Nu de' Arbeidsbeurs eerlang van de Stadswerf naar het nieuwe gebouw aan de Garenmarkt zal worden overgebracht, is bestendiging van den bestaanden toestand niet meer moge lijk en kan de betrekking van bewaarder der Stadswerf niet in één hand blijven met de functie van leider of directeur der Arbeidsbeurs. Het bestuur der beurs, wiens advies wij te dezer zake inwonnen, geeft alsnu in overweging den tegenwoordigen leider van de beurs tot Directeur te benoemen. Zijne wedde zou dan bepaald kunnen worden op 3400.tot 3800. (4 eenjaarlijksche verhoogingen van 100.d. i. het trak tement van iemand, ingedeeld als hoofd-administratief amb tenaar. De wedde van den heer Schutter bedraagt thans naar den toestand op 1 Januari 1922 als Bewaarder der Stadswerf 2700. als Directeur der Gemeentelijk Arbeids beurs 300. als Directeur der Districts-Arbeidsbeurs. 200. Te zamen. 3200. Oogenschijnlijk gaat zijne benoeming tot Directeur der Arbeidsbeurs dus gepaard met een salarisverhooging van ƒ200.— 'sjaars, doch het bestuur wijst er terecht op, dat de heer Schutter, die thans als bewaarder der Werf in het genot is van vrij wonen, vuur en licht, gewaardeerd op ƒ350. bij splitsing der functies, althans zoolang de woning in het perceel Garenmarkt bij den bouwkundig hoofdambtenaar in huur is, zelf voor een woning zal moeten zorg dragen en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 1