298
MAANDAG 8 AUGUSTUS 1921.
XXIII. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1919/1920 en 1920/1921.
(Zie Ing. St. No. 240.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming be
schikt op diverse bezwaar- en verzoekschriften in zake de
plaatselijke directe belasting naar het inkomen, belasting
jaren 1919/1920 en 1920/1921 overeenkomstig het advies van
de met het onderzoek daarvan belaste commissie.
De Voorzitter. Wij zijn thans aan het eind van onze
agenda. Ik geef het woord aan den heer van der Pot die
iets heeft mede te deelen.
De heer van der Pot. M. d. V. In de meening, dat het
den Raad wel belang in zal boezemen hoe de afgeloopen dienst
sluit, wensch ik mede te deelen, dat de gewone dienst over
1920 dezen keer inderdaad sluit met een klein batig saldo
ten bedrage van 63.087.91®. Als wij rekening houden met nog
eenige overbrengingen, die noodig zijn van het dienstjaar
1920 naar 1921, zoowel ontvangsten als uitgaven in dit
geval iets meer aan ontvangsten dan aan uitgaven dan
zal een bedrag van ƒ85.411.65® als batig saldo van den dienst
1920 naar de begrooting van 1922 kunnen worden overge
bracht. Het is wel geen groot bedrag, maar het stemt toch
tot voldoening, dat terwijl wij drie jaren met nadeelige saldo's
hebben moeten sluiten, wij dit jaar weer zijn uitgekomen.
De Voorzitter. Heeft een der leden nog iets in het belang
der gemeente in het midden te brengen?
De heer Knuttel. M. d. V. Ik wensch de aandacht te vestigen
op een mijns inziens gevaarlijken toestand bij de plaats van
aankomst der Katwijksche- en Noordwijksche trams, waar een
paal van de electrische geleiding rakelings langs de trambaan
staat op een punt, waar de vaart van de trams reeds zoo
verminderd is, dat er vaak al menschen uitstappen. Dienten
gevolge kunnen ongelukken gebeuren, hetzij dat de menschen
tegen dien paal springen en zich verwonden, hetzij dat zij
daardoor onder de tram geraken. Ik zou daarom willen vragen
of het niet mogelijk is dien paal een of anderhalven meter
te verplaatsen.
De heer van der Pot. Staat die paal aan den kant waar
men mag uitstappen?
De.heer Knuttel. Ja!
De heer Oostdam. M. d. V. Er is ook nog een gevaarlijk
punt ontstaan bij de tram op de Iloogewoerd, waar een
schutting is geplaatst vóór het gebouw, waarin de Stichtsche
Glashandel was gevestigd. De tram stopt even voorbij die
schutting bij de gewone halte en nu is het daar een gevaar
lijke toestand, omdat de menschen gewoon zijn even vóór het
bereiken van een stopplaats alvast op de loopplank te gaan
staan en dan gevaar loopen met die schutting in aanraking
te komen. De conducteur waarschuwt wel, maar hij kan op
dat oogenblik juist binnen wezen. Zou het niet mogelijk zijn
de tram tijdelijk te doen stoppen vóór de schutting in plaats
van er voorbij?
De heer Eerdmans. M. d. V. Ik zou willen vragen of er kans
is, dat wij binnenkort iets hooren omtrent die interessante
rijstgeschiedenis. Die zaak is bij u in bewerking en veel be
lang stellen wij bijvoorbeeld in het geld, dat gedeponeerd is.
De Voorzitter. Ik ben druk bezig aan het inwinnen van
informaties.
De heer Heemskerk. M. d. V. Ik wensch een tweetal
vragen te stellen. In de eerste plaats is het .mij de laatste
weken opgevallen, dat als men den Morschweg passeert, men
onaangenaam wordt getroffen door een vreeselijken stank, af
komstig van vaten van verduurzaamde levensmiddelen. Kan
de gemeente in deze niet handelend optreden teneinde daar
aan een einde te maken?
In de tweede plaats zou ik gaarne vernemen wanneer wij
een praeadvies hebben te verwachten omtrent het al dan
niet verplaatsen van de markt. Het is voor de marktkoop
lieden van groot belang, dat zij binnen korten tijd vernemen
of de markt al dan niet verplaatst zal worden. In dit opzicht
zou ik gaarne een toezegging ontvangen.
De Voorzitter. Er zijn van die dingen, waarmede men
niet al te vlug moet wezen, juist om te komen tot een
bezadigd oordeel en om de zaak kalmer te kunnen overzien.
Wij zijn er aan bezig en de zaak is in gevorderden toestand.
De heer Kuivenhoven. M. d. V. Ik zou willen vragen of
Burgemeester en Wethouders gelegenheid zoeken om de
menschen, die eerlang aan de Lichtfabrieken zullen worden
ontslagen, in een anderen werkkring bij de gemeente te
plaatsen
De Voorzitter. Wat wij er aan kunnen doen wordt eraan
gedaan. Wat de heer Kuivenhoven wil is ook onze wensch;
als het maar mogelijk is.
Niemand meer het woord verlano.enrïe> Voorzitter
de vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.