179 trokken, zal deze subsidiepost de middelen aan bet Burgerlijk Armbestuur moeten verschaffen, om aan de gemeente te betalen de huur van de bij hem in gebruik zijnde lokalen aan de Hooge woerd (ƒ500) en tot terugbetaling aan de gemeente van de door deze, voor de ambtenaren van het Armbestuur te betalen pensioenbijdragen; bovendien tot betaling van de presentiegelden der leden van het Armbestuur (ƒ388). Een en ander is op de hierbij overgelegde begrootingsrege- ling, dienst 1921 verwerkt. Daaruit zal U blijken, dat alleen van den post voor Onvoorziene Uitgaven een bedrag van f 338.behoeft te worden afgeschreven, terwijl overigens de dekkingsmiddelen voor de subsidie, aan het Burgerlijk Arm bestuur te verstrekken, aanwezig zijn. Onder mededeeling, dat op den post voor Onvoorziene Uit gaven een bedrag van 90208.beschikbaar is, geven wij U in overweging tot vaststelling van de overgelegde begroo- tingsregeling te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 282. Leiden, 22 Augustus 1921. De begrooting van bet Burgerlijk Armbestuur voor het jaar 1921 ontmoet bij de Oommissie van Financien geene bedenking; evenmin het daarmede in verband staande voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeente- begrooting voor 1921 (Ingek. St. No. 281). Zij geeft U derhalve in overweging dienovereenkomstig te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 283. Leiden, 23 Augustus 1921. Voor de benoeming van een onderwijzer in het teekenen aan de openbare jongensschool 2e klasse, alhier, ter vervul ling van de vacature, welke den len September e. k. aan die school zal ontstaan door het met ingang van dien datum verleend eervol ontslag aan den heer B. Merema, hebben wij de eer U, in overleg met den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Leiden en na ingewonnen bericht van het hoofd der school, voor te dragen den heer L. Otto, wonende alhier. Overeenkomstig het advies van den meergenoemden In specteur, wordt in afwijking van het bepaalde bij de Lager- Onderwijswet 1920, slechts één sollicitant ter benoeming voorgedragen. Met verwijzing naar de in de Leeskamer ter inzage lig gende stukken, noodigen wij U uit thans tot de benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 284. Leiden, 24 Augustus 1921. De Bekening van de Ontvangsten en Uitgaven der Ge meente over het jaar 1920 ontmoet bij de Oommissie van Financiën geene bedenking. Zij adviseert U mitsdien die Rekening goed te keuren en voorloopig vast te stellen, overeenkomstig het Conceptbesluit in de voordracht van Burgemeester en Wethouders. (Ingek. St. No. 262) opgenomen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 21