471
Transport f 4401491.76®
ter voorziening in de kosten van buitengewone
werken tenslotte nog moet worden verhoogd met 208071.58
Zooals reeds meermalen bij het overbrengen
van posten op de volgende begrooting is uiteen
gezet is eene dergelijke verhooging van den. post
»geldleening" slechts eene administratieve
begrootingsregeling.
f 4699563.34®
Blijkens het bovenstaande moet bij de beoordeeling van de
eindcijfers der rekening over 1920 worden in acht genomen,
dat het voordeelig kassaldo der gewone middelen ten bedrage
van 63087.91® moet worden verhoogd met 283636.67 voor
bij het sluiten van den dienst 1920 nog te ontvangen gelden,
doch daarentegen met 261312.93 moet worden verlaagd in
verband met onbetaald gebleven vorderingen. Hieruit volgt,
dat de gewone dienst van 1920 een voordeelig exploitatie
saldo van ƒ63087.91® 22323.74 (ƒ283636.67—ƒ261312.93)
ƒ85411.65® heeft opgeleverd.
Teneinde behalve het kassaldo ook het bedrag van
ƒ22323.74 ten bate van het dienstjaar 1922 te brengen, stellen
wij U voor een nieuw artikel Uitkeering aan den dienst 1922
van een gedeelte der na het sluiten van den dienst 1920
ontvangen gelden, dat dienstjaar betreffendeaan de begrooting
voor 1921 toe te voegen.
Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast
stelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootings-
staat, model C, dienst 1921, en van den mede hierbij ge-
voegden staat model A, strekkende tot betaling van de
bedragen sub 113 tot een gezamenlijk bedrag van 219322.88
uit den post voor »Onvoorziene Uitgaven" van 1921, met
welk bedrag deze post, blijkens den staat model C, eerst
wordt verhoogd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.