250
MAANDAG 11 JULI 1921.
ten aanzien waarvan men wel voorzichtigheid bij het spreken
moet betrachten, maar toch onwillekeurig kreeg ik de ge
dachte: heeft men het hier niet met opzet wat hoog opgezet
om later te kunnen zeggen: ziet ge wel, eigen beheer gaat
toch maar boven alles, want hier is het zeer goedkoop ge
weest; wij zijn een eind onder de raming gebleven.
Wij moeten niet op dit voorstel ingaan. Men moge zeggen:
het betreft hier maar 9 woningen, het beteekent niet veel;
in mijne oogen beteekent het zeer veel.
De heer Dubbeldeman vroeg zoo even aan den heer Wilbrink:
doet gij het goedkooper? De heer Wilbrink had gerust kun
nen zeggenzeer gaarne, want ik ben er beslist van over
tuigd, dat hij er dan een aardige vette boterham aan zal
verdienen.
De heer de Lange. M. d. V. Ik kan mij ook wel vinden
in de opinie, dat de raming van kosten voor deze woningen
zeer hoog is; het is gemiddeld per woning 8800.en er
zijn twee huizen bij, die elk twee woningen bevatten, die
moeten dus ƒ16.600.kosten. Ik zal daarover echter niet verder
spreken. Ik wensch alleen aan den Wethouder voor de volks
huisvesting inlichtingen te vragen. De raming van de kosten
is niet alleen hoog, maar onder de uitgaven komt ook voor
een bedrag van 16.000.als kosten voor het doen van
hoogere uitgaven voor den aankoop van grond dan die, welke
van de bouwvereeniging zullen worden terugontvangen. Burge
meester en Wethouders stellen wel in het vooruitzicht, dat
wij van die 16.000.op andere manier een deel zullen
terugontvangen, maar ik ben benieuwd welke bouwvereeni
ging dat dan zal moeten betalen.
De heer van der Pot. In de twee bouwplannen, welke
straks aan de orde komen, kunt gij dat vinden.
De heer de Lange. De Wethouder zal dan straks gelegen
heid hebben dat mede te deelen, want ik vind het een
onbehaaglijk idee, dat wij voor deze 9 woningen ongeveer
ƒ16.000.uit de gemeentekas moeten bijpassen, waarvan
wij geen terugbetaling krijgen. Het zal mij aangenaam zijn,,
indien straks blijkt, dat ik mij vergis.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik wensch even te beginnen
met de vraag van den heer de Lange. Het kwam Burgemeester
en Wethouders voor, dat het onbillijk zou zijn om de buiten
gewoon hooge kosten voor den aankoop van het land van
Schurink, welke aan verschillende bijzondere omstandigheden
te wijten zijn, geheel te verhalen op de woningen, welke
toevallig op dat stuk land zullen worden gebouwd. Dat zou
niet alleen deze 9 woningen betreffen, maar ook de woningen,
welke ten zuiden daarvan zullen komen en waarschijnlijk door
de bouwvereeniging «Eensgezindheid" zullen worden gebouwd,
dus in totaal een 20-tal woningen, doch dit neemt niet weg,
dat die woningen door dien hoogen grondprijs buitengewoon
zouden worden bezwaard en dus de toekomstige huurders
van die woningen permanent een hoogere huur zouden moeten
betalen teneinde de hooge kosten goed te maken, welke alleen
een gevolg zijn van de bijzondere omstandigheid, dat die grond
zoo duur is gekocht. Burgemeester en Wethouders achten
dat systeem onjuist. In het algemeen staan wij op het standpunt,
dat wij de kosten, welke wij voor grondaankoop besteden,
moeten terugkrijgen van de vereenigingen, welke den grond
van de gemeente afnemen, maar het komt ons billijk voor,
dat wij de kosten over en weer egaliseeren en niet een
vereeniging, die toevallig beslag legt op een stuk grond, dat
goedkoop is aangekocht, dien lagen prijs laten betalen en een
andere vereeniging een veel hoogeren prijs in rekening brengen.
Wij hebben dit systeem aangenomen, en bij de beide voorstellen,
weike straks aan de orde komen, namelijk die voor ȟns Belang"
en »de Eendracht V", blijkt dan ook dat van de vereenigingen
een hoogere prijs voor den gron'd wordt gevraagd dan de
gemeente zelve heeft betaald, in deze beide gevallen respec
tievelijk van 2.35 en ƒ2.25 per M2. Zet men een berekening
op, dan ziet men, dat daarin eenige winst zit. Daardoor wordt
het verlies, geleden op den grond van Schurink, ten deele
weer teruggehaald, omdat het onbillijk zou zijn die bijzonder
hooge kosten ten volle op die 20 woningen te laten drukken.
De heer de Lange. »Ons Belang" moet dus een deel van
het verlies voor »de Eendracht" betalen.
De heer van der Pot. Zoo moet gij de zaak niet beschouwen.
»Ons Belang", dat, op een goeden dag toevallig met mij een
bespreking houdende, de aandacht vestigde op een nieuw
plan voor een terrein aan den Haagweg, mag men niet laten
profiteeren van de omstandigheid, dat een dergelijk stuk
grond in zeventien honderd en zooveel eigendom van de ge
meente is geworden en dientengevolge tegen billijken prijs
in het gemeentelijk grondbedrijf is ingebracht, omdat er
anders een run zou komen op de goedkoope stukken grond.
Het is veel billijker de vereenigingen den gemiddelden prijs
te laten betalen. De gemeente komt er mede uit, want de
hooge kosten, welke door bijzondere omstandigheden voor
een bepaald stuk grond zijn betaald, kunnen op die manier
weder worden gevonden.
De opmerkingen van de heeren Wilbrink en Mulder zijn
in tweeën te splitsen. De heer Wilbrink heeft niet alleen
bezwaar tegen de hooge kosten per woning, maar ook tegen
den bouw in eigen beheer. Ik geef toe, dat deze woningen
voor arbeiderswoningen inderdaad duur zijn, maar de verge
lijking, welke de heer Wilbrink maakt, gaat niet op. Hij
verliest te veel uit het oog dat deze woningen aanmerkelijk
grooter zijn dan die van »Üns Belang" en het plan van »de
Eendracht", dat wij aanstonds krijgen, en een grootere inhoud
brengt mede hoogere kosten per woning.
Deze 9 woningen hebben een gemiddelden wooninhoud van
345 M3.; de woningen van »Öns Belang" een wooninhoud
van slechts 245 M'.
Dat is dus een groot verschil en dat moet men in aan
merking nemen als men een vergelijking gaat maken.
Dat die vergelijking overigens ook wel te maken is en niet
ten ongunste van deze 9 woningen uitvalt, kan ik verder
toelichten door te noemen den eenheidsprijs per M*., die
aangenomen is voor dit plan en die aangenomen is voor de
andere plannen. Als men die tegenover elkander stelt, dan
zal blijken dat het niet veel uit elkander loopt. Voor deze
woningen is de eenheidsprijs n.l. ƒ22.per Ms.voor de
woningen van »Ons Belang" is zij ƒ21.voor »de Een
dracht" (bouwplan V) ƒ21,50.
Men mag aannemen, dat de kosten van een kleiner plan
per Ms. van zelf reeds eenigszins hooger gesteld moeten
worden dan voor een grooter plan, omdat allerlei posten
duurder zijn, aangezien men de benoodigde artikelen niet in
groote massa kan inslaan. Ik noem b.v. kozijnen. Als men
die in grootere hoeveelheid inslaat dan worden zij per stuk
goedkooper dan wanneer men ze bij kleine hoeveelheid inslaat.
Dat verklaart dus dat kleine verschil in de eenheidsprijzen
van ƒ1.en ƒ0,50 zeer voldoende.
Naar aanleiding van de opmerking van den heer Mulder,
dat hier wellicht sprake is van eenig opzet, dat n.l. opzettelijk
de raming hoog gesteld zou zijn ten einde later te kunnen
zeggenzie eens, hoe goedkoop uitvoering in eigen beheer is,
men is beduidend onder de raming, wil ik doen opmerken,
dat de hoogere raming niet gekomen is van den kant van
de bouwvereeniging, maar van den kant van het Bouw
en Woningtoezicht. Van de vereeniging was ingekomen
een raming van ƒ64500.Het rapport van den Directeur van het
Bouw- en Woningtoezicht luidde aldus dat hij in overweging gaf
dat bedrag te brengen op 75000.op grond van den eenheids
prijs, welken hij voor deze woningen meende te moeten aan
nemen. Dus zoodoende is er ruim ƒ10000.op het oor
spronkelijk bedrag gelegd. Men kan het in de stukken nazien.
De vraag, of dit bedrag ten slotte niet te hoog is in verband
met mogelijke daling der materiaalprijzen, is onder de oogen
te zien. Wat voorgesteld wordt wil niet zeggen, dat de wo
ningen voor dit bedrag gebouwd zullen worden. Er moeten
nadere overeenkomsten getroffen worden en naar uit de voor
waarden blijkt zijn die onderworpen aan de goedkeuring van
Burgemeester en Wethouders. De nadere overeenkomsten
zoowel met de bouwvakarbeiders als die voor aankoop van
materialen, moeten nader alsnog door Burgemeester en Wet
houders worden goedgekeurd en Burgemeester en Wethouders
zullen niet nalaten daar eerst nog de deskundigen van Bouw
en Woningtoezicht over te hooren.
Wat betreft het bouwen in eigen beheer, waartegen de heer
Wilbrink bezwaar maakte, ik zou den Raad in overweging
willen geven, in afwijking van hetgeen ik bij andere gelegen
heden meermalen tegenover den heer Dubbeldeman betoogd
heb, om nu bij dit plan mede te gaan met uitvoering in eigen
beheer. Ik vind dat er alle reden toe is, nu de eerste proef
van uitvoering in eigen beheer zeer gelukkig geslaagd is. Ik
hoop, dat de Raad binnen niet te langen tijd in de gelegenheid
zal zijn zich daarvan persoonlijk op de hoogte te stellen. Ik
bedoel, dat de Raad zelf eens een kijkje zal kunnen gaan
nemen in het Badhuis van »de Eendracht", dat zijn voltooiing
nadert. Dan zullen de Raad en speciaal ook de deskundige
leden van den Raad zich ervan kunnen overtuigen, dat zeer
goed werk geleverd is.
Wat betreft de firiancieele zijde ervan, absoluut definitieve
cijfers zijn op dit oogenblik nog niet te geven, omdat de bouw
nog niet geheel voltooid is. Ik kan echter wel zeggen, dat
die bouw plaats vindt binnen het bedrag, dat er voor gesteld
was. Nu weet men, wat dit gebouw betreft, dat er eerst een
aanbesteding geweest is die tot aanmerkelijk hoogere cijfers
leidde. Hier kan dus worden vastgesteld, dat het destijds
genomen besluit om het systeem van uitvoering in eigen
beheer toe te passen tot besparing geleid heeft en misschien
ook wel tot een beteren en fraaiëren bouw dan anders het
geval zou zijn. In het algemeen wil ik den heer Wilbrink