127
Volgn. 236i. Kosten van de gemeentetuintjes over
het jaar 4920
De kosten van het in orde
grond, van het plaatsen
brengen van den
284.15
bedrag aan de
258.23
25.-
323.44
van net plaatsen van advertentiën enz.
hebben over 1920 f 639.75 bedragen, terwijl aan
huur een bedrag van f 355.60 werd ontvangen,
zoodat f 284.15 ten laste van de gemeente bleef.
Volgn. 238c. Uitkeering aan de Vereeniging tot
aanleggen en onderhouden van Volkstuintjes y>Ons
Belang" tot dekking van haar tekort over het
exploitatiejaar 4920 (nieuw artikel)
Tot uitkeering van bovenstaand
vereeniging ȟns Belang" werd in de Raadszitting
van 25, April 1921 besloten.
Volgn. 238d. Lidmaatschap van de Vereeniging
tot verbetering van den Ouden Rijn (nieuw artikel)
Ingevolge raadsbesluit van 26 Januari 1920 is
de gemeente Leiden als lid van bovengenoemde
vereeniging toegetreden tegen eene jaarlijksche
bijdrage van 25.
Volgn. 239. Andere uitgaven niet onder de
vorenstaande behoorende
De ten laste van dit artikel komende uitgaven
zullen over 1920 3523.44 bedragen. Verhoooging
van de beschikbaar gestelde som van 3200.—
met f 323.44 is dientengevolge noodig.
Volgn. 240c. Uitkeeringen verschuldigd krachtens
de wet van den 27en November 4949 StblNo. 777,
tot wijziging van de grenzen der gemeenten Leiden
Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude
Krachtens het bepaalde in de 2e alinea van
art. 7 2e van bovengenoemde wet moet als aandeel
der gemeente Leiden in de kosten, welke zijn
voortgevloeid uit de Distributiewet 1916 aan de
gemeente Leiderdorp een bedrag van ƒ7525.995
worden betaald en aan de gemeente Oegstgeest
van ƒ10132.13, te zamen ƒ17658.125.
Bovendien moet ingevolge art. 5 dier wet, ter
uitkeering aan den burgemeester, secretaris en
ontvanger van hetgeen hun wedden over 1920
minder bedroegen, dan bij het inwerkingtreden dei-
wet aan Leiderdorp 1300.aan Oegstgeest ƒ500.—
en aan Zoeterwoude 150.tezamen ƒ1950
worden betaald.
Eene verhooging van den post met ƒ17658.125-}-
ƒ1950.ƒ19608.125 is dientengevolge noodig.
Het totaal der voorgestelde verhoogingen
bedraagt derhalve 814728.43'
19608.125
in deze hoogere uitgaven kan worden voorzien.
1°. door verhooging van
Volgn. 1. Huur van huizen en andere gebouwen f 5008.08
(In hoofdzaak door verhooging van huren).
Volgn. 2. Huur of pacht van landerijen 581.12
(Zie de toelichting bij volgnummer 1).
Volgn. 3. Opbrengst van den houthak 334.43
Volgn. 7. Verkoop van oude materialen en
andere roerende goederen9862.56*
(Hoogere ontvangsten van de vuilverbranding).
Volgn. 8. Renten van kapitalen.
c. wegens tijdelijk belegd kasgeld2174.97 s
(Rente van aan woningbouwvereenigingen ge
dane voorschotten.)
Volgn. 12. Secretarieleges en rechten van den
Burgerlijken Stand3254.16
Volgn. 43. Heffing voor het gebruik van open
bare gronden en wateren1765.57®
(De ontvangsten bedragen f 12445.575zij
waren geraamd op 10680.
Volgn. 45. Bruggeld4473.47®
(Verhooging der bruggelden).
Volgn. 17. Marktgelden2314.11®
Volgn. 19. Keurloon van visch772.02®
(Verhooging van het keurloon).
Volgn. 24. Schoolgelden
a. voor lager onderwijs5831.96
(O. a. wegens omzetting van eene school 3e
kl. in eene school 2e kl. en de opheffing van de
scholen 4e kl.).
e. voor de kweekschool voor onderwijzers en
onderwijzeressen 115.98®
g. voor de buitengewone school voor lager
onderwijs59.51
Volg. 22. Heffing voor het bezichtigen van het
museum van schilderijen en oudheden in de
Lakenhal89.—
Volgn. 24. Belasting op tooneélvertooningen en
andere openbare vermakelijkheden10447.78
(de tarieven werden in den loop van 1920
verhoogd).
Volgn. 25. Ontvangsten terzake van de Stedelijke
Fabrieken van gas en electriciteit
a. de Gasfabriek
(aan rente werd 13108.50 meer ontvangen).
b. de Lleclriciteitsfabriek incl. Tijdaanwijzing
(De winst geraamd op ƒ30600.—, bedraagt
volgens de binnenkort in te dienen rekening
f 151169.61. Aan retributie werd 1021.05
meer ontvangen en aan rente 44.60).
Volgn. 21. Ontvangsten ter zake van het krank
zinnigengesticht Endegeesthet idiotengesticht
Voorgeest en het sanatorium Rhijngeest.
(Aan rente wordt ƒ2598.51 meer ontvangen).
Volgn. 28. Ontvangsten terzake van het Open
baar Slachthuis
(Aan rente is ƒ1375.68 meer ontvangen).
Volgn. 32. 50400 opcenten op de hoofdsom
der belasting op het personeel
Volgn. 33. Opcenten op de dividend- en tantième-
belasting
Volgn. 34. Hoofdelijke Omslag
Het tot en met 30 Juni 1921 aan hoofdelijken
omslag ontvangen bedrag, zijnde met inbegrip
van het op den dienst 1920 gebrachte gedeelte
van den «Hoofdelijken Omslag" kohier 1919/1920
2815.207.72, rechtvaardigt om daarvan op den
dienst 1920 te verantwoorden 2606.000.Er
was geraamd f 2546.942.55, zoodat een bedrag
van f 53717,09 in elk geval kan worden gebruikt
tot dekking van hoogere uitgaven.
Volgn. 37. Uitkeering van het Rijk overeen
komstig de artt 4 tot en met 9bis der wet van 24
Mei 4891. (Stbl. No. 456aangevuld bij art. 4 der
ivet van 3 Juni 4905. (Stbl. No. 454)
(In verband met de vermeerdering van het
aantal inwoners door annexatie).
Volgn. 39. Vergoeding van het Rijk ingevolge
de artt. 48 tot en met 48 quater der Lager Onder
wijswet
(Zie de toelichting bij volgn. 151 der uitgaven).
Volgn. 42. Vergoeding van het Rijk voor de
kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen
(In verband met de verhooging der salarissen).
Volgn. 44. Vergoeding van het Rijk voor het
middelbaar onderwijs
Volgn. 45. Vergoeding van het Rijk voor het
Gymnasium
(In verband met de meerdere uitgaven).
Volgn. 46. Subsidie van het Rijk en de Provincie
in de kosten van de verpleging van arme krank
zinnigen
(Aan subsidie zal worden ontvangen ƒ66124.58;
geraamd was 65650.
Volgn. 47. Bijdragen van particulieren in
de kosten van de verpleging van arme krank
zinnigen
(Ontvangen is 9584.138; geraamd was
5300.—).
Volgn. 48. Bijdrage van het Rijk in de jaar
lijksche kosten der buitengewone school voor lager
onderwijs. -
(De bijdrage, welke geraamd was op 14627.
zal in verband met de hoogere uitgaven ƒ19522.57
bedragen).
Volgn. 52. Rente en aflossing van voorschotten
verleend in het belang van de verbetering der
volkshuisvesting
(Zie de toelichting bij volgn. 121 der uit
gaven).
Volgn. 54. Boeten wegens overtredingen in zake
plaatselijke belastingenopbrengst van geschut vee
en niet gereclameerde gevonden voorwerpen
(De ontvangsten bedroegen ƒ3176.35; zij waren
geraamd op 1400.—).
Volgn. 55. Pensioensbijdragen van gemeente
ambtenaren.
2. Bijdragen voor den inkoop van tijdelijke
diensten van de na 1 October 1913 vast aan
gestelde ambtenaren na 1 October 4943 bewezen.
op
met de hoogere
uitgaven
(In verband
volgn. 224d).
3. Bijdragen van de voormalige Leidsche
ambtenaren voor den inkoop, van diensten in
deze gemeente bewezen.
a. van ambtenaren die reeds voor 1 October
1913 uit den gemeentedienst zijn getreden.
b. van de op 4 October 4943 in functie zijnde
13108.50
121635.26
2598.51
1375.68
1683.13
7335.39*
53717.09
12585.48
144269.56
4560.45®
308.33
2182.—
474.58
4284.13®
4895.57
1840.56
1776.35
1294.29
21.47