122 Volgn.96. Overige hosten van den Burgerlijken Standf 179.65 De kosten van druk- en bindwerk voor de registers van den Burgerlijken Stand bedragen over 1920 f 779.65; de raming was 600. Volgn. 97. Kosten van de bevolkingsregisters en van de huisnummering, b. Druk- en bind werk enz75.51 Ook op dit artikel hebben de kosten van druk- en bindwerk voor het aanvullen en bijhouden der bevolkingsregisters de raming overschreden. De kosten bedragen over 1920 f 375.51zij waren geraamd op f 300. Volgn. 101b. Kosten van toezicht op en van invor dering van de plaatselijke belastingen, b. Verdere kosten op de invordering vallende 18562.325 Het opmaken der kohieren vereischte dit jaar eene uitgaaf van 12629.06®, waardoor de be schikbaar gestelde som van ƒ1500.met ƒ11129.06® moest worden overschreden. Ook reeds vorige jaren bleek deze post te laag geraamd. In hoofdzaak is de overschrijding een gevolg van de indienstneming van meer tijdelijk personeel, zoowel voor het op maken der kohieren als voor het uitreiken der vervolgingen en vervolgens van de hooge kosten van drukwerk. Het drukken van het kohier ver eischte alleen reeds eene uitgaaf van 1795.33. Ook andere onderdeelen van dit artikel moeten worden verhoogd o. a. de post bureaubehoeften voor het kantoor van den gemeente-ontvanger met f 3014.77® en de post voor bureaubehoeften voor den directeur van den markt- en havendienst met f 482.045, de kosten van exploitatie der vee- markthokken met 206.26, die voor assistentie van gemeentewerklieden op de veemarkten met 929.54® en tenslotte die voor assistentie op de kaas- en botermarkten met 461.37. Eene verhooging van het geheele artikel met 18562.32® is in verband met een en ander noodig. Volgn. 102. Teruggave van belasting y> 48458.58 De restitutiën van de plaatselijke directe be lasting, tengevolge van ingediende reclames en afschrijving wegens vertrek of overlijden, die van vergunningsrecht en schoolgelden zullen ƒ55458.58 bedragen. De post, uitgetrokken op f 7000. moet derhalve met 48458.58 worden verhoogd. Volgn. 108. Kleeding en uitrusting der politie dienaars en veldwachters1524.62 De kosten van kleeding en bewapening der inspecteurs en politieagenten hebben over 1920 33335.12 bedragen. De op de begrooting be schikbaar gestelde som van 31810,50 wordt der halve met 1524.62 overschreden, welke over schrijding een gevolg is van de meerdere kosten van den bijslag op kleeding en schoeisel, een en ander ingevolge raadsbesluiten van 2 Mei en 17 October 1918. Volgn. 109. Kosten van wachtgebouwen en bureaux, alsmede licht en brandstoffen voor die lokalen1450.35® De kosten van verlichting en verwarming van het politiebureau, alsmede van de politiewacht huizen, welke waren geraamd op ƒ3900.hebben over 1920 5657.08 d.i. ƒ1757.08 meer bedragen. Tengevolge van een overschot van 306.72® op de voor onderhoud der politiewachthuizen beschik baar gestelde som kan met eene verhooging van den post met 1450.35® worden volstaan. Volgn. 110. Bureaubehoeften649.36® De uitgaven op dit artikel bedragen ƒ2549.365; de raming was ƒ1900. De aanschaffing van 150 exemplaren van dein den loop van 1920 verschenen 2 gedeelten der Verzameling wetten, ten dienste der politie, uit gegeven op last van het Departement van Justitie, vereischte eene niet-voorziene uitgaaf van ƒ367.50. Voorts is de overschrijding een gevolg van de hooge kosten van drukwerk in verband met de uitbreiding van het politiecorps met 40 agenten. Volgn. 115. Belooning en premiën aan brand meesters en brandspuitlieden291.45 De ten laste van dit artikel komende uitgaven zullen 14366.45 bedragen; zij waren geraamd op 14075.Eene aanvulling van het artikel met 291.45 blijkt dientengevolge noodig. Volgn. 116. Onderhoud van brandbluschmiddelen en reddingsmiddelen2423.48 De slechte toestand, waarin zich het brand weermateriaal over het algemeen bevond, de aanschaffing van hoognoodzakelijke reservedeelen, alsmede de hooge prijzen der materialen zijn oorzaak dat de voor onderhoud enz. op de begroo ting toegestane som van 1350.niet toereikend bleek en met ƒ787.60 moest worden overschreden. Verder vereischte het onderhoud der brand- kranen, waarvoor een bedrag van 350.was uitgetrokken, wegens den slechten staat waarin verscheidene kranen verkeerden eene uitgaaf van 1153.10, d. i. 803.10 meer. Ten slotte bleken de voor aanschaffing van kleeding, schoeisel enz. van 4 brandwachts, voor vernieuwing van slangen en voor aankoop van koppelingen en straalpijpen toegestane sommen van 600.600.en ƒ300.niet voldoende; zij moesten met respectievelijk 302.95, 233.20 296.63 worden overschreden. Eene aanvulling van den post met 2423.48 is tengevolge van een en ander noodig. Volgn. 117. Onderhoud van brandweerkazernen en brandspuithuizen444.15 Tot de buitengewone uitgaven die tot de over schrijding van dit artikel hebben geleid behooren o. a. de kosten van het maken van een bergplaats voor een bij de grensuitbreiding overgenomen slangenwagen (ƒ150.22) en de kosten van het maken van eene electrische lichtinstallatie in het brandspuithuisje aan den üuden Rijn (ƒ180.27). Voorts moest wegens verwarming door middel van 2 gaskachels tijdens vriezend weer in de stoomspuit huizen 209.32 worden betaald. In verband met een en ander bedragen de uitgaven op dit artikel, waarvoor ƒ350.was uitgetrokken, ƒ794.15. Volgn. 118. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichting23629.85 De kosten van de openbare straatverlichting over 1920 hebben blijkens de door de Stedelijke Fabrieken van Gas- en Electriciteit ingediende rekeningen 163795.35 bedragen, waarvan voor de gasverlichting 147524.30 en voor de electrische verlichting 16271.05. Het voor de openbare straatverlichting beschikbaar gestelde bedrag van 150000.moet dientengevolge met ƒ13795.35 worden verhoogd. Voorts vereischten de kosten van den aanleg der electrische straatverlichting in de nieuw gebouwde wijken op het voormalige Kooiterrein eene buitengewone uitgaaf van 9834.50. In totaal moet de post dus met 13795.35 4- 9834.50 23629.85 worden verhoogd. Volgn. 120. Kosten van de bouwpolitie en het woningonderzoek. c. Overige kosten279.47® Deze kosten waarin begrepen zijn de kosten van druk- en bindwerk, bureaubehoeften enz. hebben over 1920 bedragen ƒ789.475. Aanvulling van de op de begrooting beschikbaar gestelde som van 510. met f 279.47® is dientengevolge noodig. Volgn. 121. Annuïteiten aan het Rijk verschul digdterzake van voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuisvesting1840.56 Voor de op 3 October 1919 verschenen annuï teit ad 5202.32 van het grondvoorschot ten behoeve van de woningbouwvereeniging, »de Eens gezindheid" moest 184.25 wegens rente ad 4| per jaar over 10 maanden worden bijbetaald en voor de op 30 Juni 1919 en 30 Juni 1920 ver schenen annuïteiten ad 23383.16 van het bouvv- voorschot ten behoeve van die vereeniging ƒ1656.31 wegens rente ad 4j over 20 maanden, te zamen alzoo 1840.56, met welk bedrag het artikel moet worden verhoogd. De vereeniging «Eensgezindheid" heeft de door de gemeente betaalde rente geres titueerd (Volgn. 52 der Ontvangsten). Volgn. 123. Rentegarantie verleend aan de Ver eeniging tot bevordering van den bouw van iverk- manswoningen3432.15 Volgens de door de Vereeniging ingediende rekening zal door de gemeente over 1920 een bedrag van ƒ5432.15 verschuldigd zijn. Teneinde bij ongewijzigde goedkeuring der rekening door den Raad de vereischte gelden beschikbaar te hebben, wordt eene verhooging van dezen post, die op ƒ2000.was uitgetrokken met 3432.15 voorgesteld. Volgn. 124. Kosten van vaccinatie en doodschouw 98.04 De kosten van vaccinatie, geraamd op 1225. bedragen 1243.04, d. i. 18.04 meer, die van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 2