86 Voor de beweiding gedurende den a.s. zomer van het land hebben zich aangemeld H. Brandt en J. Th. Oskam, die beiden een pacht van 150.per jaar willen betalen. In aanmerking nemende, dat de heer Oskam reeds huurder is van het aangrenzende aan de gemeente toebehoorende weiland en het met het oog op de eerstdaags uit te voeren riolerings werken ten behoeve van het bouwplan der bouwvereeniging »Ons Belang" de voorkeur verdient slechts met één huurder te doen te hebben, komt het ons College gewenscht voor, dat het land aan den heer Oskam wordt verhuurd. Bovendien heeft de heer Oskam er geen bezwaar tegen, dat in alle door hem gehuurde terreinen bezuiden den Haag weg, eerstdaags door de gemeente wordt gearbeid ten behoeve van rioleerings- werken, slootdempingen enz., door welke bereidverklaring de uitvoering dezer werken zeer belangrijk wordt vergemakkelijkt. Met het oog op de aanhangige bouwplannen behoudt de gemeente zich het recht voor de huur ten allen tijde met een maand op te zeggen, zonder tot eenige schadevergoeding verplicht te zijn. Wij geven Uwe Vergadering derhalve, in overeenstemming met de Commissie van Beheer over het Grondbedrijf, in over weging de perceelen weiland en water in den Boschhuizer- polder, kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie O nis 916, 917 en 918, groot 0.87.22 H.A., voor den tijd van één jaar, gerekend te zijn ingegaan 25 April 1921 op welken datum de overeenkomst met den heer Poot werd ontbonden te verhuren aan J. Th. Oskam tegen een huurprijs van 150.— onder bepaling, dat de gemeente zich het recht voorbehoudt de huur ten allen tijde met een maand op te zeggen, zonder dat zij tot eenige schadevergoeding verplicht is, en voorts onder de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 148. Leiden, 3 Mei 1921. Nu het perceel Nieuwe Rijn no. 22 en de bovenverdiepingen der perceelen Vischmarkt 11 en 18 niet meer voor gemeente lijke doeleinden benoodigd zijn, komt het ons met de Com missie van Fabricage gewenscht voor, dat zij weder tot woning worden ingericht en als zoodanig verhuurd. Teneinde de per ceelen echter bewoonbaar te maken, zullen verschillende herstellingen moeten worden aangebracht, welke volgens raming van den Directeur van Gemeentewerken voor perceel Visch markt 11 1200.voor perceel Vischmarkt 18 ƒ1400.en en voor het gebouw Nieuwe Rijn 22 7500.zullen bedra gen, zoodat met deze herstellingen in totaal een bedrag van 10100.— zal zijn gemoeid, eene uitgave welke ons met het oog op den woningnood alleszins gerechtvaardigd voorkomt. In overeenstemming met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging door vaststel ling van den hierbij overgelegden staat van af- en over schrijving, een bedrag van ƒ10100.te onzer beschikking te stellen voor het herstellen van de bovenverdiepingen van de perceelen Vischmarkt 11 en 18 en het tot winkel en woon huis inrichten van het perceel Nieuwe Rijn 22. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven is thans nog een bedrag van ƒ106715.beschikbaar. De voorstellen tot verhuring zullen wij zoo spoedig mogelijk bij U aanhangig maken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N®. 149. Leiden, 3 Mei 1921. In verband met de uitbreiding van het stationsemplacement en het maken der trapjesbrug over de spoorbaan nabij den Rijnsburgerweg is door de H. IJ. S. M. tot de eigenaren van het Terweepark het verzoek gericht een op de situatie in rood aangegeven strook grond van dat park, ter grootte van 55 M8, te mogen koopen voor de somma van 550.- Aangezien de gemeente Leiden als eigenaresse van een der 8 huizen in het Terweepark voor a eigenaresse is van het aan de verschillende huiseigenaren in gemeenschappelijk eigen dom toebehoorende park, is ook hare medewerking noodig, om tot den verkoop te geraken. Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat tegen den verkoop van de kleine strook grond met het oog op de belangen der gemeente geen bezwaar bestaat en dat ook met den geboden prijs ad f 550,waarvan a ge deelte aan de gemeente toekomt, genoegen kan worden ge nomen. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten tot den verkoop van de aan de gemeente Leiden voor a gedeelte in eigendom toebehoorende, op de situatie in rood aangegeven, strook grond, groot +55 M2, deel uitma kende van het perceel Sectie L no. 612 (Terweepark) voor de som van 68 75 en tevens Uwe toestemming te verleenen tot opheffing van eene indertijd op de te verkoopen strook, als deel uitmakende van het Terweepark, gevestigde erfdienst baarheid van niet-bebouwing, indien zulks noodig mocht blijken en hieruit geen kosten voor de gemeente Leiden voortvloeien. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 150. Leiden, 3 Mei 1921. Wij hebben de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zich een drietal gegadigden heelt aangemeld, om grond op of nabij het Raamland te mogen koopen, teneinde daarop met de premie en het hypothecair crediet, welke ingevolge het Koninklijk besluit van 8 November 1920, No. 29, uit 's Rijks kas kunnen worden verleend, eenige middenstandswoningen te stichten. Het Bouwkundig Bureau Reyneveld en Wilms is voor nemens een blok van zeven woningen met een huurwaarde van 850.elk, te bouwen op een terrein, op de hierbij- gevoegde kaart aangegeven door de cijfers 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10, terwijl de heer C. L. C. F. Sommers de beschikking wenscht te hebben over den grond, aangeduid door de cijfers 20, 21, 22, 23 en 24 voor den bouw van een blok van 6 beneden- en bovenwoningen, welke een huurwaarde van 7.50 per week zullen hebben. Voorts wenscht de heer J. W. Blaauw een pand voor zelf- bewoning te stichten op het in zwarte arceering aangegeven perceel A. Zooals Uwe Vergadering bekend is, was het Raamland oorspronkelijk uitsluitend voor villa-bouw bestemd (Raads besluit van 18 December 1913, Ingek. Stukken No. 330). Aangezien van den verwachten villa-bouw niets kwam en aan bouwterrein voor middenstandswoningen groote behoefte bestond, werd evenwel bij Raadsbesluit d.d. 13 Maart 1919 (Handelingen blz. 49) bepaald, dat het Raamland eventueel ook zou worden verkocht voor den bouw van aaneengebouwde eengezinshuizen, met uitsluiting van die, welke met Rijks voorschotten ingevolge de Woningwet worden gebouwd. Nu met de uitgifte van het Raamland, zij het dan ook voor den bouw van middenstandswoningen, eindelijk een aanvang kan worden gemaakt, acht ons College het geraden, teneinde volgende aanvragers aan te moedigen, de voorwaar den zoo billijk mogelijk te stellen. De verkoopvoorwaarden, zooals deze na de wijziging bij raadsbesluit van 13 Maart 1919 luiden, zulfen zelfs niet in alle opzichten gehandhaafd kunnen worden. Zoo bevat het plan van den heer Sommers 6 beneden- en bovenwoningen met een huurwaarde van 7.50 per week, terwijl volgens de verkoopvoorwaarden slechts eengezinshuizen zouden mogen gebouwd worden en de huurwaarde ter plaatse 500.zou moeten bedragen. Van enkele onderdeelen der voorwaarden zal daarom in bepaalde gevallen moeten worden afgeweken; nochtans blijft het tegenwoordige exploitatie-plan basis voor de bebouwing, terwijl mede aan de uit een oogpunt van welstand te stellen eischen de hand dient te worden gehouden. Een waarborg hiervoor wordt te meer gevonden, sinds deze eisch in de bouwverordening is opgenomen, terwijl de Regeering dezen eisch eveneens stelt. Ook den prijs van den grond zouden wij om de genoemde reden niet te hoog willen stellen en overeenkomstig het advies van de Commissie voor het Grondbedrijf voor de thans te verkoopen perceelen bepaald willen zien op 7.50 per M2., een prijs, waarmede ook de aanvragers accoord gaan. Voor terreinen, die door hun ligging meer zijn aangewezen voor grootere woningen en villa's moet uit den aard der zaak een hoogere prijs worden bedongen. Wellicht ten overvloede merken wij nog op, dat, waar adressanten voornemens zijn slechts met gebruikmaking van de premie en de hypotheek te bouwen, bij onverhoopte niet- toekenning daarvan, desgewenscht op den verkoop van den grond zal behooren te worden teruggekomen. Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging, voor zooveel noodig met afwijking van het ter zake bepaalde bij de raadsbesluiten van 18 December 1913 en 13 Maart 1919 te besluiten tot den verkoop van de navolgende perceelen tegen den prijs van 7.50 per M2. 1°. aan J. W. Reyneveld en H. Wilms, aannemers te Leiden een strook grond groot +2035M2. gelegen op het Raamland, deel uitmakende van de perceelen Sectie M nis. 862 en 863, op de situatie nader aangegeven door de cijfers 4,5,6,7,8,9 en 10;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 632