83 ia het kalenderjaar 1023 voor een bedrag, als hierboven bedoeld, doch gebaseerd op een verbruik van 24000 K.W.U. en een maximale belasting van 24 K. W.2); gedurende de volgende kalenderjaren per kalenderjaar voor een bedrag als hierboven bedoeld, doch gebaseerd op een verbruik van 36000 K. W. U.3) en een maximale belasting van 36 K. W.4) met dien verstande, dat wat over eenig kalenderjaar minder voor verbruikten electrischen stroom verschuldigd is dan genoemd bedrag, aan Leiden wordt bijbetaald. Art. 2. Distributie der electriciteit. Ter Aar zal zich belasten met de distributie der door Lei den geleverde electriciteit, door aan de aangeslotenen in haar gebied de electriciteit te leveren en daartoe op de door haar vast te stellen voorwaarden op aanvraag aansluiting aan haar electriciteitsnet te verleenen. Het tarief, geldende voor levering van electriciteit door Ter Aar aan hare ingezetenen, zal, zoolang het Electrisch Bedrijf van Ter Aar winst maakt (zullende in winst een even- tueele door Ter Aar te heffen retributie voor het leggen van kabel in gemeentegrond geacht worden te zijn begrepen) niet meer dan 10% hooger mogen zijn dan het tarief, dat door Leiden in de gemeenten, waarin zij aan ingezetenen recht streeks electriciteit levert, voor electrischen stroom wordt berekend. De overige voorwaarden zullen ongeveer gelijk zijn aan de voorwaarden waartegen Leiden electriciteit levert in hare bovenbedoelde buitengemeenten. Leiden is bevoegd met een grootverbruiker, die genegen is een jaarverbruik van ten minste 10.000 K. W. voor kracht te garandeeren, zelf een contract af te sluiten en de stroomlevering ter hand te nemen, indien Ter Aar met den betreffenden grootverbruiker geen overeenkomst tot electrici- teitslevering heeft gesloten. Leiden verklaart zich bereid, alvorens een dergelijk contract met een grootverbruiker af te sluiten, dit contract aan Ter Aar voor te leggen en Ter Aar alsnog gedurende een week de keus te laten het contract aldus zelf af te sluiten of wel het afsluiten van het conti act aan Leiden over te laten. Art. 3. Vergunningen. Concessie aan derden. Ter Aar verleent aan Leiden gedurende den duur dezer overeenkomst met uitsluiting van anderen vergunning tot, het leggen, hebben en onderhouden in en over hare wegen, straten, pleinen, enz. van electrische kabels en geleidingen, zonder dat voor die vergunning eenige vergoeding of recognitie hoe ook genaamd, gevorderd kan worden. Ter Aar verbindt zich gedurende den duur dezer overeen komst aan derden geen concessie te verleenen tot het leveren van electriciteit, gas of eenigen anderen energievorm, welke in hoofdzaak wordt aangewend tot het voortbrengen van licht, kracht of warmte, noch zelf gedurende dien tijd eenigen energievorm als voren genoemd te produceeren ten behoeve van hare eigendommen, publiekrechtelijke lichamen, particu lieren of straatverlichting. Ter Aar verbindt zich eveneens niet toe te laten, dat der den kabels of geleidingen voor electriciteit, gas of eenigen anderen energievorm als bovenbedoeld in of over openbare wegen en wateren, binnen de gemeente Ter Aar aanleggen, hebben of onderhouden en eveneens niet toe te laten, dat derden aan particulieren of publiekrechtelijke lichamen elec triciteit, gas of eenigen anderen energievorm als bovenbedoeld leveren. Art. 4. Hoogspanningsnet en Hoogspanningsstations. Voor rekening van Leiden komen aanleg, onderhoud en vernieuwing van het hoogspanningsnet, met inbegrip der inrichting van de hoogspanningsstations, in welke de stroom wordt afgeleverd en welke op de bij deze overeenkomst ge voegde gewaarmerkte teekening zijn aangegeven. Wordt later door Ter Aar aflevering van de electriciteit in meer hoogspanningsstations gewenscht, dan kan dat in ge meenschappelijk overleg op nader overeen te komen voor waarden geschieden. Hoogspanningsnet, inrichting der hoogspanningsstations en transformatoren zijn en blijven het eigendom van Leiden, die bevoegd is hiervan gebruik te maken voor stroomlevering aan derden. Door Ter Aar zal geen vergoeding voor het gebruik van den ondergrond ten behoeve van kabels en hoogspannings stations, noch eenige andere recognitie, hoe ook genaamd, gevorderd mogen worden. De benoodigde ondergrond voor de hoogspanningsstations, zoowel als de steenen gebouwtjes zelf (gebouwd ten genoege van Leiden) worden door Ter Aar kosteloos in gebruik af gestaan. Art. 5. Leggen en verleggen van kabels. Van elke voorgenomen kabellegging, resp. aanleg van een luchtleiding, wordt tenminste drie dagen vooraf, zoomogelijk eerder, aan het gemeentebestuur, zoo noodig onder overlegging van een dispositieteekening, kennis gegeven. Indien Ter Aar zich met de voorgestelde dispositie kan vereenigen, kan Leiden onmiddellijk tot de kabellegging resp. het plaatsen der palen en spannen der luchtleidingen over gaan, welke werkzaamheden geschieden onder inachtneming der politieverordeningen van Ter Aar volgens de bijzondere aanwijzingen of regelen door Ter Aar gesteld en onder vol doende toezicht van de zijde van Leiden. Er zal door Leiden zorgvuldig voor gewaakt worden, dat het verkeer zoo min mogelijk belemmering ondergaat. Bij noodzakelijke stremming van de passage zal hiervan door Leiden, behoudens omstandigheden van haren wil onaf hankelijk, telkens ten minste drie, zoo mogelijk vijf dagen, vooraf aan Ter Aar worden kennis gegeven. In dringende gevallen (als storingen aan bestaande kabels, enz.) zal Leiden onmiddellijk de noodige werkzaamheden kunnen uitvoeren, mits de noodige veiligheidsmaatregelen worden in acht genomen en zoodra mogelijk aan Ter Aar van deze werkzaamheden wordt kennis gegeven. De gelegde kabels worden in het plaveisel door een vol doend aantal merksteenen, tenminste bij elke mof, aangeduid. Wanneer dit door Ter Aar in het belang der gemeente wordt noodig geacht, is Leiden verplicht de leidingen met toebehooren, hetzij in haar geheel, hetzij gedeeltelijk, op te nemen en te verleggen. Ter Aar is alleen verplicht daarvoor te vergoeden de werkelijk gemaakte kosten. Art. 6. Laagspanningsnet. Voor rekening van Ter Aar komen de van de lioogspan- ningsstations uitgaande laagspanningsgeleidingen met hunne schakelaars, zekeringen, alsmede alle bijbehoorende toestellen en geleidingen, enz. voor de huisaansluitingen. Met het oog op de bedrijfszekerheid van den aanleg wordt omtrent de keuze van bovengenoemde leidingen, kabels, enz. met Leiden overleg gepleegd. De installatie-voorschriften door Ter Aar uit te vaardigen zullen zooveel mogelijk gelijkluidend zijn aan die van Leiden. Art. 7. Beschikbaar gestelde energie. Het maximaal-vermogen, dat Leiden voor Ter Aar be schikbaar moet houden, wordt vastgesteld op 60 K. V. A.x). Verhooging van dit vermogen kan op nader overeen te komen voorwaarden plaats vinden. Ter beoordeeling van het vermogen, dat gedurende een kalenderjaar door Ter Aar zal worden verbruikt, zal Ter Aar driemaandelijks en zoo noodig meermalen een opgave aan Leiden doen toekomen van het aantal aansluitingen aan haar electriciteitsnet en van de gezamenlijke aansluitwaarden in K. W. dezer aansluitingen. De electrische energie zal aan Ter Aar worden afgeleverd ■als draaistroom van 50 perioden per seconde bij een span ning van nominaal 380/220 Volt. Art. 8. Verschuldigde kosten voor de stroomlevering. Het door Ter Aar verschuldigde voor de door Leiden ge leverde electrische energie zal, onverminderd het bepaalde in art. 9 en de verplichte meterhuur, als volgt worden berekend: a. Per KW. van het maximaal in een kalenderjaar optre dend vermogen Voor de eerste 50 K.W. f 140.— per K.W., per jaar. tweedè 50 125. derde 50 105. verdere 80. Kieuwveen 12000 K. W. U.Zevenhoven 8000. K. W. U. Kieuwveen 12 K. W.Zevenhoven 8 K. W. a) Kieuwveen 18000 K. W. U.Zevenhoven 12000 R. W. U. Kieuwveen 18 K. W.; Zevenhoven 12 K. ~W Kieuwveen 30 K. Y. A.; Kieuwkoop 55 K. V. A.Zevenhoven 25 K. V. A.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 29