GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 81 INOEKOHEjr STUKKEN. N°. 135. Leiden, 25 April 1921. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geene bedenkingen heeft tegen 1°. de voordracht van Burgemeester en Wethouders tot verhooging en tot toevoeging van eenige posten der begrooting voor 1920 en tegen de daarbij behoorende begrootingsregeling (lngek. Stukken No. 118); 2°. de voorgestelde begrootingsregeling, ge voegd bij de voor dracht (lngek. Stukken No. 132) waarbij gelden worden uit getrokken voor de uitvoering van eenige rioleerings- en dem- pingsvverken op een terrein bezuiden den Haagweg, in verband met het bouwplan der woningbouwvereeniging »Ons Belang", indien de Raad tot beschikbaarstelling van de gelden besluit; 3°. het voorstel tot hernieuwde vaststelling der begrooting dienst 1921 (lngek. Stukken No. 119); 4°. de begrootingsregeling betreffende de beschikbaarstelling van gelden ,ten behoeve van de vervanging van de keibestrating vóór de Jongensschool 2e kl. door eene klinkerbestrating (lngek. Stukken No. 117), indien de Raad althans overeen komstig de voordracht van Burg. en Weth. besluit. Wat sub 4° betreft, deelt een der leden echter mede, dat hij in overeenstemming met de Commissie van Fabricage het bedoelde bedrag van f 110U.op de begrooting voor 1922 wil uitgetrokken zien. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 136. Leiden, 28 April 1921. De Commissie, belast met het onderzoek der bezwaarschriften enz. inzake de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, heeft de eer U voor te stellen op de ter visie liggende be zwaarschriften, belastingjaren 1919/20 en 1920/21, te beschikken, overeenkomstig haar mede ter visie liggend advies. De Commissie voornoemd: Th. J. B. Wilmer, Voorzitter. J. Splinter Gzn., T. Groeneveld, Leden' Aan den Gemeenteraad. N®. 137 Leiden, 29 April 1921. Met verwijzing naar de ter zake door het College van Curatoren van het Gymnasium en den Inspecteur der Gym nasia uitgebrachte adviezen, geven wij Uwe Vergadering in overweging Dr. D. E. Bosselaar, op zijn verzoek, eervol ont slag te verleenen uit zijne betrekking van leeraar in de oude talen aan het Gymnasium alhier, en dat ontslag te doen in gaan op 1 Juni 1921. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden 26 Maart 1921. Aan den Raad der gemeente Leiden. Ondergeteekende, Dr. D. E. Bosselaar, heeft de eer U mede te deelen, dat de Raad der Gemeente Gouda hem benoemd heeft tot Rector van het Gymnasium aldaar. In verband daarmede verzoekt hij eervol ontslag als leeraar aan het Gymnasium te Leiden en wel met ingang van één Juni 1921. D. E. Bosselaar. No. 138. Leiden, 29 April 1921. Aangezien tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van Mej. T. Overdiep bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mej. T. Overdiep, op haar verzoek eervol ontslag te verleenen uit hare betrekking van onderwijzeres aan de openbare lagere school der 2e klasse voor Jongens en Meisjes, No. 3, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren, Wegens hare benoeming tot onderwijzeres aan de Leerschool bij de Rijkskweekschool te Apeldoorn, heeft de ondergeteekende de eer, U te verzoeken, haar met ingang van 1 Augustus 1921 eervol ontslag te willen verleenen uit haar betrekking als onderwijzeres aan de o. 1. school der 2e klasse No. 3 aan de Oude Vest te Leiden. Hoogachtend, Uwe dw. T. Overdiep. Leiden, 20 April 1921. N°. 139. Leiden, 3 Mei 1921. Bij nevensgaand schrijven verzoekt de heer N. van der Walle ontslag uit zijne betrekking van onderwijzer aan de openbare Jongensschool 2e klasse, alhier. Aangezien daartegen bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan den heer N. van der Walle, op zijn verzoek, eervol ontslag te verleenen uit zijn betrekking van onderwijzer aan de openbare Jongens school 2e klasse, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Ed. achtb. Raad der gemeente Leiden. Edel achtb. Dames en Heeren, Met verschuldigden eerbied heeft ondergeteekende, Nicolaas van der Walle, bij dezen de eer Ued. achtb. tegen 1 Sept. a.s. ontslag aan te vragen uit zijn betrekking als onderwijzer aan de Openbare Mulo school alhier. (Hoofd: de HeerP. A. Hibma). Hij Is den 15den Sept. 1879 in die betrekking aan genoemde school benoemd. Hetwelk doende Uedl. achtb. dienstw. dienaar N. v. d. Walle. Leiden, 28 April 1921. adres: Heerengr. 76b. N°. 140. Leiden, 3 Mei 1921. Aangezien tegen nevensgaand verzoek van Mevr. M. J. CosseeChoufour bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mevr. M. J. Cossee Choufour, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen uit haar betrekking van onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school der 3e klasse no. 4, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. den Haag 25 April 1921. Edelachtbare Heeren! Ondergeteekende, onderwijzeres in de handwerken aan de school 3de kl. No. 4, Duijvenbodestraat, verzoekt U beleefd, haar eervol ontslag uit hare betrekking te willen verleenen, met ingang van 1 Juli. Hoogachtend Uw dienstw. dnresae enz. Mevr. M. J. CosseeChoufour. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 141. Leiden, 3 Mei 1921. In verband met de inwerkingtreding, op 1. Januari 1920, van de in Uwe Vergadering van den 27en December van dat jaar vastgestelde nieuwe salarisregeling voor de leeraressen en den leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes, alhier, is het alsnog noodig, dat door U een formeel besluit wordt genomen tot vaststelling hunner jaarwedden en tot voor- loopige regeling hunner pensioensgrondslagen. Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging om de jaarwedden (hieronder te verstaan de vaste bezoldigingen) van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 27