148
MAANDAG 25
APRIL 1921.
jaren te voorkomen, zou ik de Vereeniging in overweging willen
geven den huurprijs op 8 cent per M2. te brengen.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik had den indruk gekregen,
dat de prijs van 6 cent per Ms. reeds aan den hoogen kant
was, maar, nu ik verneem, dat andere vereenigingen 8 cent
per M2. in rekening brengen, zal ik de aandacht van het bestuur
der vereeniging daarop vestigen.
De heer Knuttel. M. d. V. Ik kan mij met dit voorstel,
ofschoon ik er geen groote kwestie van zal maken, niet
vereenigen, omiat ik niet inzie welk openbaar belang bij deze
vereeniging is betrokken. Ik meen, dat wij het exploiteeren
van dergelijke tuintjes niet moeten bevorderen. Het kan zuiver
ontspanning zijn en dan moeten wij het aan de menschen
zeiven overlaten, maar in het algemeen zit er aan die dingen
een loondrukkende kant, dat wil zeggen de menschen trachten
hetgeen zij te weinig verdienen goed te maken door in hun
vrijen tijd op een stuk grond te gaan werken.
Ik zal wel geen stemming vragen, maar toch kan ik mij
met dit voorstel niet goed vereenigen.
De heer Kuivenhoven. M. d. V. Ik kan mij niet vereenigen
met het denkbeeld van den heer Heemskerk, die den huurprijs
van deze tuintjes wil verhoogen, want de prijs van 6 cent
per M2. acht ik ruim voldoende. Men dient rekening te houden
met het feit, dat dat land arm is aan meststoffen en dus
degenen, die het goed willen maken, het zwaar moeten be
mesten.
Wat het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangaat,
ik vereenig mij er niet gaarne mede, ofschoon ik er niet tegen
zal stemmen. Ik vind het een gevaarlijken weg om aan dergelijke
vereenigingen subsidie te geven, want wij mogen toch wel
aannemen, dat die vereenigingen borgen hebben, die in
eventueele tekorten zullen hebben te voorzien. Zulke
vereenigingen zullen toch niet zonder behoorlijke borgen een
overeenkomst aangaan tot het huren voor een vijftal jaren
van een complex grond om dan, als er tekorten ontstaan, aan
de gemeente te verzoeken die tekorten te dekken? Het ligt
dunkt mij niet op den weg van de gemeente de tekorten van
zulke vereenigingen te dekken en daarom zouden wij ons,
zooals ik reeds zeide, door aanneming van dit voorstel op een
gevaarlijken weg begeven.
De heer Heemskerk. M. d. V. De heer Kuivenhoven moet
mij goed begrijpen. Ik wil den prijs niet verhoogen, want de
Raad kan daaraan niets doen, maar waar Burgemeester en
Wethouders zeiven in hun praeadvies zeggen, dat naar hun
oordeel de gemeente eventueele tekorten in volgende jaren
niet meer voor haar rekening zal kunnen nemen, geef ik aan
de vereeniging ernstig in overweging den prijs van den grond
per M2. op 8 cent te brengen. Dat kan gevoeglijk, omdat de
leden van andere vereenigingen, die in dezelfde omstandigheden
verkeeren, 8 cent per M2. betalen.
Ten slotte ben ik het geheel niet eens met den heer Knuttel,
dat deze maatregel er is om de loonen van de arbeiders te
drukken, want zelfs bij de arbeiders, die tot de best betaalde
categorie behooren, zal er altijd eenige animo blijven om op
dergelijke wijze aan die tuintjes mede te werken.
Ik zie niet in, dat het prijs drukkend is. De menschen doen
het niet bepaald om er winst mede te behalen. Er ligt wel
eenige winst in opgesloten, maar doel is het niet. In vele
gevallen wordt het gedaan om op een bepaalde manier bezigheid
te vinden en den vrijen tijd aangenaam door te brengen.
De heer van der Pot. Den heer Kuivenhoven wil ik toe
geven, dat er uit den aard der zaak iets bedenkelijks in zou
kunnen zitten, wanneer niet gebeurd was wat wij in ons
praeadvies hebben getracht te doen, namelijk uitschakelen dat
wij op die manier zouden voortgaan.
De gedachtengang is deze geweest. Deze menschen hebben
op kleine schaal gedaan wat de gemeente in de afgeloopen
jaren op groote schaal gedaan heeft. Evenals de gemeente
daarbij groote stroppen gehaald heeft, hebben deze menschen
er een kleinen strop mede gehaald. Nu is het een kleine
aanmoediging van het particulier initiatief in deze zaak, als
wij dien kleinen strop vergoeden.
Deze gedachtengang, gepaard met het feit dat het een klein
bedrag betreft, heeft Burgemeester en Wethouders er toe
gebracht met dit voorstel te komen, maar in principe zit er
een gevaar in, dat geef ik toe.
De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke
stemming overeenkomstig het praeadvies van Burgemeester
en Wethouders besloten.
De Voorzitter schorst vervolgens de vergadering tot des
avonds 8£ uur.
Voortzetting van de geschorste openbare vergadering
des avonds te 8^ uur.
Afwezig zijn thans alleen de Burgemeester en de heer
Rotteveel.
Aan de orde is:
XX. Praeadvies op de verzoeken van verschillende vereeni
gingen en bonden, in zake de invoering van z.g. prennevrij
pensioen.
(Zie Ing. St. No. 126.)
De Voorzitter. Hierbij komen in behandeling de adressen,
welke ingekomen zijn ten gunste van het verleenen van
premievrij pensioen, alsmede de volgende twee voorstellen
een van de heeren Heemskerk, Bisschop en Schoneveld,
luidende:
«ündergeteekenden stellen voor van af i Januari 1921 de
kortingen ad 5% voor weduwen- en weezenpensioen voor
rekening der gemeente te nemen"
en een van de heeren van Stralen en A. Eikerbout, luidende:
»Ondergeteekenden hebben de eer voor te stellen de kortingen
voor weduwen- en weezenpensioen op het salaris van het
gemeentepersoneel, met ingang van 1 Januari 1921 voor
rekening der gemeente te nemen."
De beraadslaging wordt geopend.
De heer de Lange. M. d. V. Ik zal niet kunnen meegaan
met het voorstel van Burgemeester en Wethouders om de
beslissing omtrent de ingediende adressen in zake de afschaf
fing van kortingen voor het weduwen- en weezenpensioen
aan te houden tot de behandeling van de begrooting voor
1922. Naar mijn oordeel moet dezen avond over deze zaak
een definitieve beslissing vallen. Het spijt mij wel, dat Burge
meester en Wethouders ook niet van oordeel zijn geweest,
dat deze zaak, wat de definitieve beslissing betreft, niet langer
op de lange baan geschoven mocht worden. Ik zeg: op de
lange baan, omdat het onderwerp zelf reeds lang aan de orde
is en er hier al woorden gesproken zijn, die min of meer de
verwachting konden opwekken, dat de Raad van Leiden met
ingang van Januari 1921 ook aan Me ambtenaren een premie-
vrij pensioen voor weduwen en weezen zou toestaan.
Ik laat geheel rusten de principieele vraag of een ambte
naar voor zijn pensioen al dan niet premie moet betalen en
ik doe dat, omdat dit een vraag is, die door den loop der
omstandigheden bitter weinig waarde meer heeft. De Staat is
ons voorgegaan met voor de staatsambtenaren toe te staan
een premievrij eigen pensioen en een premievrij weduwen-en
weezenpensioen, al gaat het, wat het laatste betreft, nog een
weinig omslachtig.
Naar mijn oordeel moeten wij, afgezien van de vraag of het
theoretisch wel goed is, den Staat volgen en waar wij nu
al a gezegd hebben, ook b zeggen en den ambtenaren van de
gemeente voor zoover die dit nog niet genieten, ook toestaan
een premievrij weduwen- en weezenpensioen.
Wij zouden eenigermate van meening kunnen verschillen
over den datum waarop dat zou moeten ingaan en wanneer
Burgemeester en Wethouders bijvoorbeeld hadden gegeven
eer. praeadvies, dat een zeker geluid gaf en daarin hadden
voorgesteld bijvoorbeeld het premievrij pensioen te doen ingaan
op 1 April jongstleden, dan zou ik zeker niet behoord hebben
tot degenen, die daarop captie zouden maken. Maar nu wij
hebben twee voorstellen, welke beiden beoogen het weduwen-
en weezenpensioen premievrij te maken met ingang van 1
Januari jongstleden en geen ander voorstel een anderen datum
inhoudt, ga ik mede met het voorstel van de heeren Heems
kerk c. s. om vanaf 1 Januari 1921 de korting voor het
weduwen- en weezenpensioen voor rekening der gemeente te
nemen.
Ik zie in deze zaak ook niet zoo'n buitengewoon groote
financieele aangelegenheid meer. Het is een quaestie van één
jaar en dan is het toch afgeloopen. De Staat is ons niet alleen
voorgegaan met ingang van 1 October 1920 in de afschaffing
van de premiebetaling door de Staatsambtenaren, maar hij
heeft nog meer gedaan. De Regeering heeft ingediend een
wetsontwerp, dat inhoudt een geheel nieuwe regeling van de
pensioenen ook voor de gemeente-ambtenaren. Ik verwacht
ik heb reden voor die verwachting in het Voorloopig Verslag,
datdoor deTweede Kamer over dit wetsontwerp is uitgebracht
dat het wetsontwerp zal aangenomen worden en dan zal de
wet de gemeentebesturen verplichten om de volle pensioen
premie voor de ambtenaren en hunne weduwen en weezen
uit de gemeentekas te betalen en die wet zal verbieden om
in het vervolg van de gemeente-ambtenaren een deel der premie
terug te vorderen.