MAANDAG 25 APRIL 1921. 147 De heer A. Elkerbout. M. d. V. Ik kan mij met het voorstel, zooals het daar ligt, volkomen vereenigen, maar toch moet ik er mijn teleurstelling over uitspreken, dat het zoo ontzettend lang duurt alvorens dergelijke bouwplannen tot stand komen, terwijl aan het eind van 1920 op een aantal van 13.000 woningen een tekort was van 1250, waaruit overduidelijk blijkt dat er een ontzettend woningtekort is, en de besturen van de verschillende bouwvereenigingen alle krachten inspannen door het indienen van nieuwe plannen, zoodat den besturen dier vereenigingen geen verwijt kan treffen. Dit plan is in November 1920 reeds ingezonden en thans krijgen wij pas te behandelen het voorstel om aan de rioleeringswerken te beginnen. Nu zou ik wel eens willen vragen, hoe het met dit bouwplan staat, omdat mij uit de stukken in de Leeskamer is gebleken, dat, nadat de Directeur van Gemeentewerken het stratenplan had opgegeven en de bouwvereeniging haar bouwplan had ingediend, de Directeur van Gemeentewerken het geheele stratenplan weerondersteboven heeft gekeerd en de bouwvereeniging opnieuw kon beginnen. Ik weet niet of men aan Gemeentewerken zoozeer den tijd heeft, maar ik heb den indruk gekregen, dat er iets niet in den haak is aan dezen gemeentelijken dienst. Immers, uit de stukken blijkt, dat in een conferentie met den Directeur van Bouw- en Woningtoezicht het eerste stratenplan na een kleine wijziging vrijwel kon worden gehandhaafd. Van waar nu al die moeilijkheden, ik krijg den indruk dat er niet voldoende schot in zit, er hapert iets aan. Vandaar mijn vraag, hoe het met dit bouwplan staat. De heer van der Pot. M. d. V. Over dit bouwplan is advies uitgebracht door den Directeur van Gemeentewerken en door den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht en, voordat het bij den Raad kan komen, moeten er nog drie Commissies advies over uitbrengende Commissie van Fabricage, de Gezond heidscommissie en de Commissie van Financiën van geen dier commissies is het advies nog ingekomen, voor zoover ik weet. Wat de tweede vraag betreft, die in zake het uitbreidings plan, dit bouwplan wordt uitgevoerd op een deel van het vorige Zoeterwoude. Daar bestond dus alleen een voorloopig uitbrei dingsplan en nu meen ik, dat de zaak zoo staat, dat de architect van de bouwvereeniging met dat voorloopige uitbreidingsplan geen rekening had gehouden en de bouwblokken had ontworpen, geheel afgescheiden van de reeds ontworpen straten. Daartegen had de Directeur van Gemeentewerken bezwaar en toen is er een soort convenant gesloten, waarbij van beide kanten iets is toegegeven. De Directeur van Gemeentewerken heeft niet geheel aan de tracé's, zooals die ontworpen waren, vastgehouden, maar anderzijds is gezorgd, dat met het oog op het uitbreidingsplan van hetgeen reeds ontworpen was niet te veel behoefde te worden opgeofferd. Dit is het eeriige wat ik onvoorbereid kan antwoorden. Indien de heer A. Eikerbout, met wien ik Zaterdagmiddag nog een langdurige conferentie over dit bouwplan heb gehad, mij tevoren had gewaarschuwd, dat hij mij die vragen zou stellen, zou ik wellicht uitvoeriger inlichtingen hebben kunnen geven. De beraadslaging wordt gesloten en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. XVIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de vervanging van de keibestrating vóór de Jongensschool 2e klasse door een klinkerbestrating. (Zie Ing. St. No. 117.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Mulder. M. d. V. Ik ben niet tegen de zaak zelf, maar wel tegen dit voorstel om dit werk nu te doen plaats hebben. Ik blijf bij hetgeen ik geadviseerd heb in de Commissie van Fabricage, namelijk om het hiervoor benoodigd bedrag op de begrooting voor 1922 uit te trekken. Die toestand is daar al zoovele jaren geweest. Ik wil niet zeggen, dat wat jaren geduurd heeft moet voortsukkelen, maar ik zie niet in waarom buiten de begrooting om een bedrag van ƒ1100 gevoteerd moet worden. Ik geef dus in overweging dit voorstel 'te verwerpen. De heer Bisschop. Ik zal voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen, maar ik wil deze gelegenheid aan grijpen om tot Burgemeester en Wethouders het verzoek te richten om binnen korten tijd te komen met een voorstel van dezelfde strekking ten behoeve van de jongensschool aan de Haarlemmerstraat hoek Pelikaanstraat. Daar is het rijverkeer nog heel wat drukker dan op de Pieterskerkgracht en ondervindt het onderwijs veel hinder daarvan. De heer Heemskerk. M. d. V. Ik zou mijnerzijds ook willen wijzen op de meisjesschool op de Haarlemmerstraat; ook daar is dergelijke voorziening dringend noodig. Wat betreft het voorstel van Burgemeester en Wethouders, verwondert het mij, dat er gelden aangevraagd worden om tot verbetering van de bestrating der Pieterskerkstraat over te gaan. Voor zoover mij bekend is dat niet een drukke straat; zeer zelden passeeren daar rijtuigenalleen misschien passeeren daar op Vrijdag voormiddag enkele rijtuigen van buiten, die wat hinderlijk zijn. Moeten daarvoor nu deze gelden uitgetrokken worden? Ik zou dan ook willen ondersteunen het denkbeeld van den heer Mulder, om deze zaak uit te stellen tot de vol gende begrooting. De Voorzitter. Mag ik verzoeken om zich op dit oogen- blik te bepalen tot het punt, dat aan de orde is, namelijk de verbetering van de bestrating der Pieterskerkstraat? Voor andere scholen kan verbetering van bestrating ook van be- teekenis zijn en bij gelegenheid kunnen ook die zaken aan de orde komen; maar thans is het de vraag, of het voorstel van Burgemeester en Wethouders al dan niet zal aangenomen worden. De heer van der Lip. M. d. V. Wanneer men staat op het standpunt van den heer Heemskerk, dan moet men van deze uitgaaf heelemaal niet willen weten en niet zeggen: laten wij het tot de volgende begrooting uitsteller. Als men zegt: in die straat is niet veel gerij, dan moet men consequent zijn en zeggen: ik ben per se tegen die uitgaaf. De zaak staat echter mijns inziens anders, in die buurt wordt tamelijk veel gereden en ieder, die in de school van den heer Hibma wel eens vertoefd heeft, zal het hinderlijke van het lawaai ondervonden hebben. Bij elk rijtuig dat passeert moet het onderwijs een oogenblik stopgezet worden. De lokalen liggen meest aan den kant van de straat en dat geeft grooten hinder. Verleden jaar is ten behoeve van de school aan de Boom- markt de keibestrating ook vervangen door een klinkerbe strating, en dat is voor die school een groote verbetering geweest. Nu zeggen wij: als wij hier met een betrekkelijk kleine uitgave het onderwijs kunnen bevorderen, moet het dan weder een jaar worden uitgesteld? Al jaren lang wordt door het hoofd van de school geklaagd over het straatrumoer. De Commissie van Fabricage zegt: er is zoo'n haast niet bijhet kan nog wel wat wachten. Maar als wij er mede wachten tot de begrooting, dan duurt het zeker een vol jaar eer het werk wordt uitgevoerd. Wij hebben hier een gebrek dat verholpen dient te worden. Moet daarmede een jaar gewacht worden? Wat betreft de andere scholen, door de heeren Bisschop en Heemskerk genoemd, daarop zal ik gaarne de aandacht van mijn collega van Fabricage vestigen. Dat gaat mij niet zoo zeer aan. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt in stemming gebracht en met 22 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór stemmende heeren van Eek, van der Lip, Sanders, Wilbrink, van Stralen, A. Eikerbout, F. Eikerbout, Schone- veld, Kuivenhoven, Groeneveld, van der Pot, Sijtsma, üostdam, Knuttel, mevrouw BaartBraggaar, de heeren Stijnman, Splinter, Eerdmans, Bisschop, Meijnen, Dubbeldeman en de Voorzitter. Tegen stemmen: de heeren de Lange, Bots, Wilmer, Mulder en Heemskerk. (Vlevrouw DubbeldemanTrago had de vergadering inmid dels verlaten.) XIX. Praeadvies op het verzoek der vereeniging tot aan leggen en onderhouden van Volkstuintjes «Ons Belang", om toekenning van eene subsidie tot dekking van haar tekort over 1920. (Zie Ing. St. No. 116.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Heemskerk. M. d. V. Ik zal mij niet verzetten tegen dit praeadvies van Burgemeester en Wethouders, vooral omdat het hier slechts over een luttel bedrag gaat en ook, aangezien ik mij met de strekking van dit praeadvies wel kan vereenigen, maar ik wil van deze gelegenheid gebruik maken om er bij de vereeniging ernstig op aan te dringen om den huurprijs van haar tuintjes eenigszins te verhoogen. Dat kan gevoeglijk. Er zijn vereenigingen, die 8 cent per M2. nemen, terwijl deze vereeniging slechts 6 cent per M2. in rekening brengt. Teneinde eventueele tekorten in volgende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 13