MAANDAG 11 APRIL 1921.
Ill
Groeneveld, Mevr. Raart-Braggaar, de heer Wilmer en de
Voorziter.
Vóór stemmende heeren Dubbeldeman, Mulder, van der
Lip, van Stralen, Mevr. DubbeldemanTrago, de heeren
Huurman en Knuttel.
(De heeren Wilmer en Knuttel waren inmiddels ter ver
gadering gekomen.)
De Voorzitter. Ik zal nu het tweede gedeelte van het
voorstel van den heer Huurman, strekkende om f 1500.
beschikbaar te stellen voor het inrichten van de bestuurs
kamer boven de woning van den concierge tot expositezaaltje,
enz., in stemming brengen.
De heer Huurman. Dat trek ik in, Mijnheer de Voorzitter!
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkom
stig sub a vari het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
De Voorzitter. Wij zijn nu genaderd tot bwaarbij in
stemming komt het amendement van den heer A. Eikerbout,
strekkende om in plaats van »2e klasse" te lezen1e klasse"
het door de heeren de Lange en Oostdam ingediende voor
stel is inmiddels door de voorstellers ingetrokken.
Burgemeester en Wethouders moeten ook de aanneming
van dit amendement ontraden.
Het amendement van den heer A. Eikerbout wordt in stem
ming gebracht en met 18 tegen 8 stemmen vorworpen.
Tegen stemmende heeren de Lange, Heemskerk, Bisschop,
Meijnen, Mulder, Sijtsma, Eerdmans, Sanders, Bots, van
der Pot, van der Lip, Kuivenhoven, Wilbrink, Splinter, Oost-
dam, Huurman, Wilmer en de Voorzitter.
Vóór stemmen: de heeren van Eek, Dubbeldeman, A. Eiker
bout, van Stralen, Groeneveld, de dame.s DubbeldemanTrago
en BaartBraggaar en de heer Knuttel.
De Voorzitter. Verlangt iemand hoofdelijke stemming over
punt b van het voorstel van Burgemeester en Wethouders?
De heer Sijtsma. Ik zal geen stemming vragen, maar ik
wil toch verklaren er tegen te zijn.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig sub b van het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
Ten slotte wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
sub c, d en e van het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
XII. Praeadvies op het voorstel van den heer Knuttel, in zake
verlaging van den gas- en electriciteitsprijs en voorstel tot
nadere vaststelling van den gasprijs.
(Zie Ing. St. No. 92.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Knuttel. Ik kan met het voorstel van Burgemeester
en Wethouders geen genoegen nemen. Juist hetgeen gebeurd
is sedert de indiening van mijn voorstel heeft mij versterkt
in de meening, dat wij wat betreft de verlaging van de gas-
prijzen verder moeten gaan.
Het is voor iemand, die niet geheel in het bedrijf zit, vrijwel
onmogelijk om de waarde der ons voorgelegde cijfers te
controleeren, maar er is toch alle aanleiding om er zich ten
zeerste over te verwonderen dat met de daling van de kolen-
prijzen van f 70.tot f 20.per tori slechts een zeer on
beduidende daling van de gasprijzen gepaard zou kunnen gaan.
Er komt bij, dat wij reeds vari een tamelijk aantal plaatsen
hebben kunnen lezen, dat daar de gasprijzen in veel sterker e
mate naar beneden gebracht zijn. Ik noem bij voorbeeld Zwolle,
Leeuwarden en Assen, waar de gasprijzen 15, 14 en 13 cent
zijn geworden.
Nu wordt steeds gezegd, dat er op onze gasfabriek een
eenigszins verouderd systeem van gasfabricage wordt toegepast
en dat dat 2 cent per M3. in den kostprijs scheelt, maar dan
zouden wij 2 cent boven den laagsten prijs, dus tot een prijs
van 15 cent per kubieke Meter komen. Ik acht het dus volstrekt
niet noodzakelijk den prijs op 17 cent te houden.
In dit verband wil ik er op wijzen, dat het wel waar is,
dat de bijproducten van de gasfabriek, zooals de cokes, ook
in prijs zijn gedaald, maar dat, toen wij indertijd met gasprijzen
van 6 en 7 cent per kubieke Meter werkten, de cokesprijzen
eveneens naar evenredigheid lager waren. Er is een zekere
verhouding tusschen den prijs, waarvoor de fabriek de steenkolen
inkoopt, en dien, waarvoor zij de cokes verkoopt; die blijft
bestaan en men had die ook in den tijd, toen de gasprijs veel
lager was.
Wat de loonen betreft, die aan de Leidsche gasfabriek
behooren zeker niet tot de hoogste. Telkens als gegevens
werden gepubliceerd, bleek Leiden te behooren tot de plaatsen,
waaj' de loonen aan den lagen kant waren. In die loonen kan
dus ook geen reden gelegen zijn om hier een hoogeren gasprijs
te laten betalen dan in menige andere plaats. Trouwens, wij
hebben in den tijd van de grootste duurte van het gas in
de bladen advertenties gezien, waarin er op werd gewezen,
dat Leiden behoorde tot de gemeenten, waar de gasprijs het
laagst was. Waarom de gasprijs te Leiden thans tot de hoogste
moet gaan behooren, terwijl de kolenprijzen dalen, begrijp
ik niet.
Verder wil ik iets zeggen over het voorstel van Burgemeester
en Wethouders om aan grootere verbruikers een vermindering
van prijs toe te staan. In de eerste plaats komt het mij voor,
dat dit voorstel verkeerd geredigeerd is, want, zooals het daar
staat, kan daaruit worden opgemaakt, dat men alleen voor
den eersten kubieken Meter vermindering krijgt, voor de rest
niet. Over het voorstel, zooals het bedoeld is, zou ik willen
zeggen, dat er mijns inziens geen reden is waarom die groote
verbruikers moeten worden bevoordeeld. Dat het voor het
grootste gedeelte geen particulieren zijn, is een argument, clat
mij zeer weinig treft. Ik zie niet in waarom aan industrieelen
en kooplieden of wie die groote verbruikers ook zijn, volgens
een lager tarief moet worden geleverd dan aan de minder-
gegoeden. Het is een commercieel standpunt, om bij het
afnemen van groote partijen rabat toe te staan, dat de gemeente
tegenover de gasverbruikers niet moet innemen.
Tegen dit voorstel wensch ik mij dus te verzetten, maar
ik wil om bij de concrete dingen te blijven steun
verleenen aan het voorstel van den heer van Eek om den
prijs van het gas te bepalen op 15 cent met afschaffing van
het vaste recht.
Wat de electriciteit betreft, het is waar, dat de prijs daarvan
vergeleken bij vroeger niet zoo buitengewoon in de hoogte is
gegaan, zoodat ik die kwestie laat rusten.
De Voorzitter. Hierbij komt tevens in behandeling het
voorstel van den heer van Eek, luidende:
»Ondergeteekende stelt voor 1° om sub c van volgnommer
26 der raadsagenda aldus te doen luiden: te bepalen, dat met
ingang van de meteropneming in de /naand Maart alle be
staande gasprijzen voorloopig met 2 cent per M8. worden
verminderd.
2°. om aan dit agendanommer een nieuw lid d toe te voegen
luidende: Burgemeester en Wethouders te verzoeken om een
progressieve regeling te ontwerpen van de gas- en electriciteits-
prijzen."
Wenscht de heer van Eek dit voorstel nog toe te lichten?
De heer van Eck. M. d. V. Gaarne, en mag ik dan vragen of
Burgemeester en Wethouders voorstellen om mijn tweede
voorstel in hun handen te stellen voor het uitbrengen van
praeadvies?
De Voorzitter. Neen, dat is de bedoeling niet.
De heer van Eck. Eenerzijds heb ik met instemming kennis
genomen van het voorstel van Burgemeester en Wethouders
om het vaste aansluitingsrecht af te schaffen. Bij een vorige
gelegenheid heb ik reeds betoogd, dat ik van dat recht geen
voorstander ben.
Het verheugt mij ook, dat Burgemeester en Wethouders
nu voorstellen dat vaste aansluitingsrecht te bepalen op nihil.
Ik heb van verschillende zijden gehoord, dat men zich er
eenigszins over verwonderde dat, terwijl Burgemeester en
Wethouders vroeger, op voorstel van de Commissie voor de
Lichtfabrieken, met dat vaste aansluitingsrecht waren ge
komen, zij nu plotseling weder voorstellen dat recht af te
schaffen. In de Commissie voor de Lichtfabi ieken heb ik ver
nomen, dat de argumenten daarvoor waren, eenerzijds dat,
zoo men vroeger was overgegaan tot gasprijsverhooging en
het vaste aansluitingsrecht niet had ingevoerd, dit zou mede
gebracht hebben zeer groote kosten vanwege verandering der
muntmeters, en anderzijds dat men destijds er tegen opzag
de hooge gasprijzen nog te verhoigen, omdat men daarvan
vreesde achteruitgang van het debiet.
Het waren derhalve bijzondere omstandigheden, waaronder
destijds Burgemeester en Wethouders op voorstel der Com
missie van bijstand, invoering van het vaste aansluitingsrecht
bepleit hebben.
Ik hoop intusschen, dat die bijzondere omstandigheden
zieh nooit meer zullen voordoen en dat wij dus dat vaste
aansluitingsrecht hiermede kunnen begraven.
Anderzijds ben ik, en ik geloof zeer vele anderen in de