132 MAANDAG 11 APRIL 1921. De heer Knuttel zegt, dat dan de prijs van het warm water moet verlaagd worden, maar dan zou er nog meer geld bij moeten en daartoe achten wij de gemeente niet geroepen. De heer Bots. M. d. V. Tal van zaken, die tijdens de mobili satie werden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor zij eigenlijk bestemd waren, zijn weer aan haar bestemming teruggegeven. Dat is het geval met de verschillende gebouwen, zooals scholen en de Stadsgehoorzaal, maar het gebruik ten algemeene nutte van de sproeiwagens moeten wy helaas nog ontberen om een zeer klein gedeelte van de bevolking met het bezorgen van warm water te gerieven. De verkoop is ongeveer 400 emmers per dag. Tot de afnemers behooren ook bakkers en slagers, die meerdere emmers te gelijk afnemen doch die het warm water zeer goed op andere plaatsen kunnen halen. Ik geloof niet, dat het ergens in geheel ons land, ja in geheel Europa bestaat dat heet water gedistribueerd wordt zooals hier geschiedt. Ik kan mij niet voorstellen, dat het voor Leiden zoo'n bezwaar zou opleveren als het niet meer gebeurde. De distri butie van warm water is begonnen om in een noodtoestand te voorzien, toen er gebrek aan brandstoffen was, het gas verbruik gelimiteerd en dus niet goed mogelijk was om thuis water te verwarmen. Die bezwaren zijn thans opgeheven. In elk geval hebben wij de sproeiwagens dringend noodig. Bij ons komen ze niet, zegt mevr. Baart—Braggaar. Het is toch van groot belang voor arbeiders, die langs de straten en wegen loopen, dat daar gesproeid wordt. Ik heb dikwijls van medici gehoord, dat het loopen in stof zeer ongezond is. In den regel zijn de straten in de arbeiderswijken niet zoo besmet en vol stof als de groote verkeerswegen. Het is van groot belang in hygiënisch opzicht, dat er behoorlijk gesproeid wordt op groote verkeerswegen als de Stationsweg, op de singels en andere plaatsen. Mij dunkt, dat de arbeidersvrouwen toch zelf zullen inzien, dat het niet aangaat dit bedrijf in de gegeven omstandig heden in stand te houden. Overal elders zorgen de menschen toch ook zelf voor warm water. Mevrouw Baart—Braggaar. M. d. V. Dat er in de laatste maanden minder warm water afgenomen wordt, is heel be grijpelijk. In den winter branden de kachels en vanzelf kookt men dan daarop het water dat men noodig heeft, dat kost dan niets. Maar als de kachels weggaan, dan moet op het gas gekookt worden en dan zal men ook een veel ruimer gebruik maken van de warmwatervoorziening. En als men den prijs weder met een cent zou verhoogen, dan zou dat ook weder leiden tot mindere afname. Dat kan ik mij voor stellen. Aan de gasfabriek is men er toch op uit alles zoo goedkoop mogelijk te doen ten einde een zoo groot mogelijke afname te krijgen. Mij dunkt, dit is toch in dit geval ook op zijn plaats. Mevrouw Dubbeldeman—Trago. M. d. V. U zegt, dat men in staat is den prijs te berekenen. Dat geloof ik gaarne; dat zult u kunnen, maar hoe eerder u dit bedrijf kunt op doeken hoe liever het u is. U kunt niet de afname bevorderen. Anders zou er een geheel andere toestand heerschen. Nu zegt u: er is geen reden voor, het kan op een eind loopen; maar men begint toch niet een bedrijf op te zetten met het doel het te doen mislukken? U hebt een prachtige opvatting. Dat het bedrijf ten doode opgeschreven stond, blijkt wel hieruit. De warmwatervoorziening voor de wasch hebben de menschen niet noodig des middags te 2 uur of half drie, zooals hier gebeurt, maar des morgens vroeg, opdat de wasch eenige uren in het sop kan staan en de vrouwen nog voor het middageten met het wasschen kunnen beginnen. Aan de Heerenstraat, aan de 3-Octoberstraat, waar ik vier jaar ge woond heb, en ook op andere plaatsen b.v. de Hansenstraat komt de warmwaterwagen 's middags na 2 uur, zoodat de menschen zich daar op andere wijze van warm water moeten voorzien en dan »vuil grachtwater" krijgen. Acht men dat beter in het belang van de gezondheid? De heer Bots. M. d. V. Ik wensch even op te merken, dat de wagens met warm water zoo vroeg mogelijk beginnen te rijden en dat zij b.v. omstreeks 9 uur aan de Kraaierstraat zijn. Wilde men overal bijtijds komen, dan zou men tal van wagens moeten hebben. In beginsel is uitgesproken, dat de bedryven zich zelf moeten bedruipen, maar hier wordt niets in rekening gebracht voor slijtage aan paarden en wagens. Als die warmwater voorziening een afzonderlijk bedrijf was, geef ik u de ver zekering, dat het water niet voor 6 cent zou kunnen worden geleverd. In het praeadvies van Burgemeester en Wethouders is gedemonstreerd, dat de gewone uitgaven op een klein bedrag na zijn gedekt, maar dat zou dan het geval niet zijn en zou men een vrij groot bedrag tekort komen. Mevrouw DubbeldemanTrago. Zoudt gij het zoo erg vinden, als voor een zoo belangrijken maatregel als deze, in het belang van de hygiëne er eenige duizenden guldens bij gelegd moesten worden? Of vindt gij het meer hygiënisch, als de vrouwen fabriekswater moeten gebruiken? De heer Bots. Neen, zij moeten duinwater nemen en dat zeiven verwarmen. De heer Groeneveld. M. d. V. Ik heb de vorige maal, toen de prijs van het warm water werd verhoogd, voorspeld, dat het verbruik zou dalen en dus de exploitatie-kosten per emmer zouden stygen. Gaan wij thans den prijs weer verhoogen, dan krijgen wij hetzelfde gevolg. Met al die prijsverhoogingen komen wij er niet, want daardoor daalt de omzet, terwijl de exploitatie-kosten dezelfde blijven. Het is misschien wel het doel om op die manier het bedrijf te vermoorden. Verder zou ik willen vragen of het niet mogelijk is die warmwaterwagens voor een dubbel doel in te richten. Ik zie niet in, dat zij niet zoodanig zouden kunnen worden inge richt, dat zij zoowel voor de distributie van warm water als voor het sproeien konden gebruikt worden. Ik hoor zeggen, dat het niet kan, maar het kan wel. Voor de distributie van warm water behoeft men slechts een aftapkraan aan te brengen, welke gesloten wordt, als de wagen voor het sproeien wordt gebruikt. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt in stemming gebracht en met 16 tegen 11 stemmen aangenomen. Vóór stemmen: de heeren de Lange, Heemskerk, Meijnen, Mulder, Sijtsma, Eerdmans, Sanders, Bots, van der Lip, Kuivenhoven, "Wilbrink, Splinter, Oostdam, Huurman, Wilmer en de Voorzitter. Tegen stemmen: de heeren Bisschop, van Eek, Dubbeldeman, van der Pot, A. Eikerbout, van Stralen, Groeneveld, de dames Dubbeldeman—Trago en Baart—Braggaar, de heeren Knuttel en F. Eikerbout. Mevrouw Baart—Braggaar. M. d. V. In verband met de aanneming van dit voorstel van Burgemeester en Wethouders zou ik willen vragen of gij niet een weinig voortgang kunt maken met de prijsregeling voor het waschbureau, zoodat vele vrouwen van dat bureau gebruik zullen kunnen maken. De Voorzitter. Dat is in bewerking. Ik heb nog geen resultaat van het onderhoud, dat heeft plaats gehad. Wij hebben meer te doen. De heer van Stralen. Het duurt zoo lang. De Voorzitter. Wij hebben meer te doen; daarvan hebt gij geen begrip. De punten nos. XV, XVI en XVII der agenda worden tot de volgende vergadering aangehouden. XVIII. Vaststelling van het le suppletoirkohier der plaatse lijke directe belasting, dienst 1920/21. (Zie Ing. St. No. 110.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten tot vaststelling van het le Suppletoirkohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, belastingjaar 1920/21 met een belastbaar inkomen van f 1062150. XIX. Vaststelling van het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1920/21. (Zie Ing. St. No. 111.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten tot vaststelling van het Forensenkohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, belastingjaar 1920/21 met een belastbaar inkomen van f 4114084. De Voorzitter. Heeft een der leden thans nog iets in het belang der gemeente in het midden te brengen? De heer de Lange. M. d. V. Ik heb de eer om, mede namens de heeren Oostdam, Heemskerk, Splinter, Wilbrink, Mulder, Sijtsma en Eerdmaus, het volgend voorstel in te dienen: »De ondergeteekenden hebben de eer aan den Gemeenteraad voor te stellen om te besluiten Burgemeester en Wethouders uit te noodigen om als afzonderlijke bijlage bij de gemeente-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 28