MAANDAG 11 APRIL 1921. 127 wezen. Daarom kunnen wij in dit geval niet anders dan met einst aanraden met het voorstel van Burgemeester en Wet houders mee te gaan, terwijl wij den Raad de verzekering geven, dat er bij ons een groote begeerte is om den prijs van het gas te verlagen en het geen oogenblik langer zal duren dan wij het noodig achten, voordat wij met een dergelijk voorstel komen. De beraadslaging wordt gesloten. Het voorstel van de heeren Huurman en Mulder wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten niet aan te nemen het door den heer Knuttel ingediende voorstel. De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders wijzigen hun voorstel sub b in dien zin, dat in plaats van «Maart" wordt gelezen «April". Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeen komstig het gewijzigd voorstel sub b van Burgemeester en Wet houders besloten. Vervolgens wordt het voorstel van den heer van Eek, be treffende de verlaging van den gasprijs met 2 cent per M8. in stemming gebracht en met 16 tegen 11 stemmen ver worpen. Tegen stemmen: de heeren de Lange, Bisschop, Meijnen, Mulder, Sanders, Bots, van der Pot, van der Lip, Kuiven- hoven, Wilbrink, Splinter, Oostdam, Huurman, Wilmer, F. Eikerbout en de Voorzitter. Vóór stemmen: de heeren Heemskerk, van Eek, Dubbel- deman, Sijtsma, Eerdmans, A. Eikerbout, van Stralen, Groe- neveld, de dames DubbeldemanTrago en Baart—Braggaar, en de heer Knuttel. Het eveneens door den heer van Eek ingediende voorstel om Burgemeester en Wethouders uit te noodigen om een progressieve regeling te ontwerpen van de gas- en electri- citeitsprijzen wordt vervolgens met 18 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemmende heeren de Lange, Heemskerk, Bisschop, Meijnen, Mulder, Eerdmans, Sanders, Bots, van der Pot, van der Lip, Kuivenhoven, Wilbrink, Splinter, Oostdam, Huur man, Wilmer, F. Eikerbout en de Voorzitter. Vóór stemmen: de heeren van Eek, Dubbeldeman, Sijtsma, A. Eikerbout, van Stralen, Groeneveld, de dames Dubbelde manTrago en BaartBraggaar en de heer Knuttel. Het amendement van den heer F. Eikerbout wordt in stemming gebracht en met 24 tegen 3 stemmen verworpen. Tegen stemmen: de heeren de Lange, Bisschop, Meijnen, van Eek, Dubbeldeman, Mulder, Sijtsma, Sanders, Bots, van der Pot, van der Lip, A. Eikerbout, Kuivenhoveu, van Stralen, Wilbrink, Splinter, Oostdam, Groeneveld, de dames Dubbel demanTrago en BaartBraggaar, de heeren Huurman, Wilmer, Knuttel en de Voorzitter. Vóór stemmende heeren Heemskerk, Eerdmans en F. Eikerbout. De Voorzitter. Ik zal thans het tweede gedeelte van het voorstel van de heeren Rotteveel en Bisschop in stemming brengen, want het eerste gedeelte, de verandering van «Maart" in «April" is door Burgemeester en Wethouders overgenomen. De heer van der Pot. M.d.V. Als de voorstellers hun amendement handhaven, zou ik hun toch in overweging willen geven het zon te wijzigen, dat de bedoeling duidelijk wordt weergegeven. Er staat: «aan een niet particulier ver bruiker". Zoo bedoelen de voorstellers het echter niet, want een industrieel is ook een particulier. Het zou aldus gelezen moeten worden: «aan een verbruiker, die het gas niet uitslui tend voor huishoudelijk verbruik gebruikt." Daardoor wordt niet mijn bezwaar weggenomen, maar het geeft in elk geval de bedoeling van de voorstellers goed weer. De heer Bisschop. M. d. V. Ik ben bereid het amendement te wijzigen in den geest als de heer van der Pot aangeeft, zoodat in plaats van «aan een niet particulier verbruiker" gelezen wordt: «aan een verbruiker, die het gas niet uitsluitend voor huishoudelijk verbruik gebruikt." Het gewijzigde voorstel van de heeren Rotteveel en Bisschop wordt in stemming gebracht en met 17 tegen 10 stemmen verworpen. Tegen stemmende heeren de Lange, Meijnen, Dubbeldeman, Mulder, Sijtsma, Eerdmans, Sanders, Bots, van der Pot, van der Lip, Kuivenhoven, Splinter, Oostdam, Huurman, Wilmer, F. Eikerbout en de Voorzitter. Vóór stemmen: de heeren Heemskerk, Bisschop, van Eek, A. Eikerbout, van Stralen, Wilbrink, Groeneveld, de dames Dubbeldeman—Trago en BaartBraggaar en de heer Knuttel. Het gewijzigd voorstel van Burgemeester en Wethouders sub c wordt ten slotte in stemming gebracht en met 16 tegen 11 stemmen verworpen. Tegen stemmen: de heeren Heemskerk, Bisschop, van Eek, Dubbeldeman, Sijtsma, Eerdmans, Sanders, A. Eikerbout, Kuivenhoven, van Stralen, Groeneveld, de dames Dubbeldeman Trago en BaartBraggaar, de heeren Wilmer, Knuttel en F. Eikerbout. Vóór stemmende heeren de Lange, Meijnen, Mulder, Bots, van der Pot, van der Lip, Wilbrink, Splinter, Oostdam, Huur man en de Voorzitter. XIII. Voorstel: a. tot opheffing van het tijdelijk Levensmiddelenbedrijf en tot intrekking van de desbetreffende verordening; b. om den Directeur van het tijdelijk Levensmiddelenbedrijf met de liquidatie van het bedrijf te belasten. (Zie Ing. St. No. 107.) De beraadslaging wordt geopend. De heer de Lange. M. d. V. Ik heb met genoegen van dit voorstel kennis genomen en ik heb dan ook geenerlei bezwaar om daaraan mijn stem te verleenen. Ik heb echter nog eenige vragen te doen, welke ik hoop dat Burgemeester en Wethouders zullen kunnen beantwoorden, opdat wij de gevolgen van het besluit, dat ik hoop dat genomen zal worden, in overeenstemming met het voorgestelde, beter zullen kunnen overzien. Het Levensmiddelenbedrijf had sedert medio December 1920 niets anders meer te distribueeren als Regeeringsmeel en daarom is bij mij de vraag opgekomen, speciaal wat punt b van het voorstel aangaat, hoelang die liquidatie van het Levensmiddelenbedrijf zal duren en wat die liquidatie aan de gemeente nog zal kosten. Teneinde een overzicht van de zaak te krijgen zou ik de volgende vragen willen stellen: 1°. Zijn er behalve den Directeur van het Levensmiddelen bedrijf nog ambtenaren onder den Directeur aan dit bedrjjf werkzaam 2°. Indien dat het geval is, hoeveel? 3°. Wat zijn de salarissen van die ambtenaren? 4°. Hoelang zullen naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders die ambtenaren nog voor die liquidatie in dienst moeten blijven? Mijnheer de Voorzitter. Het was u bekend, dat ik die vragen zou stellen. Ik heb met opzet u daarmede tevoren in kennis gesteld teneinde daardoor te meer zekerheid te hebben, dat Burgemeester en Wethouders op die vragen een duidelijk antwoord zouden kunnen geven. De Voorzitter. Laat ik op de vragen van den heer de Lange het volgende mogen antwoorden. Een paar minuten, voordat ik Zaterdag den brief van den heer de Lange ontving, was er een onderhoud met den heer van Eek geweest om die zaak te bespreken, omdat wij in het stadium waren gekomen, dat wij meenden, dat aan het Levensmiddelenbedrijf een eind moest komen. Vooreerst de vraag: zijn er nu nog ambtenaren onder den Directeur van het Levensmiddelenbedrijf werkzaam Het ant woord daarop is: ja, een boekhouder en een bediende; de boekhouder heeft een salaris van ƒ40.per week, de bediende een van f 17.50 per week. Dan de vraag hoe lang het nog zal duren. Wij hadden juist met den heer van Eek besproken, dat er zoo spoedig mogelijk een eind aan zou gemaakt worden. Het personeel is al heel wat verminderd en de vraag is gesteld of een van de beide personen, die er thans nog werkzaam zijn, ofbeideu hun ontslag nog niet konden krijgen. Dat achtte d6 heer van Eek niet mogelijk, maar wel zou hij met spoed aan het be drijf een eind zien te maken. Hoelang de afwikkeling en de opruiming van den voorraad, die er nog is, zou duren wist hij niet met een week te bepalen, maar dit kan ik wel ver klaren, dat met inspanning wordt gewerkt om de zaak geheel te sluiten. De heer de Lange. M. d. V. Mag ik even hetgeen ik wenschte te zeggen na de beantwoording van mijn vragen, waarvoor ik u bedank, vervolgen? Ik heb zooeven reeds gememoreerd, dat sedert 13 December 1920 uitsluitend regeeringsmeel wordt gedistribueerd. Dat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1921 | | pagina 23