66
terrein daarvoor ongeschikt bleek en de opbrengst verre
beneden de verwachting bleef, zoodat het deficit op het einde
van het jaar gestegen was tot ƒ356.04!. Een staat der
ontvangsten en uitgaven over 1920 is door het bestuur
overgelegd en ligt ter visie in de Leeskamer.
Voor de volgende exploitatiejaren worden betere verwach
tingen gekoesterd. Op het oogenblik zijn alle tuintjes op eén
9-tal na weer verhuurd tegen 6 cents per M2. In de plaats
der afgevallen leden zijn nieuwe gekomen, zoodat de tuintjes
thans alle in handen zijn van personen, die zich met. kennis
van zaken op de teelt van voedingsgewassen toeleggen en gaarne
hun vrijen tijd daaraan willen besteden. Naar de meening
van het bestuur is daarom gedurende de laatste 3 jaren der
huurovereenkomst geen fmancieële schade meer te wachten.
Aangezien het bestaande deficit echter niet door de leden
kan worden gedragen, verzoekt het bestuur het geleden ver
lies ad /356.04a van gemeentewege aan te zuiveren.
Ofschoon niet te ontkennen is, dat de vereeniging niet
bijzonder voorzichtig gehandeld heeft bij het huren der per-
ceelen voor een tijdvak van niet minder dan 5 jaren en het
daardoor op zich nemen van financiëele lasten, te zwaar voor
eene vereeniging van niet bemiddelde leden, als «Ons Belang",
moet aan den anderen kant niet over het hoofd worden gezien,
dat de vereeniging vooral in de eerste jaren van haar bestaan
nuttig maatschappelijk werk heeft verricht en eenzelfde doel
heeft nagestreefd, als de gemeente zelve, die zich daarvoor
ook belangrijke offers heeft getroost. Was «Ons Belang" niet
opgericht, dan zou de gemeente waarschijnlijk of meer eigen
landerijen voor de volksvoeding hebben bestemd, of op andere
kostbare wijze in den voedselnood hebben moeten voorzien.
In elk geval heeft de vereeniging dus de taak van de gemeente
verlicht. Al zouden wij er dan ook in het algemeen bezwaar
tegen hebben U voor te stellen tekorten van allerlei vereeni-
gingen met een min of meer nuttig doel achteraf voor rekening
van de gemeente te nemen, in het onderhavige geval is er
o. i. wel iets voor te zeggen het zuivere tekort over 1920 ten
bedrage van ƒ258.23 aan de vereeniging te vergoeden. Pogingen
om tot verlaging der huur te geraken hebben geen succes
gehad, terwijl de vereeniging ook op andere wijze niet uit
haar financieëlen nood kan worden geholpen.
Mocht Uwe Vergadering met ons College van oordeel zijn,
dat er in casu wel termen zijn, om deze vereeniging van
kleine luiden eenigszins tegemoet te komen en dat, vermits
het hier een zeer bijzonder geval geldt, geen vrees voor het
scheppen van een gevaarlijk precedent behoeft te worden ge
koesterd, dan dient echter aan de steunverleening de uit
drukkelijke voorwaarde te worden verbonden, dat slechts'het
zuivere tekort over 1920 door de gemeente wordt bijgepast
en dat dus noch het tekort over 1919, noch eventueele
tekorten over de jaren 1921 en volgende ten laste van de
gemeente kunnen komen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te
besluiten aan de Vereeniging tot aanleggen en onderhouden
van Volkstuintjes «Ons Belang" tot dekking van haar tekort,
over het exploitatiejaar 1920 ontstaan, een bedrag van ƒ258.23
uit te keeren, onder de uitdrukkelijke voorwaarde, dat noch
het tekort over 1919 noch eventueele tekorten over 1921 en
volgende jaren ten laste van de gemeente zullen worden
genomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen,
Ondergeteekenden, uitmakende het bestuur der «Vereeni
ging tot aanleggen en onderhouden van Volkstuintjes «Ons
Belang", gevestigd te Leiden, goedgekeurd bij Koninkl. Besluit
d.d. 24 Maart 1919, Staatsblad No. 80,
dat voornoemde vereeniging verzoekt om haar over het
jaar 1921 eene subsidie toe te kennen, gelijkstaande met haar
tekort over het jaar 1920.
Onder verwijzing naar bijgaande toelichting, meent zij op
goede gronden dit verzoek te kunnen doen.
Het Bestuur der Vereeniging, voornoemd,
J. Zandbergen, Voorzitter.
H. Oudshoorn, 2e Voorzitter.
I. J. van Egmond, Penningmeester.
A. Tegelaar.
J. R. Smit.
D. W. Dee.
A. Vrolijk, Secretaris.
Pasteurstraat 12.
N°. 117. Leiden, 14 April 1921.
In zijn jaarverslag over 1920 vestigde het hoofd der Jon
gensschool 2e klasse andermaal de aandacht op de wensche-
lijkheid, om tot het verbeteren van de bestrating der Pieters
kerkstraat over te gaan, teneinde het voorbijrijden van de
vooral op marktdagen zoo talrijke voertuigen minder hinder
lijk voor het onderwijs te doen zijn.
Uit een dezerzijds ingesteld onderzoek bleek, dat het geraas,
veroorzaakt door passeerende voertuigen, belangrijk zou kun
nen worden verminderd door vervanging van de aanwezige
keibestrating door eene klinkerbestrating, evenals ten vorige
jare voor de Meisjesschool le klasse aan de Boommarkt heeft
plaats gehad. Eene uitgave van 1100.zou met die
vervanging gemoeid zijn.
De Commissie van Fabricage wil dit bedrag op de begroo
ting voor 1922 uitgetrokken zien. doch ons College komt het
voor, dat in het belang van het onderwijs zoo spoedig moge
lijk tot vervanging der kleibestrating moet worden overge
gaan en de kosten daarvan dus nog ten laste van de loopende
begrooting moeten komen.
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging door
vaststelling van nevensgaariden staat van af-en overschrij ving,
dienst 1921, een bedrag van ƒ1100.— beschikbaar te stellen
voor de vervanging van de kleibestrating vóór de Jongens
school 2e klasse door eene klinkerbestrating. Op den post
voor «Onvoorziene Uitgaven" is nog een bedrag van ƒ86525.
beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 118. Leiden, 15 April 1921.
In verband met eenige door Uwe Vergadering genomen
besluiten, waarbij voor verschillende doeleinden kredieten
werden toegestaan, is alsnog wijziging van de begrooting voor
1920 noodig. Het biertoe strekkend voorstel bieden wij U
bij deze aan.
Tevens maken wij van deze gelegenheid gebruik U voor
te stellen over te gaan tot verhooging van verschillende pos
ten van den dienst 1920, waarvan de raming te laag is ge
bleken.
De te verhoogen posten en de bedragen waarmede deze
moeten worden aangevuld zijn:
Volgn. 72. Presentiegelden der leden van den
Raad317.
De uitgaven op dit artikel zullen 4317.be
dragen; een bedrag van 4000.was beschik
baar gesteld.
Volgn. 88. Kosten van verteringen ten behoeve
van het huishoudelijk bestuur en van commissiën 472.38
De hierbedoelde kosten hebben over 1920/972.38
bedragen; zij waren nog slechts geraamd op
500. -.
Volgn. 106. Jaarwedde van den commissaris van
politie125.
Bij Kon. Besluit van 3 December 1920 no. 14
is de jaarwedde van den commissaris van politie
opnieuw geregeld; daarbij is bepaald, dat gere
kend te zijn ingegaan 1 Januari 1920, in plaats
van vier dn'ejaarlijksche vier fteeejaarlijksche
verhoogingen van 250.zullen worden toe
gekend.
Dientengevolge moest de le verhooging van
250.vanaf 1 Januari 1920 en niet zooals bij
de begrooting was berekend vanaf 1 Juli 1920
worden uitgekeerd. Eene aanvulling van den post
met 125.is in verband hiermede noodig.
Volgn. 108. Kleeding en uitrusting der politie
dienaars en veldwachters4442.50
Ingevolge het besluit van Uwe Vergadering van
den 7en Februari j.l. (lngek. Stukken no. 4) moet
dit artikel met een bedrag van 4442.50 worden
verhoogd.
Volgn. 142. Dag- en weekgelden van werklieden
voor zoover niet onder andere posten te brengen 183.48*
De ten laste van dit artikel komende arbeids-
loonen bedragen 5551.48® en overtreffen derhalve
de op de begrooting beschikbaar gestelde som
van 5368.met 183.48®.
Volgn. 161. Kosten der commissie tot wering van
schoolverzuim78.22*
In den loop van 1920 moesten verschillende
drukwerken worden aangeschaft, hetgeen eene
uitgaaf aan 95.50 vereischte, terwijl de kosten
voor bureaubehoeften 7.72® bedroegen, tezamen
alzoo 103.22*.
ft